‘Wie van namedropping houdt kan in de gedichtenbundel Wiggelied verre verwantschappen met Jan Arends, Anna Świrszczyńska en zelfs Elsa Lasker-Schüler lezen, maar Margriet Westervaarder heeft toch vooral haar eigen stijl om de grote thema’s in te verdichten: jeugd, pijn, afscheid en verzoening. De gedichten zijn nuchter en wars van sentiment, waardoor ze des te harder aankomen. Wiggelied is zintuiglijk, zinnelijk, angstaanjagend, ongemakkelijk, ontroerend, hartstochtelijk en vooral: aangrijpend mooi. Flonkerende, diamantscherpe gedichten van een eigenzinnig dubbeltalent.’ – Ingmar Heytze
ik heb een lepel om brood te snijden
roest om de kachel te stoken
grint om een muur te bouwen
rode menie voor mijn lippen
ik heb schriften en diploma’s
zakdoeken met rozengeur
gezellige vazen
bergschoenen en een waterpas
ik heb carbonpapier
voor liefdesbrieven
en mezelf
een meisje voor dag en nacht
‘Alles wil waar zijn’ is een levensprincipe van Margriet Westervaarder dat zijn weerslag vindt in haar poëzie. Ze vertaalt levensthema’s naar herkenbare ervaringen. Haar taal is beeldend. Geen wonder want naast dichter is ze ook beeldend kunstenaar. Zie ook www.margrietwestervaarder.nl. In 1990 verscheen haar dichtbundel lichaam van water in de zee.