Te waar om mooi te zijn
Frank Westerman schrijft het best vanuit een persoonlijke drijfveer
Frank Westerman Vooral de lange, persoonlijke verhalen in zijn nieuwe bundel, laten hem zien als de literator onder de journalisten.
Kan je een meeslepend verhaal schrijven over de eventuele aankoop van een boek, over de afbraak van een dam in Normandië of over de TT in het Drentse Assen? Jazeker. Als je er tenminste voor zorgt dat het verhaal eigenlijk niet draait om de aanschaf van dat boek, over die ene dam of over een motorrace die een keer per jaar wordt gehouden.
Eigenlijk gaat het om iets anders. Over het breken met misplaatste zuinigheid die voortkomt uit een calvinistisch verleden, over de twijfels over je eigen verleden als geëngageerd dammenbouwer, of, in het geval van de TT, over de zoektocht naar de ziel van de Drent, het verschil tussen zand-Drenten en veen-Drenten, en hoe moeilijk het is om als geïmporteerde Hollander een Drent te worden, zelfs met het inburgeringsboekje Het Drentse Volkskarakter in de hand.
Westerman deed dit eerder, in boeken als De graanrepubliek of El Negro en ik. Het zijn persoonlijke zoektochten, verrijkt met journalistiek onderzoek en geschiedschrijving. Westerman geeft zo de feiten een nieuwe lading en weet hoe hij een verhaal boeiend moet houden, een vorm die hij zelf graag bestempelt als ‘literatuur van de feiten’.
Ronkende volzinnen
En dat blijkt het beste te werken als Westerman de tijd en de ruimte neemt om zijn verhaal te vertellen. Met relevante uitweidingen, verduidelijkingen en mooie, ronkende volzinnen en zelfs af en toe een grapje. De langere reportages in het boek Te waar om mooi te zijn, zoals openingsverhaal ‘De Aanschaf’, steken er bovenuit. De aanschaf gaat over Westermans twijfels om een originele Escher te kopen, terwijl hij tijdens zijn zoektocht ook stuit op een eerste druk van Pithecanthropus Erectus, een baanbrekend boek van Eugène Dubois op het gebied van de menselijke evolutie, over de ontbrekende schakel tussen aap en mens.
Westerman deelt herinneringen aan eerdere aankopen en bijna-aankopen, zijn teleurstellingen en twijfels, hij citeert uit appjes met zijn zus en deelt de kennis die hij verzamelt tijdens zijn zoektocht. Tot je hoopt dat het uiteindelijk tot een aankoop komt, die niet langer een aankoop is, maar een verzetsdaad tegen jarenlang opgekropte frustratie over een door calvinisme geïnspireerd zuinig, misschien zelfs vrekkig leven.
Net als andere reportages verscheen ‘De Aanschaf’ eerder in de krant, maar er is ook nieuw werk. Het allermooiste verhaal in deze bundel is het nieuwe ‘De zalm die lacht’. Westerman gaat op reportage in Normandië, waar zogenaamde ‘damslopers’ hun slag hebben binnengehaald: een dam wordt afgebroken en het bijbehorende stuwmeer verdwijnt om opnieuw plaats te maken voor een wilde rivier en, hopelijk, de zalm. Westerman heeft een persoonlijke reden om naar Normandië te trekken. Als waterbouwkundig ingenieur is hij opgeleid om water tegen te houden. Nu wil hij uitzoeken of hij voor de verkeerde zaak heeft gestreden. Hij haalt herinneringen op aan zijn studententijd in Tunesië, aan zijn stage in Peru en schuift aan bij oud-studiegenoot, professor Rutgerd Boelens. Karl Marx en de Spaanse dictator Franco passeren de revue, net als de Franse filosoof Bruno Latour, een inspirator voor de damslopers. Het is een verhaal over een kantelend wereldbeeld, over groen-verschuiving, over de verhouding van de mens tot de natuur, en is daarom ‘vintage Westerman’.
Ryszard Kapuscinski
De reportages worden aangevuld met enkele lezingen en andere teksten die Westerman schreef. Het standbeeld dat hij optrok voor een van zijn helden, de Poolse reportageschrijver Ryszard Kapuscinski, wordt hier terecht herhaald, maar andere stukken beklijven minder. Het titelverhaal, met verwijzingen naar Gerard Reve, kan voor de insider of de student journalistiek nog interessant zijn, voor andere lezingen geldt dat minder. De verhalen waar de persoonlijke drijfveer minder prominent naar voren komt, zijn weliswaar mooi geschreven, maar minder meeslepend. Het is duidelijk dat Westerman die persoonlijke drive nodig heeft om echt te boeien, te verwonderen.
Westerman is een marathonloper, hij heeft ruimte en tijd nodig om zijn verhaal te kunnen doseren, om de lezer erin mee te nemen. Als hij zich aan de kortere afstand waagt, loopt het soms vast. Het doet verlangen naar de volgende reportage in boekvorm.
27-05-2022 Dirk Vandenberghe
Moord en doodslag op Spitsbergen, bezien vanuit de ijsbeer.
Overlevingskunst in Auschwitz.
Venetië dat met paleizen en al verzuipt – of toch net niet.
‘Echt gebeurd is geen excuus’, zegt Reve: de werkelijkheid is te mooi om waar te zijn. Of is het omgekeerd?
Te waar om mooi te zijn bundelt veertien tijdloze, onvergetelijke verhalen van meesterverteller Frank Westerman. Door haarscherp de uitzondering uit de werkelijkheid te knippen, toont hij de lezer de contouren van de regel.
ISBN | 9789021437064 |
---|---|
Aantal pagina's | 312 |
Datum van verschijning | 20220401 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 137 mm |
Hoogte | 215 mm |
Dikte | 27 mm |