Hoog spel
Bestaat Shell over 25 jaar nog? Vraag het klimaatactivisten en het antwoord is een helder ‘nee’. Wie van de verkoop van fossiele brandstoffen zijn core business heeft gemaakt, en daarmee een grote bijdrage levert aan gevaarlijke klimaatverandering, heeft geen bestaansrecht meer, menen zij.
Bij Shell zelf denken ze daar anders over. Daar stellen ze dat de wereld voorlopig nog lang niet zonder olie en gas kan. En met die wereld bedoelt het tegenwoordig Britse bedrijf dan vooral: het armere deel. Dat heeft zelf nauwelijks bijgedragen aan klimaatverandering en de honderden miljoenen inwoners willen nu ook wel eens profiteren van wat welvaart.
Wie in de toekomst wil kijken, doet er soms goed aan terug te blikken op het verleden – al biedt dat vanzelfsprekend geen garanties. Wie de geschiedenis van Shell overziet, zoals beschreven in Marcel Metze’s, Hoog spel. De politieke biografie van Shell, komt tot de al even heldere conclusie dat het bedrijf een overlever is, met een lange adem. Een winnaar ook, die niet van verliezen houdt.
Shell heeft zich de afgelopen decennia vaker in lastige situaties gemanoeuvreerd, en kwam (geregeld) onder druk te staan. Maar het kwam daar over het algemeen altijd goed uit, en geregeld zelfs beter dan daarvoor, door gewiekst handelen. De Nederlandse regering verzoekt Shell in de Tweede Wereldoorlog zijn olieputten in Nederlands-Indië te vernielen, om te voorkomen dat die in handen vallen van de Japanners. Maar Shell doet dat op zo’n halfslachtige manier dat ze snel weer in gebruik kunnen worden genomen. Mocht de oorlog eindigen, dan wil Shell die putten wel zo snel mogelijk weer exploiteren. Uiteraard volgt ook een verzoek om compensatie.
Metze (1952), tevens medeoprichter van journalistiek platform Investico, werkte tien jaar aan zijn boek. Minutieus reconstrueert hij het ruim 130 jaar lange ‘machtsspel’ van Shell op het internationale toneel. Van Shells koloniale oorsprong tot zijn huidige omstreden opstelling in de strijd tegen klimaatverandering. Metze schreef eerder gedetailleerde geschiedenissen van de (net als bij Shell soms cynische) handel en wandel van andere grote bedrijven, zoals Philips en de banken. Zijn biografie over Anton Philips werd genomineerd voor de AKO-literatuurprijs. Zijn Shell-boek is genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2023, waarvan de winnaar zondag 29 oktober bekendgemaakt wordt.
Om die existentiële vraag over de toekomst te beantwoorden, schreef Metze zijn boek overigens niet zo zeer. Dat deed hij mede omdat hij vond dat er nog wel wat lacunes in de bestaande historische werken zaten. Die waren soms ‘te Brits’ ingestoken – het concern heeft sinds zijn oprichting altijd twee ‘moederlanden’ gehad, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, die vanaf het begin steggelden over wie de ultieme zeggenschap had (totdat Shell in 2021 uiteindelijk definitief naar het VK verhuisde).
Zeven zusters
En soms ook waren de geschiedschrijvers wel erg vriendelijk voor Shell. F.C. Gerretson, auteur van de 5-delige Geschiedenis der ‘Koninklijke’ (1932-1967) was volgens Metze ‘idolaat’ van Henri Deterding, een grondlegger van Shell die het bedrijf groot maakte in de ex-kolonie.
Shells spel dateert vanaf het prille begin, toen het bedrijf hand in hand met de regering olieputten wilde gaan boren en exploiteren in Nederlands-Indië. Maar het gaat onverminderd voort tijdens WOII en het post-koloniale tijdperk daarna.
Na de oorlog lobbyt Shell voor herstel van de koloniale orde bij de Nederlandse regering, die dat met veel geweld tracht te doen. Maar Shell sluit achter de schermen tegelijk oliedeals met de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders, waarmee het dit doel van de regering weer ondermijnt. Shell redeneert dat het zakelijk gezien slimmer is om op twee paarden wedden.
Als de geopolitieke verhoudingen gedurende en na de Tweede Wereldoorlog drastisch verschuiven, en de Verenigde Staten hun plek innemen als nieuwe grote mogendheid, is de focus van Shell al naar Washington verlegd. Door handig in te spelen op de Amerikaanse energiewensen, die zelf in een nieuwe ideologische strijd verwikkeld raken met het communisme, kan Shell in hoog tempo uitgroeien tot een van de zeven grootste olieconcerns ter wereld (naast onder andere het huidige Chevron en Exxon). Dat die zeven bedrijven – ook wel de Zeven Zusters genoemd, naar de plejaden van de Griekse jachtgodin Artemis – samen een informeel kartel vormen, gedogen de VS in het belang van de ‘nationale veiligheid’.
Toch is het niet alleen maar ‘winnen’ vanaf dan. De wereld verandert en het spel wordt steeds lastiger. Steeds meer landen waar olie uit de grond wordt gehaald, maar die er zelf weinig over te zeggen hebben (en er aanzienlijk minder aan verdienen dan de oliebedrijven) eisen een groter deel van de opbrengsten op. Het kartel van olieproducerende en -exporterende landen, OPEC, wordt in 1960 opgericht om de macht van westerse oliereuzen te breken.
Spionnen en staatsgrepen
De pogingen van Shell om zich daar tegen te verweren, worden ook steeds creatiever: er worden spionnen ingezet, staatsgrepen gesteund en nu en dan – voor zover te achterhalen – steekpenningen betaald. Maar lang niet altijd werken die pogingen. De OPEC-landen trekken uiteindelijk succesvol de controle over de oliewinning naar zich toe. Steeds vaker worden de oliebedrijven ‘adviseurs, dienstverleners en operators’ van installaties in plaats van ‘machtige concessiehouders’. Al verdienen ze ook daar nog steeds miljarden aan.
Politiek-maatschappelijk is er ook steeds minder liefde. Na de oliecrisis van 1973 krijgen oliebedrijven het verwijt, van onder anderen Wim Kok en Joop den Uyl, dat ze hun zakken hebben gevuld dankzij extreme brandstofprijzen, waar veel gewone mensen onder leden. Ook al hebben de oliebedrijven in hun eigen ogen juist veel misère weten te voorkomen doordat ze een ‘verdeelsysteem’ optuigden. Ze voelen zich miskend – een gevoel dat nu, in het ‘klimaattijdperk’ trouwens ook heerst bij Shell.
De eerste milieubewegingen beginnen zich ook te roeren, omdat duidelijk wordt dat Shells producten voor vervuilende smog en zure regen zorgen. Shells reactie daarop voltrekt zich opvallend genoeg langs dezelfde lijnen als die op de klimaatkritiek: het bedrijf ontkent eerst, bagatelliseert daarna en als het tij niet meer te keren valt, treuzelt Shell met ingrijpen en benadrukt het vooral hoe essentieel fossiele brandstoffen tegelijk zijn.
Al met al biedt het boek geen baanbrekende nieuwe kijk op de werkwijze van Shell. Voor kritische volgers zal het eerder een lange bevestiging van het eigen gelijk zijn. Maar Hoog spel biedt een doorwrocht totaaloverzicht, onderbouwd met talloze feiten, die het tot een gezaghebbend boek maken.
Altijd behoudt de auteur tempo en doorspekt hij zijn verhaal met vermakelijke anekdotes – en soms een droge kanttekening bij uitlatingen van Shell zelf, als die zijn eigen verleden door een iets te roze bril bekijkt. Voor wie het dna van dit bedrijf wil ontcijferen – en daarmee mogelijk een glimp van de toekomst wil opvangen – is aan te raden Metze’s boek van a tot z tot zich nemen.
ISBN | 9789463822695 |
---|---|
Aantal pagina's | 632 |
Datum van verschijning | 20230511 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 137 mm |
Hoogte | 215 mm |
Dikte | 35 mm |