Willem V
Hij heeft altijd een slechte pers gehad, deze Willem V, erfstadhouder van de zeven gewesten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Tevens was hij kapitein-generaal en admiraal-generaal van die gewesten en zo formeel de machtigste man van het land. Maar in tientallen schotschriften, schimpdichten, pamfletten en karikaturen komt hij naar voren als zwak, besluiteloos, drankzuchtig en als een onbedaarlijke rokkenjager. Dat beeld is nu aanzienlijk genuanceerd door Olaf van Nimwegen, historicus en auteur van enkele gedegen boeken over Nederland in de achttiende eeuw.
Dit is ook de eerste biografie over Willem V (1748-1806) die zo uitvoerig is en die op zoveel bronnenmateriaal berust. De biograaf kon anders dan bij andere stadhouders het geval was, putten uit de geschriften van zeer veel personen die hem van dichtbij hebben meegemaakt, zoals ambtenaren, hofdignitarissen, diplomaten en regenten, en uit zijn eigen brieven.
Zijn vader, Willem IV, over wie een paar jaar geleden een nog dikkere biografie verscheen, stierf toen Willem V nog maar drie jaar was. Zijn moeder overleed op zijn tiende. De prinsgezinden raakten in rep en roer en benoemden een voogd, Lodewijk Ernst hertog van Brunswijk-Wolffenbüttel, een man van statuur, bijgenaamd de Dikke Hertog, onderbevelhebber van het Nederlandse leger, die verantwoordelijk werd voor de opvoeding van het jonge prinsje. jarenlang was hij diens rijkelijk betaalde, invloedrijke raadsman.
Werkelijk actief op politiek gebied werd Willem V op zijn achttiende, toen hij in 1766 met veel pracht en praal als meerderjarige ingehuldigd werd. Toen werden de zaken serieus en de volgende jaren kon hij zich bezighouden met binnenlandse zaken als legerhervormingen en de kwestie of de verwaarloosde vloot hersteld moest worden. Van Nimwegen loodst hierbij de lezer door de vaak ingewikkelde machtsverhoudingen tussen regenten en orangisten en door de buitenlandse politieke gebeurtenissen. De Republiek maakte een neutrale periode door.
Haagse kermis
De wereld verandert voor Willem omstreeks 1780. Hij wordt in zijn functie geplaagd door eindeloze vergaderingen, audiënties, correspondenties en rapporten, die hij allemaal vol plichtsbesef tegemoet treedt. Het is te veel voor een man die niet kan delegeren en moeite heeft om hoofdzaken van bijzaken te scheiden. Pogingen om hem enige efficiëntie bij te brengen lopen op niets uit. Plichtsbesef en besluiteloosheid zaten elkaar in de weg. Enige ontspanning ervaart hij op de Haagse kermis, wanneer hij zich onder het gewone volk mengt. En verder houdt hij van toneel en muziek.
Er doemen tegenslagen op zoals de Vierde Engelse Oorlog, die eind 1780 begint. Er volgt een onbesliste slag bij de Doggersbank en Groot-Brittannië neemt enkele Aziatische vestigingen van de Nederlanders over. Willem, wiens moeder Engelse was, krijgt de schuld. Inmiddels is de patriottenbeweging in opkomst, die streeft naar aanzienlijke beperking van de stadhouderlijke macht en meer invloed van de burgerij op het bestuur. Het beroemde pamflet Aan het Volk van Nederland verschijnt in 1781 en wakkert de patriotse geest aan als geen ander geschrift.
Heuse burgeroorlog
Daarbij komt nog iets nieuws: de media. Er verschijnen twee fel patriotse kranten, De Post van den Neder-Rhijn en de Politieke Kruyer. Patriotse vrijkorpsen van gewapende burgers worden opgericht en Willem verliest meer en meer de macht over het land en het zicht op de ontwikkelingen. Onder grote druk wordt de Dikke Hertog het land uitgezet, maar de patriotse storm is niet meer te stuiten.
Willem wordt nu niet alleen in geschrifte gekleineerd, maar ook in concreto. Zo wordt hem in 1786 het kapitein-generaalschap in het gewest Holland ontnomen, wat hem niet alleen militair krachteloos maakt, maar ook een aanzienlijke reductie van zijn inkomen betekent. Men kan spreken van een heuse burgeroorlog.
Er vinden schermutselingen plaats tussen vrijkorpsen en het Staatse leger en Willem voelt zich niet meer veilig in Den Haag. Hij trekt zich terug op het Valkhof in Nijmegen. Dat gaat zijn echtgenote Wilhelmina van Pruisen te ver. Ze neemt het initiatief om de zaak recht te trekken door naar Den Haag te reizen. Dat mislukt door de bekende aanhouding bij de Goejanverwellesluis, een belediging die niet ongewroken kan blijven. Haar broer, de koning van Pruisen, eist genoegdoening en wanneer hij die niet krijgt organiseert hij een invasie van 30.000 manschappen in de Republiek. De patriotse legertjes zijn geen partij voor die geharde en gedisciplineerde Pruisen. Een voor een worden ze opgerold en wanneer in oktober ook hun laatste bastion Amsterdam valt, is alles voorbij. Duizenden patriotten ontvluchten het land, bang voor de orangistische wraak, die inderdaad volgt in de vorm van dagenlange vervolgingen van patriotten en plunderingen van hun huizen.
In de jaren hierna betoont Willem zich standvastig wanneer in 1793 en nogmaals in 1794 de Franse revolutionaire legers naar het noorden oprukken. Maar het is gedaan als Pruisische en Britse hulptroepen uitblijven en als in januari 1795 de Fransen over de grote bevroren rivieren trekken. Ze maken een eind aan het stadhouderlijk stelsel. De Bataafse Republiek komt hiervoor in de plaats.
De Oranjelijn voortzetten
Het stadhouderlijk gezin vlucht halsoverkop naar Engeland. Willem zal daar enkele jaren wonen en koestert vergeefs nog enige hoop om ooit terug te kunnen keren. Vanaf 1801 vestigt hij zich in een van zijn Duitse erflanden, in slot Oranienstein. In 1806 sterft hij. Wilhelmina overlijdt in 1820. Hun oudste zoon zal de Oranjelijn voortzetten als koning Willem I.
Van Nimwegen geeft een gedetailleerd beeld van deze laatste stadhouder met een nadruk op de politieke en militaire verwikkelingen. Het lijkt alsof de zo cruciale patriottentijd er bekaaider afkomt dan de jaren ervoor; en iets meer aandacht voor de sociaal-economische kant van het land zou meer context hebben gegeven.
Het boek wil geen rehabilitatie zijn, maar er rijst toch een veel positiever beeld op dan er tot nu toe van Willem V bestond. Geen onsympathieke man, geen nietsnut met de aan hem toegedichte uitspattingen. Iemand met een goed geheugen, eerlijk en eerzaam en toegankelijk voor zijn onderdanen. Iemand in een onmogelijke positie omdat hij wel in was voor hervormingen, maar daarbij gehinderd werd door zijn dichtgetimmerde stadhouderlijke plichten. Hij wilde eigenlijk helemaal geen stadhouder zijn. Liever was ik boer, schrijft hij ergens, of in een depressieve bui: liever nog dood. Van Nimwegen noemt hem een paar keer een ADHD-patiënt. Als Willem V toch een modern etiket opgeplakt moet krijgen dan zou ik hem eerder een goedwillende control freak noemen.
OLAF VAN NIMWEGEN (1967) is tweevoudig winnaar van de Schouwenburgprijs voor militair-historische studies. Hij is geaffilieerd onderzoeker aan het Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Kunstgeschiedenis (OGK) van de Universiteit Utrecht. Hij schreef onder andere ‘Deser landen crijchsvolck’. Het Staatse leger en de militaire revoluties 1588-1688, Te vuur en te zwaard. De militaire ontwikkeling van Europa, 1315-1914 en De Nederlandse Burgeroorlog (1748-1815).
ISBN | 9789044648218 |
---|---|
Aantal pagina's | 432 |
Datum van verschijning | 20230628 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 161 mm |
Hoogte | 235 mm |
Dikte | 40 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres