De wereld is een gerucht
De verbeeldingswereld van Nir Baram (Jeruzalem, 1976) wordt bepaald door angst. Dat is niet zo vreemd, want voordat hij tien jaar geleden doorbrak als schrijver redigeerde hij Dostojevski-vertalingen bij een Israëlische uitgeverij. Van de Russische angstkunstenaar moet hij toen hebben geleerd hoe je een surrealistische wereld kunt scheppen waarin onduidelijk is wat echt gebeurt en wat niet.
In zijn debuutroman Goede mensen (2012) lukte hem dat verrassend goed. De twee hoofdpersonen uit dat boek, een succesvolle marketeer in dienst van de nazi’s en een jonge medewerkster van Stalins geheime politie, vluchten beiden in hun dromen als ze het echte leven, waarin door hun toedoen mensen worden vermoord, niet meer aankunnen. Die dromen eindigen in nachtmerries, die vervolgens werkelijkheid worden.
Ook in zijn volgende romans Wereldschaduw (2015) en Aan het einde van de nacht (2020) was de scheidslijn tussen droom, nachtmerrie en werkelijkheid flinterdun, wat het verhaal een hallucinerende sfeer gaf, die behalve aan de wereld van Dostojevski, ook aan die van schrijvers als Bruno Schulz en David Grossman doet denken.
In zijn onlangs vertaalde, vierde roman De wereld is een gerucht is hem dat opnieuw gelukt. En wel in de vorm van een herhalingsmanoeuvre op een parallelspoor. Want Baram keert in dit boek terug naar Aan het einde van de nacht, alsof hij nog niet genoeg heeft van de daarin opgevoerde, tragische personages.
Nog altijd draait alles om het raadsel van de zelfmoord van de 35-jarige Joël, een succesvolle jurist, die van het ene op het andere moment uit het leven is gestapt en daarmee zijn beste vriend, de even oude schrijver Jonatan, in verbijstering heeft achtergelaten. Heen en weer springend in de tijd, van 2020 naar de late jaren negentig, laat Baram Jonatan de waarheid achter Joëls dood verder ontdekken. Hierbij benadrukt hij nog diepgravender dat de vriendschap tussen beide mannen getekend is door verraad en teleurstelling.
Verlammend gevoel
Als de moeder van Jonatan eind jaren negentig aan kanker overlijdt, is haar zoon zo van slag dat hij de waarheid een draai geeft om die te kunnen accepteren en zelf overeind te blijven. In De wereld is een gerucht, dat je als een zelfstandige roman kunt lezen, helpt dat kunstje Jonatan niet meer. Vier jaar na de dood van Joël heeft hij nog altijd geen rust in zijn hoofd. In plaats daarvan wordt hij gekweld door prangende herinneringen aan zijn vriend en vraagt hij zich voortdurend af of diens dood te voorkomen was geweest.
Om van dat beklemmende gevoel verlost te raken – hij kan zelfs niet meer schrijven – zoekt Jonatan zijn zielenheil bij een paragnost die herinneringen kan ‘vergrijzen’ en dromen kan terugbrengen. Met het bezoek aan dat medium begint de roman, waardoor je meteen in een surreële wereld belandt.
In het tweede hoofdstuk keert Baram vanuit 2020 terug naar het einde van de jaren negentig, toen eerst Jonatans moeder overleed en daarna Joël uit het leven stapte. Nu verschijnt ook Tali op het toneel, die op de middelbare school de geliefde van Joël werd. Na hun eindexamen ging hun relatie aan en uit, tot op een gegeven moment Jonatan iets met Tali kreeg, wat hem zijn vriendschap met Joël kostte. Algauw ontdek je nu dat hier Joëls desillusie over het leven is begonnen.
Het is Jonatans vriend Kobarski, die hem in diezelfde jaren negentig van zijn schuldgevoel probeert te genezen door hem voor te houden dat het heel gewoon is als je verliefd wordt op degene op wie vrienden van je verliefd zijn, ‘want je gelooft dat zij het beter weten dan jij.’ Het is een waarheid als een koe, die alles zegt over Jonatans bewondering voor Joël. Als Kobarski daaraan ook nog eens toevoegt dat Jonatan sinds zijn middelbare-schooltijd nog altijd wrok jegens Joël koestert, omdat die op een gegeven moment met populairdere en machtigere klasgenoten omging, lijkt de ‘heilige’ vriendschap tussen Jonatan en Joël pas echt van een donker randje te worden voorzien. En dan komt weer dat ellendige schuldgevoel bovendrijven, dat door Joëls zelfmoord alleen maar zal worden versterkt.
Verwijdering
Na Joëls dood raakt Jonatan steeds verder verwijderd van zowel zijn vrienden als zijn vrouw Sjira en zoontje Itamar. Baram zet die ontwikkeling haarscherp neer, want hierom lijkt het in deze broeierige roman te gaan. Zo besef je ineens dat Jonatan ook vroeger al de schone schijn ophield, en dat hem dat na Joëls dood niet meer lukt. Zijn optimistische masker moet hij afleggen, of hij wil of niet. Zijn huwelijk met Sjira is van een ‘holle bedroefdheid’ geworden en eindigt in een scheiding. En dan lees je: ‘… al die jaren had hij het gevoel dat hij altijd toneelspeelde voor mensen, dat alleen Joël en Tali, die hem van jongs af kenden, en de wadi en de fantasiewerelden en de nederlagen, hem konden zien of op zijn minst in de buurt konden komen, en iedereen die hem had ontmoet nadat hij naar Tel Aviv verhuisd was, zou zijn oorsprong niet meer zien, die geen dag ophield tegen hem te praten uit de spookstraten in de wijk uit zijn jeugd.’ Alleen al uit zo’n lange, meanderende zin maak je op dat Baram wil laten zien hoe indringend een trauma zich bij iemand kan ingraven en iemands hele leven kan verpesten.
Op zijn beurt ontdekt Jonatan geleidelijk aan dat niet alleen de dood van Joël hem de ogen heeft geopend voor wie hij werkelijk is, maar ook het overlijden van zijn moeder. Als ouder heeft ze hem verraden door hem te laten blijken teleurgesteld in hem te zijn geweest. Die afwijzing blijkt hem nu meer te hebben getekend dan hij lange tijd heeft willen toegeven. Alsof hij pas nu begrijpt waarom na haar dood het gezin uiteenviel.
Het verhaal bereikt een climax als Jonatan erachter komt dat ook Joël bij de herinneringvergrijzer op consult is geweest. De paragnost wordt vanaf dat moment Jonatans laatste hoop om opheldering over de beweegredenen van zijn vriend te krijgen. Want koste wat het kost wil hij weten waar en waarom het misgelopen is met zijn vriend en wat zijn rol daarbij is geweest. Het antwoord op die vragen ligt begraven in de wadi voor het huis in Jeruzalem, waar beide jongens opgroeiden. Alsof zich daar het verborgen paradijs van de kinderjaren bevindt, waar de volwassenen met al hun leugens en bedrog niet worden toegelaten.
ISBN | 9789403186313 |
---|---|
Aantal pagina's | 304 |
Datum van verschijning | 20230216 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 215 mm |
Dikte | 23 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres