Russische Spelen
Waar was de Moskouse jeugd in de zomer van 1980? De Olympische Spelen zouden een sportfeest voor alle leeftijden moeten zijn, waar kinderen zich kunnen vergapen aan hun helden. Maar in het straatbeeld van de Russische hoofdstad ontbraken de Russische jongeren. Tijdens de Spelen waren miljoenen kinderen verdreven uit de metropool. Letterlijk op de trein gezet, naar vakantiekampen in de provincie. Huilend namen hun moeders (en vaders?) afscheid op de stations.
Het Kremlin, gevoed door de KGB, zou bang zijn geweest dat agenten van de Amerikaanse CIA de Moskouse jeugd met snoepjes zouden vergiftigen, luidde de onwaarschijnlijke verklaring. Zwervers en alcoholisten verdwenen ook uit het straatbeeld, maar die ‘opruiming’ gebeurt bij alle Spelen, ook in het Westen. Een derde van de Moskovieten was de stad uit – een kleine minderheid vrijwillig.
Vergiftigde snoepjes door de Amerikaanse CIA of niet, de Verenigde Staten deden niet eens mee. President Jimmy Carter besloot tot ‘de moeder aller boycotten’, als strafmaatregel voor de bloedige Sovjet-inval in Afghanistan, in 1979. De als soft bekend staande Democraat Carter hoopte met dit krachtige statement kiezers te winnen, maar hij zou een jaar later kansloos verliezen van Republikein Ronald Reagan. Veel boeren lieten Carter electoraal vallen vanwege zijn verbod op graanexport naar de Sovjet-Unie.
Dries van Agt
Onder andere West-Duitsland en Japan volgden het Amerikaanse voorbeeld en boycotten de Spelen. En wat deed Nederland? Premier én wielerliefhebber Dries van Agt zei: „Ik zou niet in Moskou gaan fietsen.” De wens van de CDA-politicus werd genegeerd door de sportbestuurders van het NOC. „Dag meneer Van Agt, wij gaan naar Moskou”, kopte het communistische dagblad De Waarheid, dat als enige Nederlandse medium positief bleef berichten. Alle ander kranten en radio- en televisiezenders prikten door de Russische propaganda heen.
„Dit is een nederlaag voor de mensenrechten”, refereerde Van Agt aan de honderden dissidenten die naar strafkampen of elders waren verbannen. Onder hen fysicus en dissident Andrej Sacharov, uitvinder van de Russische waterstofbom die was verbannen naar Gorki, het huidige Nizjni Novgorod. Pogingen van Nederlandse journalisten de Nobelprijswinnaar voor de Vrede (1975) op te zoeken bleken onuitvoerbaar, want alles moest in het geheim.
In Nederland werd door de Stichting Comité Olympische Spelen en Mensenrechten bij monde van oprichter Ed. van Thijn aandacht gevraagd voor de dissidenten. Anders dan voor de VS en West-Duitsland was niet de inval in Afghanistan maar het dissidenten-vraagstuk de belangrijkste reden van (vrij stil) protest. NOC polderde er op los. In Moskou werden geen Nederlandse vlaggen gehesen en volksliederen gezongen. Zoals Oranje in 2022 wel naar het WK in Qatar ging, en de KNVB met een bijna onzichtbare OneLove-protestactie op de proppen kwam. De hockeyers en ruiters bleven om sportieve redenen thuis. Hun toernooien waren door de afzeggingen van andere toplanden te zeer gedevalueerd.
Gerard Nijboer deed wel mee en won zilver op de marathon. „Ik vind het terecht dat ik ben gegaan”, zei de politiek geëngageerde atleet. „Ik heb getwijfeld maar toen het NOC definitief toezegde wel te gaan, heb ik voor mezelf besloten: Gerard, je doet aan topsport, je moet gaan.”
Het zijn de verhalen die voormalig Volkskrant-correspondent Rolf Bos optekende in zijn begin juni verschenen Russische Spelen. De auteur maakte eerder naam met zijn boek De Duitse zomer waarin hij beschrijft wat er allemaal fout ging tijdens de Spelen van München in 1972 toen Palestijnse terroristen Israëlische atleten gijzelden en doodden.
Voor zijn nieuwste boek raadpleegde Bos wederom honderden bronnen en het resultaat is er naar, hoewel ‘Moskou 1980’ minder dramatisch verliep dan ‘München 1972’ en het boek mede daarom minder spannend leest.
Gesloten stad
Bos tekent (smeuïge) verhalen op van westerse ooggetuigen, lees: atleten en collega-journalisten die zich twee tot drie weken gevangenen voelden in de ‘gesloten stad’ waar voor hen zalm en garnalen werden geserveerd terwijl de gemiddelde Rus een warme prak uit de gaarkeuken at.
Wielrenner Peter Winnen verbaasde zich over de strenge beveiliging. „Ik schat dat driekwart van de mensen langs de kant een agent of een geheim agent was.” Tijdens de individuele tijdrit stond om de tien meter een bewaker. Partijleider Leonid Brezjnev hanteerde het adagium van zijn verre voorganger Vladimir Lenin: „Vertrouwen is goed, controle is beter.”
Toen Winnen met de Nederlandse wegrenners op het Rode Plein uren in de rij moest staan voor het mausoleum van Lenin, besloot bondscoach Rini Wagtmans rechtsomkeert te maken. „Kom jongens, we gaan, die [Lenin] ligt er over een paar jaar ook nog wel.”
Bos schrijft over Brezjnev tijdens de verder „griezelig perfecte” openingsceremonie. De gastheer verruilde per ongeluk het Russische woord voor socialisme met ‘worstjes’ en zei vier keer ‘O’ toen hij op een logo de olympische ringen ontwaarde. Waarop hij door een medewerker werd afgevoerd. Hij trok zich terug in zijn datsja en zou zich niet meer in Moskou laten zien.
Tijdens de eerste Spelen in het Oostblok, waar doping gemeengoed was, werden duizenden testen uitgevoerd, maar nul atleten positief bevonden. De KGB werd ingezet om de controleurs om de tuin te leiden. Tot vlak voor aanvang gebruikten vooral de DDR-vrouwen op grote schaal anabolen en andere prestatie bevorderende middelen.
Een gepensioneerde Sovjet-kolonel legde het Rolf Bos uit. Sporters kregen zakjes met schone urine aangereikt. Of een schone plas werd via een katheter in de blaas ‘gepompt’ – voor mannen „een gruwelijk pijnlijke” behandeling. De auteur trekt een vergelijking met Vladimir Poetins Winterspelen van 2014: in Sotsji werd ook van hogerhand gesjoemeld met doping voor de Russische sporters.
Vooral de DDR-vrouwen hielden er zware stemmen en baardgroei over. „We komen hier om te zwemmen, niet om te zingen”, zei een official. Doping werkte vooral bij vrouwen erg efficiënt. „Van vrouwen mannen maken is simpeler dan van mannen vissen maken”, zei een DDR-journalist tegen een Nederlandse collega.
Mede dankzij dopinggebruik en de afwezigheid van met name de Amerikaanse gouddelvers wonnen de Sovjets en de Oost-Duitsers de helft van al het eremetaal. De Russen wonnen het recordaantal van tachtig gouden medailles.
‘De picknick van het Warschaupact’ was voor het gastland en zijn vazalstaten een groot succes geworden. En als ultieme revanche boycotten alle Warschaulanden – minus Roemenië – op hun beurt de Spelen van 1984 in LA, vanwege de commerciële aanpak ook wel de ‘Coca Cola Games’ genoemd.
‘Ik vind het terecht dat ik gegaan ben,’ zei marathonloper Gerard Nijboer in 1980 voor de camera van de NOS. ‘Toen ik bezig was met de voorbereidingen heb ik erg zitten twijfelen. Maar toen het Nederlands Olympisch Comité in mei definitief toezegde wel te gaan, heb ik voor mijzelf besloten: Gerard, je doet aan topsport, je móét gaan.’ Maar als het aan de regering-Van Agt had gelegen, was Nijboer thuisgebleven. En andere sporters ook. Want Van Agt wilde dat Nederland zich aansloot bij de door de Amerikanen ingestelde boycot tegen de Spelen in Moskou, waartoe werd opgeroepen vanwege de Sovjet-inval van Afghanistan, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog.
In Russische Spelen reconstrueert Rolf Bos de gebeurtenissen rondom de Spelen van 1980 in Moskou. Ruim zestig landen volgden het Amerikaanse voorbeeld, maar een Nederlandse afvaardiging met daarbij Gerard Nijboer ging wel. Net als de Britse atleten Sebastian Coe en Steve Ovett, die legendarische gevechten leverden op de 800 en 1500 meter. Net als in zijn bestseller Een Duitse zomer laat Bos zien hoe troebel de relatie is tussen politiek en sport.
ISBN | 9789021491219 |
---|---|
Aantal pagina's | 336 |
Datum van verschijning | 20240606 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 150 mm |
Hoogte | 230 mm |
Dikte | 26 mm |