Tropenjazz
Jazz Begin vorige eeuw brak vanuit Amerika ‘de jazz craze’ uit, ook in Nederlands-Indië. Daarover is nu een grondig, rijk geïllustreerd boek verschenen.
Dit is óók Indië, dit is Batavia in 1920: het Casino-Café opent zijn deuren en krijgt al gauw de roep een ondeugend Paradijs des Vermaaks te zijn. Het etablissement is gemodelleerd naar Amerikaanse cabarets en biedt, naast een uitgelezen keur aan cocktails, de Casino Jazz Band met buitenlandse en Indo-Europese musici en zangeressen, The Casino Girls. Tot diep in de nacht spelen ze, en ‘alle duivels uit de hel breken los’. Een journalist van Het Nieuws van den Dag voor Nederlands-Indië noteert op 7 oktober vol aversie jegens de ‘lawaai-bende’: ‘Heel het Bataviasche uitgaande publiek schijnt op het oogenblik bezig om tot den meest primitieven staat van ontwikkeling terug te vallen.’
Dit is het begin van een niet te stuiten ontwikkeling. Heel blank Nederlands-Indië is in de ban van de nieuwste muziekvorm uit Amerika. De ‘wilde jazz’ en ook de ‘lichte, prettige, beschaafde amusementskunst’ klinken, behalve in pikante clubs, ook in nette etablissementen als Hotel des Indes, Hotel der Nederlanden, sociëteit Concordia en de Planten- en Dierentuinzalen. Het is de tijd van dansmuziek, van ‘de jazz age, de jazz craze’ die na de Eerste Wereldoorlog vanuit Amerika naar Europa en verder door naar Nederlands-Indië waait. Ook de grammofoon, films, de welvaart van de blanken en de invloed van Amerika dragen bij aan de populariteit van de jazz. De Roaring Twenties doen de Eerste Wereldoorlog vergeten en razend geliefd is het cheek to cheek-dansen. Dansen op jazz is seksueel geladen.
Met de verschijning van het rijk geïllustreerde Tropenjazz. Jazz in Indië 1919/1950 van muziekhistoricus Henk Mak van Dijk (1955) is die muzikaal onstuimige tijd nauwgezet in kaart gebracht. De auteur put uit een onafzienbare stroom archieven en journalistieke bronnen. Toch is veel materiaal in de loop van de tijd verloren gegaan, helaas ook de muziek gebracht door Indonesische muzikanten. De jazz in het vroegere Indië en vooral de swingende dansfeesten onder de palmen lijkt één groot blank genotsfeest, al was er, ook door blanke fatsoensrakkers, veel verzet tegen ‘hotjazz’ en ‘kreungezang’. Zelfs in de Japanse interneringskampen was de liefde voor jazz niet tegen te houden en na de oorlog werd de jazz opnieuw populair, vooral de bebop. Geliefd was de Indo-rockband The Timor Rhythm Boys die, na migratie naar Nederland, als The Tielman Brothers de oerband van de Nederlandse rock ‘n’ roll werd.
Via de invalshoek van amusementsmuziek krijgen we een bijzondere inkijk in de Oost. Blank Indië krijgt de allure van Hollywood. De musici waren voornamelijk van Indonesische en Nederlands-Indische afkomst, dus de jazz ging door de rassen en standen heen.
Met zijn enorme kennis zou het interessant zijn geweest als Henk Mak van Dijk zich had gemengd in de hedendaagse, vaak fel gevoerde discussies over ons koloniale verleden. Uit zijn boek blijkt dat jazz óók de ontmoeting is tussen de heersende elite en de gekoloniseerde bevolking. Was er sprake van verzoening, wederzijds begrip? Of toch niet? Vragen die strikt genomen buiten Tropenjazz vallen, maar waarop je het antwoord graag zou willen weten.
ISBN | 9789083009001 |
---|---|
Aantal pagina's | 304 |
Datum van verschijning | 20190523 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 240 mm |
Hoogte | 300 mm |
Dikte | 30 mm |