Emy Koopman
Het boek van alle angsten
{$dispatch('toggle-review', { isOpen: true })}" class="min-h-5 flex items-center md:mt-auto gap-0.5 mb-5 cursor-pointer"> NRC Recensie
NRC Recensie
In de pestkopmaatschappij is geen plek voor zwakkelingen
Emy Koopman In de duistere nieuwe roman van Emy Koopman verandert de samenleving in een ‘pestkopmaatschappij’ waarin geen plek is voor zwakkelingen. Wat als je dan buiten de boot valt?
De psychologiestudente mokt in college: ‘Ik dacht dat we zouden leren over echte hersenstoornissen, over neurologische aandoeningen. [...] Maar dit is gewoon aanstellerij.’ De docent spreekt over angststoornissen: het aandeel mensen dat op enig moment in het leven te diagnosticeren is met pathologische angstklachten is een op de vier – in de roman Het boek van alle angsten, en de werkelijkheid ontloopt dat cijfer nauwelijks.
Pff, doet het meisje. ‘Nou, deze mensen zijn gewoon zwak, ze hoeven zich alleen maar te herpakken.’ De discussie ontspoort – en toch ook niet helemaal, want in de wereld die schrijfster Emy Koopman (1985) in haar tweede roman beschrijft, heeft men algemeen aangenomen dat zwakte aanstellerij is – of gaat dat doen. Beginnend in een herkenbaar heden ontwikkelt de samenleving naar een ‘pestkopmaatschappij’, zoals het mooi staat op de achterflap. Sterk moet je zijn, krachtig, weerbaar. Wie buiten de boot valt, moet beter zijn best doen.
In dat schuitje zitten de twee hoofdpersonen; aan het begin van de roman zijn ze pubers die pispaaltjes worden. Fana omdat ze angstig aangelegd is en haar klasgenoten precies weten waar ze moeten prikken om haar pijn te doen – lag het, vraagt ze zich af, aan ‘de donkere haartjes op haar armen, die ze met harsstrips had proberen te verwijderen, maar niet nauwkeurig genoeg om alle associaties met een holenmens uit te bannen?’ Viko omdat hij van de natuur houdt, omdat hij nadenkt, wat zijn vader aanstellerij noemt – terwijl: ‘Viko’s vermogen om over de zaken na te denken is zo ongeveer het enige wat voor hem spreekt’, vindt hij zelf. Fana en Viko (wier verhaallijnen in de roman los van elkaar staan) zijn de stillen, de bedachtzamen, de zachtaardigen. En dus: de kwetsbaren.
Invechten
Op die manier beschouw je ze aanvankelijk: de twee jonge underdogs hebben de wereld waarin ze opgroeien niet mee. En om die wereld is het Koopman in eerste instantie te doen. In de ‘speculatieve fictie’ die zij hier bedrijft – een genre dat bestaande maatschappelijke en morele kaders als uitgangspunt neemt, die iets oprekt en op de spits drijft, Margaret Atwood is momenteel de bekendste beoefenaar ervan – gaat het over de verhouding van het individu tot het collectief, en daarmee voor een groot deel over wélke wereld de personages omringt. Daarin ligt de kracht van Het boek van alle angsten. Koopmans recht-van-de-sterkste-maatschappij confronteert je met hardvochtige normen die eigenlijk niet zo ver weg lijken. In het nieuwe normaal van deze roman hoor je vanzelf echo’s uit onze realiteit, van het ‘invechten’ dat premier Mark Rutte aan mensen met een migratieachtergrond aanraadde, tot de huidige antisolidaire politiek (die je tot in de inkoopstrategieën van potentiële Covid-vaccins terugziet). Maar vooral van de veeleisende fermheid van rechts op het politieke spectrum – en in het centrum van de macht.
Die nadruk op het decor, op het collectief, leidt er in Het boek van alle angsten wel toe dat de tekening van de personages aanvankelijk wat achterblijft. De hoofdpersonages zijn, à la Paolo Giordano’s succesdebuut De eenzaamheid van de priemgetallen, aanvankelijk vooral slachtoffers zonder sterke wil of wens. Dat mag precies zijn wat Koopman wil vertellen, maar de roman komt zo, zonder een echte motor, wel traag uit de startblokken. Ik schreef over haar debuut Orewoet (2016) dat Koopman geen dwingende plot nodig had, omdat er al voldoende spanning zat in de personages, hun tijd en hun omgeving – dat is ditmaal anders.
Fascistische mannelijkheid
We gaan niettemin ergens heen, laat Koopman al vanaf het begin duidelijk weten: de hoofdstuktitels tellen af (‘Nog 3 jaar en 3 maanden’, et cetera) naar iets onbestemds dat wel aardverschuivend groot móet zijn. En dat ís het, al is dat niet de voornaamste reden dat Het boek van alle angsten gaandeweg steeds interessanter wordt. Want intussen kiest Viko eieren voor zijn geld: hij conformeert zich en sluit zich aan bij de club van conservatieven, waar sprekers het ‘sociaal darwinisme’ uit de mottenballen trekken en verraderlijkheden debiteren als: ‘Juist om een burgeroorlog te voorkomen is het wijselijk om op kleine schaal, om de juiste redenen, geweld toe te staan.’ Wat gebeurt er wanneer zelfs zij, onze kreukloos-goede hoofdpersonages, de nieuwe normen gaan internaliseren? Wanneer hun innerlijke tegenstrijdigheden bloot komen te liggen en gaan schuren (Fana’s activistische zus Arissa verzet zich tegen de ‘agressief-psychotische, fascistische mannelijkheid’ die opgeld maakt, maar wat doet zij?), worden ze veelkantiger, menselijker, en de roman spannender.
Maar niet beter dan Orewoet. Ditmaal leunt Koopman sterk op sciencefictiongemeenplaatsen (de ongerepte enclave waar de ‘onaangepasten’ zich terugtrekken – geen Nederlandse toekomstroman kan dit jaar zónder) en haalt het genre niet het beste in Koopmans taalgevoel naar boven (je treft nu lelijke actiefilmanglicismen als: ‘Arissa leeft. Voor nu’). De zachte krachten – zorgvuldigheid, oorspronkelijkheid – delven enigszins het onderspit, wat misschien des te duidelijker maakt waarom Het boek van alle angsten als ideeënroman wel degelijk overtuigt.
2020-09-18 Thomas de Veen
Emy Koopman In de duistere nieuwe roman van Emy Koopman verandert de samenleving in een ‘pestkopmaatschappij’ waarin geen plek is voor zwakkelingen. Wat als je dan buiten de boot valt?
De psychologiestudente mokt in college: ‘Ik dacht dat we zouden leren over echte hersenstoornissen, over neurologische aandoeningen. [...] Maar dit is gewoon aanstellerij.’ De docent spreekt over angststoornissen: het aandeel mensen dat op enig moment in het leven te diagnosticeren is met pathologische angstklachten is een op de vier – in de roman Het boek van alle angsten, en de werkelijkheid ontloopt dat cijfer nauwelijks.
Pff, doet het meisje. ‘Nou, deze mensen zijn gewoon zwak, ze hoeven zich alleen maar te herpakken.’ De discussie ontspoort – en toch ook niet helemaal, want in de wereld die schrijfster Emy Koopman (1985) in haar tweede roman beschrijft, heeft men algemeen aangenomen dat zwakte aanstellerij is – of gaat dat doen. Beginnend in een herkenbaar heden ontwikkelt de samenleving naar een ‘pestkopmaatschappij’, zoals het mooi staat op de achterflap. Sterk moet je zijn, krachtig, weerbaar. Wie buiten de boot valt, moet beter zijn best doen.
In dat schuitje zitten de twee hoofdpersonen; aan het begin van de roman zijn ze pubers die pispaaltjes worden. Fana omdat ze angstig aangelegd is en haar klasgenoten precies weten waar ze moeten prikken om haar pijn te doen – lag het, vraagt ze zich af, aan ‘de donkere haartjes op haar armen, die ze met harsstrips had proberen te verwijderen, maar niet nauwkeurig genoeg om alle associaties met een holenmens uit te bannen?’ Viko omdat hij van de natuur houdt, omdat hij nadenkt, wat zijn vader aanstellerij noemt – terwijl: ‘Viko’s vermogen om over de zaken na te denken is zo ongeveer het enige wat voor hem spreekt’, vindt hij zelf. Fana en Viko (wier verhaallijnen in de roman los van elkaar staan) zijn de stillen, de bedachtzamen, de zachtaardigen. En dus: de kwetsbaren.
Invechten
Op die manier beschouw je ze aanvankelijk: de twee jonge underdogs hebben de wereld waarin ze opgroeien niet mee. En om die wereld is het Koopman in eerste instantie te doen. In de ‘speculatieve fictie’ die zij hier bedrijft – een genre dat bestaande maatschappelijke en morele kaders als uitgangspunt neemt, die iets oprekt en op de spits drijft, Margaret Atwood is momenteel de bekendste beoefenaar ervan – gaat het over de verhouding van het individu tot het collectief, en daarmee voor een groot deel over wélke wereld de personages omringt. Daarin ligt de kracht van Het boek van alle angsten. Koopmans recht-van-de-sterkste-maatschappij confronteert je met hardvochtige normen die eigenlijk niet zo ver weg lijken. In het nieuwe normaal van deze roman hoor je vanzelf echo’s uit onze realiteit, van het ‘invechten’ dat premier Mark Rutte aan mensen met een migratieachtergrond aanraadde, tot de huidige antisolidaire politiek (die je tot in de inkoopstrategieën van potentiële Covid-vaccins terugziet). Maar vooral van de veeleisende fermheid van rechts op het politieke spectrum – en in het centrum van de macht.
Die nadruk op het decor, op het collectief, leidt er in Het boek van alle angsten wel toe dat de tekening van de personages aanvankelijk wat achterblijft. De hoofdpersonages zijn, à la Paolo Giordano’s succesdebuut De eenzaamheid van de priemgetallen, aanvankelijk vooral slachtoffers zonder sterke wil of wens. Dat mag precies zijn wat Koopman wil vertellen, maar de roman komt zo, zonder een echte motor, wel traag uit de startblokken. Ik schreef over haar debuut Orewoet (2016) dat Koopman geen dwingende plot nodig had, omdat er al voldoende spanning zat in de personages, hun tijd en hun omgeving – dat is ditmaal anders.
Fascistische mannelijkheid
We gaan niettemin ergens heen, laat Koopman al vanaf het begin duidelijk weten: de hoofdstuktitels tellen af (‘Nog 3 jaar en 3 maanden’, et cetera) naar iets onbestemds dat wel aardverschuivend groot móet zijn. En dat ís het, al is dat niet de voornaamste reden dat Het boek van alle angsten gaandeweg steeds interessanter wordt. Want intussen kiest Viko eieren voor zijn geld: hij conformeert zich en sluit zich aan bij de club van conservatieven, waar sprekers het ‘sociaal darwinisme’ uit de mottenballen trekken en verraderlijkheden debiteren als: ‘Juist om een burgeroorlog te voorkomen is het wijselijk om op kleine schaal, om de juiste redenen, geweld toe te staan.’ Wat gebeurt er wanneer zelfs zij, onze kreukloos-goede hoofdpersonages, de nieuwe normen gaan internaliseren? Wanneer hun innerlijke tegenstrijdigheden bloot komen te liggen en gaan schuren (Fana’s activistische zus Arissa verzet zich tegen de ‘agressief-psychotische, fascistische mannelijkheid’ die opgeld maakt, maar wat doet zij?), worden ze veelkantiger, menselijker, en de roman spannender.
Maar niet beter dan Orewoet. Ditmaal leunt Koopman sterk op sciencefictiongemeenplaatsen (de ongerepte enclave waar de ‘onaangepasten’ zich terugtrekken – geen Nederlandse toekomstroman kan dit jaar zónder) en haalt het genre niet het beste in Koopmans taalgevoel naar boven (je treft nu lelijke actiefilmanglicismen als: ‘Arissa leeft. Voor nu’). De zachte krachten – zorgvuldigheid, oorspronkelijkheid – delven enigszins het onderspit, wat misschien des te duidelijker maakt waarom Het boek van alle angsten als ideeënroman wel degelijk overtuigt.
2020-09-18 Thomas de Veen
€ 20,99
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
Omschrijving
Wat doe je als je samenleving verandert in een pestkopmaatschappij, waarin het recht van de sterkste geldt en iedereen die afwijkt wordt uitgestoten?
Voor Fana en Viko is leven de kunst van het verbergen van je gebreken. In hun pogingen om sterk te zijn en mee te draaien verloochenen ze zichzelf en anderen. Naarmate hun omgeving verder verhardt, wordt het voor hen steeds moeilijker om kritiekloos mee te blijven bewegen.
Het boek van alle angsten is een roman over een wereld die verdacht dichtbij lijkt, een wereld waarin elke intieme bekentenis kan worden omgevormd tot een publieke vernedering en elke zwakheid genadeloos wordt afgestraft. Beklemmend en ontzagwekkend.
Emy Koopman (1985) is schrijver en onderzoeksjournalist. Ze schrijft onder meer voor De Groene Amsterdammer en de Volkskrant. Haar debuutroman Orewoet (2016) werd genomineerd voor verschillende literaire prijzen. Ze promoveerde op psychologisch onderzoek naar literatuur en empathie.
Over Orewoet:
‘De schrijfster van dit sterke debuut heeft in alle opzichten macht over de taal. Gaandeweg blijkt haar meerstemmige roman steeds weer over iets anders te gaan, verdiept zich en wordt steeds gelaagder.’ NRC Handelsblad **** [4 ballen]
‘Geen enkele menselijke twijfel en onvermogen gaat ze in het verhaal uit de weg, terwijl ze tegelijkertijd de spanning mooi weet op te bouwen en het verhaal geen moment vaart verliest. (...) Met zo’n krachtig en onvergetelijk debuut als Orewoet, kun je als lezer maar één ding hopen: dat Emy Koopman zich volledig zal storten op het schrijven van romans.’ Hebban *****
‘Orewoet is een krachtig en zorgvuldig uitgewerkt verhaal over onvervulde verlangens (...). Het is ook een spannend verhaal, waarbij je blijft lezen om erachter te komen wat er vroeger nou precies gebeurd is.’
Dagblad van het Noorden ****
‘Knap debuut.’
HUMO
Voor Fana en Viko is leven de kunst van het verbergen van je gebreken. In hun pogingen om sterk te zijn en mee te draaien verloochenen ze zichzelf en anderen. Naarmate hun omgeving verder verhardt, wordt het voor hen steeds moeilijker om kritiekloos mee te blijven bewegen.
Het boek van alle angsten is een roman over een wereld die verdacht dichtbij lijkt, een wereld waarin elke intieme bekentenis kan worden omgevormd tot een publieke vernedering en elke zwakheid genadeloos wordt afgestraft. Beklemmend en ontzagwekkend.
Emy Koopman (1985) is schrijver en onderzoeksjournalist. Ze schrijft onder meer voor De Groene Amsterdammer en de Volkskrant. Haar debuutroman Orewoet (2016) werd genomineerd voor verschillende literaire prijzen. Ze promoveerde op psychologisch onderzoek naar literatuur en empathie.
Over Orewoet:
‘De schrijfster van dit sterke debuut heeft in alle opzichten macht over de taal. Gaandeweg blijkt haar meerstemmige roman steeds weer over iets anders te gaan, verdiept zich en wordt steeds gelaagder.’ NRC Handelsblad **** [4 ballen]
‘Geen enkele menselijke twijfel en onvermogen gaat ze in het verhaal uit de weg, terwijl ze tegelijkertijd de spanning mooi weet op te bouwen en het verhaal geen moment vaart verliest. (...) Met zo’n krachtig en onvergetelijk debuut als Orewoet, kun je als lezer maar één ding hopen: dat Emy Koopman zich volledig zal storten op het schrijven van romans.’ Hebban *****
‘Orewoet is een krachtig en zorgvuldig uitgewerkt verhaal over onvervulde verlangens (...). Het is ook een spannend verhaal, waarbij je blijft lezen om erachter te komen wat er vroeger nou precies gebeurd is.’
Dagblad van het Noorden ****
‘Knap debuut.’
HUMO
Meer informatie
ISBN | 9789044634228 |
---|---|
Aantal pagina's | 336 |
Datum van verschijning | 20200824 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 138 mm |
Hoogte | 212 mm |
Dikte | 32 mm |
Bijlage
Inkijkexemplaar.pdf (866.25 kB)
{$dispatch('toggle-review', { isOpen: true })}" >
NRC Recensie