De Daodejing van Lao Zi, wellicht de belangrijkste tekst van het taoïsme, is het meest vertaalde geschrift ter wereld op de Bijbel na. Centraal begrip in dit mysterieuze boek is het begrip wuwei ('niet-doen'). De gedachte is niet dat je moet niksen in het leven, maar dat je niets moet willen afdwingen. Dit idee komen we ook tegen bij Zhuang Zi en Liezi, de andere grondleggers van de tao (ook wel Dao genoemd). Alleen als je open staat voor een situatie en alles in zijn waarde laat, zul je en passant je doel bereiken, waarmee vreugde en ontspanning je ten deel zullen vallen. Het vereist wuxin ('geen geest hebben'), ook te vertalen als 'de lege geest / het lege hart'.
In deze inleiding worden de belangrijkste filosofische uitgangspunten van de tao op een rij gezet. Daarbij is oog voor de effecten op de politieke filosofie, op de kentheorie, de metafysica en de antropologie, op het chan- of zenboeddhisme en op het westerse denken. Een inleiding in de taoïstische wijsbegeerte met bijdragen van tao-kenners Michel Dijkstra, René Ransdorp, W.L. Chong en Jan De Meyer.