Monstrum
Dode in slootje leidt naar Baskenland
Miquel Bulnes Een paleogeneticus onderzoekt de wortels van een Baskisch volk en komt onder verdachte omstandigheden om. Bulnes tuigt een turbothriller op met achtervolgingen én een verhaal over groepjesdenken.
Nieuws over de Scythen! Dat ze leefden in wat nu Kazachstan heet en dat ze hun slaven standaard de ogen uitstaken om ze te ontmoedigen in hun vluchtpogingen, dat was al een tijdje bekend, maar waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen en hoe ze zich over de steppen hadden verspreid, dat was zo’n 1600 jaar na de ondergang van hun beschaving nog altijd een mysterie. Totdat recent een team onderzoekers onder leiding van het Max Planck Institut uit Leipzig zich ermee ging bemoeien en het genoom in kaart bracht van 111 mensen die tussen de achtste eeuw voor en de vierde eeuw na Christus in Scythisch gebied rondstapten. De wetenschappers concludeerden, zo meldde deze krant op 6 april. dat de Scythen niet één genetische oorsprong hadden, maar dat hun beschaving ontstond door de opmars van twee bevolkingsgroepen die tegelijkertijd opkwamen. Kortom, een rasechte Scyth heeft nooit bestaan.
Miquel Bulnes (1976) zal de tijding met de nodige interesse tot zich hebben genomen. Monstrum, zijn nieuwe, veeleisende roman draait namelijk eveneens om zo’n kwestie, met een eerzuchtige paleogeneticus die onderzoek doet naar de wortels van een Baskisch volk en die vervolgens onder verdachte omstandigheden aan zijn einde komt. Wat trof deze Jean-Pierre in opgegraven tanden en botten aan dat het mensen (nu nog) aanzet tot moord? Of overspeelde hij gewoon zijn hand door zijn onderzoek te laten bekostigen door geldschieters van bedenkelijk allooi?
Monstrum is – dat laten bovenstaande vragen eigenlijk al zien – in de eerste plaats een thriller. En op de tweede plaats ook wel. Het genre staat niet op de kaft, maar het had zeker niet misstaan, want het boek is onmiskenbaar plotdriven: Estyr Bosvelt ruikt lont nadat haar geleerde verloofde in een Utrechts slootje verdrinkt en begint te poeren in zijn arbeidsverleden. Het voert haar onder meer naar dat Baskenland en langs allerlei deskundige wetenschappers, die de wat bleue (en opvallend genoeg niet-rouwende) Estyr bijpraten over de laatste inzichten op het academische terrein waar JP zich ophield. Australopithecus, homo habilis, homo erectus ergaster, homo heidelbergensis, homo sapiens: Estyr én lezer kunnen er na dit boek bij wijze van spreken een tentamen over afleggen.
Martelingen en taserguns
Het is maar een snipper van de plot, want er is daarnaast ook nog sprake van een verhaallijn over een Marokkaans-Nederlandse ambtenaar die op onderzoek uitgaat, te verbieden boeken over nazi’s, Franse 18de-eeuwse revolutionairen die ten onrechte denken onsterfelijk te zijn en die zich met veel te veel bravoure in de strijd werpen, interventies van de Israëlische veiligheidsdienst, martelingen, al dan niet corrupte Spaanse politiemensen, schijn-coronatesten (men ent niet in, maar tapt bloed af), achtervolgingen en haperende taserguns die het goddank dan toch weer net op tijd wel doen. Al deze informatie wordt ook nog eens in verschillende tekstvormen (dagboeken, brieven, verhalend proza) en verstrooid over verschillende tijdspannes aangeboden. Die sterretjes ziet na verloop van tijd.
De thriller is in de mode onder schrijvers die we voorheen zagen als literaire auteurs. Soms spelen ze met het genre (zoals Wouter Godijn deed in De kamer waar alle verhalen beginnen), anderen staken echt radicaal de rivier over. Een boek van Robbert Welagen werd in deze krant eens getypeerd als een ‘schijnthriller’, een thriller die lang deed alsof-ie spannend was. Als Monstrum een spel is, als het een boek is dat zich verhoudt tot het genre in plaats van dat het het echt wil zijn, dan is er maar een woord op z’n plek: turbothriller. Anders gezegd: ik ben best blij dat het geen pas geeft om de plot van een boek in een recensie te verklappen, want het zou me niet lukken.
En zoals je dan over een spannend verhaal zegt: maar er is meer. Want alhoewel Bulnes de lezer vooral wil laten nagelbijten, heeft hij zijn roman thematisch wel degelijk achtergrond gegeven. Er is de spanning van de moord, maar Monstrum geeft óók ruimte aan de onuitroeibare neiging van mensen om gemeenschappen, volkeren of groepjes te begrenzen. Die Basken koesteren hun eigenheid als een kleinood, maar eigenlijk ontkomt niemand aan het groepjesdenken – ter eer en meerdere glorie van het eigen volk en ter beperking van anderen.
De plaagstoten aan het adres van Amir, de speurneus, zijn lang zogenaamd onschuldig, maar krijgen een grimmiger lading als hij tijdens de achtervolging van een verdachte wordt aangezien voor de verdachte. U mag raden waarom.
Multifunctionele meubels
Zoals het de Scythen vermoedelijk niet zou bevallen dat ze uit verschillende bronnen waren ontsproten, zo zint het ook de mensen in Monstrum niet dat alles en iedereen een synthese is en bovendien is behept met meer functies of eigenschappen. Bulnes voert dit knap door, tot aan de ergernis in een woonwarenhuis over multifunctionele meubels en vazen aan toe. Alles stroomt, en een betekenis glibbert de Bulnesiaanse mens – kwiek van lijf maar stug van geest – er onherroepelijk mee door de vingers.
Zo herbergt deze onvervalste whodunit dus ook een dimensie die je van een geprezen auteur als Bulnes verwacht. Maar eerder ‘ook wel’ dan ‘ook’, want behalve die wat gerantsoeneerde intellectuele lading is het ook talig wat aan de zuinige kant. Na de voltooiing van Zorg, Lab en Attaque!, de romans van Bulnes over de medische wereld, somde deze krant in een kader zomaar wat dodelijk humoristische zinnen op waarmee de schrijver de belevingswereld van artsen blootlegde. ‘Ik dank mijn carrière aan mijn eerste vrouw en mijn tweede vrouw aan mijn carrière’, zei er eentje. Of: ‘Voor een nefroloog is een patiënt dat ding dat om de nier heen zit’. Die ijskoude scalpel had Monstrum waarschijnlijk ook goed gedaan. Nu blies Bulnes de thriller op door raketbrandstof in de tank te gooien, maar die zo eigenaardige ernst van het genre liet hij ongemoeid. Iets te veel respect dus.
23-04-2021 Sebastiaan Kort
ISBN | 9789044647198 |
---|---|
Aantal pagina's | 320 |
Datum van verschijning | 20210304 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 138 mm |
Hoogte | 213 mm |
Dikte | 36 mm |