Over veel verzen van Hans van de Waarsenburg hangt een waas van weemoed. Zijn nauwkeurige stemmingsvolle beelden reiken naar de verte. Er spreekt niet alleen een verlangen uit naar de horizon die voor ons ligt en die tot reizen noopt, in deze bundel ligt de verte ook in het verleden. Met zijn gedichten roept Van de Waarsenburg de dromen en verlangens van vroeger op. Des te scherper komen daarbij in dit retrospectief de beelden naar voren van de mensen die hun leven al hebben verloren. Want met de weemoed wil de dichter het onverbiddelijke niet verzoenen of onzichtbaar maken. Daarom eindigt de bundel met een viertal 'kale', aangrijpende in memoriam gedichten voor gestorven vrienden.