In tsaristisch Rusland werden grootgrondbezitters maar eenmaal per drie jaar aan een telling en opgave van lijfeigenen voor de belasting onderworpen. Gentlemanoplichter Tsjitsjikov beseft dat de namen van de intussen overleden lijfeigenen daardoor geld waard zijn en dat hij er zelfs een hypotheek op kan nemen, mits hij ze te pakken krijgt. Roofkapitalisme en hypotheekzwendel avant la lettre dus: een geniale satire op de kleinheid van de mens.
Wie anders dan Gogol zou hebben kunnen bedenken dat een landeigenaar de prijs van zijn dode timmerman opdrijft omdat die zijn vak zo goed verstond?
‘Wat een superieure schrijver! En wat een superieure vertaling! Dit is van het mooiste Nederlands dat ik in tijden las. Hulde aan Aai Prins. En dan heb ik nog niets gezegd over Gogol zelf: een smiecht is het, een fielt, maar je kan er wél héél erg mee lachen.’ David Van Reybrouck
‘De vertaling van Aai Prins is perfect en laat zien dat Gogol nog altijd een swingende schrijver is.’ Michel Krielaars NRC •••••
Meer informatie
ISBN
9789028232150
Aantal pagina's
480
Datum van verschijning
20230622
Breedte
135 mm
Hoogte
207 mm
Dikte
35 mm
Indien je problemen ondervindt bij het afrekenproces, probeer dan de cookies van je browser te wissen.