Life Is Hard
Een goed leven leiden? Houd dan op met proberen gelukkig te worden
Zelfhulp Het leven is zwaar, maar filosofie kan een mens helpen overeind te blijven, denkt Kieran Setiya. Tot op zekere hoogte.
De belofte dat filosofie een mens kan helpen weerstand te bieden aan de tegenslagen van het leven is al heel oud. In wanhoop over zijn toenemende doofheid noteerde Ludwig van Beethoven in 1802 in zijn Heiligerstadt Testament, dat het leven hem had ‘gedwongen om filosoof te worden.’
Kieran Setiya, die filosofie doceert aan het beroemde Massachusetts Instititute of Technology (MIT), schreef in die geest een origineel zelfhulpboek. In Life is hard. How Philosophy Can Help Us Find Our Way houdt hij het vermeende vermogen van de filosofie om de mens bij te staan in moeilijke omstandigheden tegen het licht.
Setiya onderzoekt thema’s als chronische pijn, scheiding en verlies, eenzaamheid, mislukking en onrechtvaardigheid en vraagt zich vervolgens af wat filosofie als antwoord daarop te bieden heeft. Anders dan vele andere boeken in het zelfhulpgenre heeft Setiya daarbij geen snelle oplossingen in de aanbieding. Een wondermiddel is een filosofische levenshouding allerminst.
Zo’n levenshouding wordt vaak geassocieerd met onthechting, afstand kunnen nemen en een probleem rationeel beschouwen. Zoiets zal Beethoven vermoedelijk voor ogen hebben gestaan met zijn verzuchting dat het leven hem dwong om ‘filosoof te worden’. Zo’n afstandelijke en beschouwelijke houding kan in zekere situaties wijs en nuttig zijn. Maar biedt een levensfilosofie die hechting, betrokkenheid en emoties zoveel mogelijk terugdringt werkelijk een goede kans op een rijk en vervuld leven? Setiya gelooft van niet.
Een slecht doordachte levensfilosofie kan het leven nog aanzienlijk verder bemoeilijken. Het tegenwoordig veelgehoorde ideaal ‘de beste versie van jezelf’ te willen zijn is vragen om problemen. Geen mens kan van dag tot dag voldoen aan zo’n hooggestemd ideaalbeeld – de mislukking zit er al van te voren ingebakken.
Het is volgens Setiya ook onverstandig om te eenzijdig nadruk te leggen op het streven naar geluk. Een gevoel van geluk is een wisselvallige, ongrijpbare en onvoorspelbare emotie; lastig om daar een heel leven op te bouwen.
Nog een onhandig, maar populair idee is dat het leven moet worden opgevat als een zo meeslepend mogelijk narratief. Wie van zijn leven een spannend verhaal wil maken, dat gehoorzaamt aan de wetten van Hollywood, stevent in veel gevallen niet af op een glorieuze triomf, zoals in veel films, maar op een blinde muur.
Op zich heeft Setiya niets tegen een verhalende benadering van het leven: hij heeft de literatuur hoog zitten. Goede beschrijvingen die inzicht geven in situaties en problemen zijn voor hem van even groot belang als heldere argumenten en logica. Maar het plot van een leven zou volgens hem veel ruimer, gelaagder en minder lineair moeten worden opgevat dan in de meeste verhalen gebruikelijk is.
Een laatste hindernis is het concept van het ideale leven. Hier zit Aristoteles er volgens Setiya naast. Aristoteles erkende alleen het leven van de filosoof als de hoogste belichaming van het goede leven (met de staatsman als goede tweede). Maar het goede leven kan vele vormen en gedaanten aannemen. Er is niet één weg naartoe. Niet alleen het leven opgevat als een grootse en ambitieuze onderneming, maar ook het kleine, alledaagse leven – dat helemaal niet in een plotstructuur te vangen valt – is wezenlijk voor een goed bestaan.
Tot zover Setiya’s nuttige opruimwerk. Maar zijn boek krijgt zo wel veel weg van een Via Negativa – hij toont vooral aan wat de filosofie allemaal niét kan, of waar filosofie zelfs de verkeerde kant op wijst. Maar wat kan dan wel? Is er ook zoiets als een Via Positiva?
Een leven dat is gericht op het besef onderdeel te zijn van een groter en zinvol geheel biedt volgens Setiya de beste slagingskansen; hij gelooft in de noodzaak ergens in te geloven. Dat hoeft niet noodzakelijk binnen de grenzen van een religie te zijn. Bij Setiya zelf neemt de behoefte deel te zijn van een zinvol verband de vorm aan van maatschappelijk engagement – vooral het klimaatprobleem heeft de activist in hem doen opstaan.
Zelfs hier stuit Setiya nog op de grenzen van de filosofie. De radicale scepticus (‘Niets is waar’) en nihilist (‘Niets heeft betekenis’) zijn volgens Setiya vanuit de uitgangspunten van hun eigen filosofie niet te weerspreken. De enige uitweg is volgens hem om vanuit een andere aanname te beginnen met denken en zoeken.
Setiya komt opnieuw uit bij Aristoteles, maar nu met een positieve waardering: hij is de filosoof die als geen ander het belang van vriendschap centraal heeft gesteld in zijn denken over het goede leven. Een leven zonder vriendschappen kan in geen enkel geval een geslaagd leven zijn.
Ook Aristoteles’ bekende filosofie van ‘het juiste midden’ kan Setiya’s goedkeuring verdragen: elke deugd kan omslaan in zijn tegendeel door geen maat te houden. Daarnaast biedt het denken zelf troost. Al filosoferend meer inzicht verwerven in nijpende existentiële kwesties, brengt wellicht al een zekere verlichting, ook als de kwesties zelf onoplosbaar zijn.
Is dat genoeg? Dat zal iedere lezer voor zichzelf moeten bepalen. De werking van filosofie is bij Setiya duidelijk begrensd. Maar filosofie is gelukkig ook niet volledig machteloos.
17-02-2023 Peter de Bruijn
ISBN | 9781529151213 |
---|---|
Aantal pagina's | 240 |
Datum van verschijning | 20221006 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 145 mm |
Hoogte | 225 mm |
Dikte | 25 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres