Werkend aan de eerste twee delen van zijn cyclus 'Homo Duplex', Moeilijke voeten en Knooppunt Hellegat, merkte A.F.Th. van der Heijden dat er onder zijn handen een extra roman aan het ontstaan was. Hij voegde het boek, De Movo Tapes, gezien het preluderende karakter ervan, als Homo Duplex 0 aande cylcus toe.
De verteller, die zich tooit met de codenaam QX-Q-8, onthult hoe hij na de dood van Tibbolt 'Movo' Satink diens vol gesproken cassettebandjes weet op te sporen. Wekenlang beluister hij ze, en zo ontrolt zich Movo's levensloop, die ooit door QX-Q-8 zelf ingrijpend en onherstelbaar werd gemanipuleerd.
Regelmatig onderbreekt QX-Q-8 het beluisteren van de tapes om een Rotterdamse geschiedenis uit het jaar van Movo's geboorte op te rakelen. Daarin speelt hijzelf een rol als pornofotograaf.
De twee verhaallijnen slingeren zich om elkaar heen, zoeken elkaar als het ware, en 'vinden' elkaar tenslotte in het telefoongesprek dat de hooliganveldslag bekrachtigt, te ondernemen bij knooppunt Hellegatsplein.