De eerste foute man
De Amerikaanse filmmaker, beeldend kunstenaar en schrijver Miranda July is een genre op zich. De wereld leerde haar kennen dankzij de filmhuis-hit You and Me and Everyone We Know (2005), waaruit me naast de stuntelige liefde tussen een amateur-videokunstenaar en een gescheiden schoenenverkoper, vooral de chatsessies van diens zoons zijn bijgebleven. (De twee ontwikkelen een emoticon voor ‘heen en weer poepen’, wat de volwassen vrouw aan de andere kant van de lijn intrigeert.)
Sindsdien schreef July korte verhalen, maakte ze met The Future een film over een uitgeblust koppel dat een bejaarde kat adopteert (tevens de verteller van de film), en werkte ze aan interactieve multimediaprojecten die het publiek moesten helpen bij zelfontdekking.
Hoe idiosyncratisch haar oeuvre is, blijkt wel uit de labels die erop zijn geplakt, maar die nooit helemaal voldoen. Hipster-cool. (Maar wat is er cool aan de sociale kwellingen van haar hoofdfiguren? Maar wat is er zijig aan jochies die over poepseks chatten?) Het is, kortom, beter weg te blijven bij terminologie die stijl en attitude dekt en de thematische constante te benadrukken: dat elk mens seksueel uniek is, insulair en wanhopig op zoek naar verbinding.
Fitnessmarkt
Zo ook weer in haar debuutroman De eerste foute man. We maken kennis met Cheryl Glickman, een alleenstaande vrouw van middelbare leeftijd die bij een instelling werkt die ooit zelfverdedigingscursussen aanbood, maar zich inmiddels op de fitnessmarkt richt. Cheryl heeft een laag zelfbeeld en dito verwachtingen van het leven. Ze leeft alleen en volgens een systeem dat ervoor zorgt dat ze niet zal vervuilen in perioden van somberheid. (Ze heeft bijvoorbeeld zo min mogelijk serviesgoed in gebruik.).
Cheryl loopt ook bij een kleurentherapeut om van de stressbal in haar keel af te komen en ze is gevoelig voor magisch denken. (‘Niemand weet waarom het verscheuren van een naam ervoor zorgt dat diegene je belt – de wetenschap heeft er geen verklaring voor. De naam doorkrassen werkt ook.’).
Maar haar grootste obsessies betreffen haar oudere collega Phillip en Kubelko Bondy, de baby waarmee Cheryl als negenjarige een band voelde en die zich sindsdien in vele andere baby’s lijkt te manifesteren. ‘Het is maar één baby, maar hij wordt door verschillende baby’s gespeeld,’ aldus Cheryl. ‘Of belichaamd, misschien is dat een beter woord ervoor.’
Wat De eerste foute man bijzonder maakt, is het gemak waarmee July ons meeneemt in de denk- en leefwereld van deze gekwelde vrouw. Ze zet vanaf de eerste pagina Cheryls stem zo duidelijk neer, dat we al haar wanen geloven. Niet in de zin dat we denken dat ze kloppen, maar in de zin dat het geloofwaardige wanen zijn, die niet erg verschillen van de alledaagse (en minder alledaagse) waaraan we zelf lijden.
Tegelijk speelt July een geraffineerd spel met de vertekende kijk van Cheryl. Phillip, met wie Cheryl meent door de eeuwen heen veelvuldig een relatie te hebben gehad, wordt steevast in liefdevolle, vergoelijkende termen beschreven, terwijl bij de lezer direct het oude-vieze-engerd-alarm afgaat. Zeker wanneer Phillip via sms’jes Cheryls akkoord vraagt voor seksuele handelingen met de zestienjarige Kirsten. (IK MOEST JE VAN HAAR LATEN WETEN DAT IK HAAR DOOR HAAR SPIJKERBROEK HEEN HEB GEVINGERD. VOLGENS ONS TELT DAT NIET. GEEN ORGASME.)
Stinkvoeten
Wat Cheryls wereld uiteindelijk op de kop zet, is Clee, de twintigjarige dochter van haar werkgevers. Clee heeft tijdelijk onderdak nodig, en wordt bij Cheryl op de bank gestald. Daar hangt ze voor de tv, met haar wulpse vormen en haar stinkvoeten, openlijk vijandig en niet bereid tot enige inspanning. Cheryls systeem is al snel niks meer waard in die oorlogssfeer. ‘De strijkkamer en de slaapkamer waren mijn domein, de woonkamer en de keuken het hare. […] Als ik honger kreeg, repte ik me stiekem, ineengedoken de keuken in, als een dief.’
Maar July zou July niet zijn, als de situatie niet een seksuele lading zou krijgen Wanneer er een handgemeen plaatsvindt, ontdekt Cheryl dat het haar stress doet afnemen en dat ze zich even Phillip waant, die met zijn geslacht Clee overmeesterd. Maar ook Clee lijkt iets uit de gevechten te halen, want al snel worden het dagelijkse knokpartijen op afspraak, die uiteindelijk de weg plaveien voor een lesbische affaire. Dit klinkt grotesk, en dat is het ook. Het is in deze fase dat de constructie van de roman kraakt. Maar die is dankzij Cheryls stem inmiddels zo sterk, dat ze wel wat druk verdragen kan.
Het laatste deel van het boek is ijzersterk. Clee, die inmiddels een baantje heeft, blijkt zwanger van een onbekende vader. Vanaf dat moment wordt De eerste foute man een boek over moederschap, de kracht van de band met een kind, de diepe angst tekort te schieten, de zelfoverwinning die ouderschap vereist en mogelijk maakt. Veel zal van Cheryl afhangen, want Clee is een moeder tegen wil en dank. (Zelf noemt ze zich op zeker moment de ‘tante’ van baby Jack.) Niet alleen Cheryl maakt zo een ontwikkeling door, maar ook het hele boek. Van pijnlijk-geestig, via grotesk naar wijs en ontroerend. Dus laat ik me maar niet aan een label wagen.
Als Cheryl zich laat strikken om de excentrieke eenentwintigjarige dochter van haar werkgevers een tijdje in huis te nemen, wordt haar geordende wereldje volledig op zijn kop gezet. Toch slaagt uitgerekend de egoïstische, wrede, losbandige Clee erin Cheryl met haar neus op de feiten te drukken en haar onverwacht de liefde van haar leven te bezorgen.
Miranda July is een veelzijdige auteur met een volstrekt originele stem, en De eerste foute man is haar schaamteloze, geestige en desoriënterende debuutroman.
'Ik reed naar de dokterspraktijk alsof ik de hoofdrol had in een film waar Phillip naar zat te kijken: raampjes omlaag en met maar één hand aan het stuur. Bij rode stoplichten hield ik mijn blik mysterieus naar voren gericht. Wie is dat? vroegen mensen zich misschien af. Wie is die middelbare vrouw in die blauwe Honda?'
ISBN | 9789023490852 |
---|---|
Aantal pagina's | 288 |
Datum van verschijning | 20140316 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 215 mm |
Dikte | 25 mm |