De Wolga ontspringt in Europa
Malaparte schreef over de vreemde schoonheid van een bevroren soldaat
Curzio Malaparte De Italiaanse schrijver en oorlogscorrespondent versloeg van 1941 tot 1943 de oorlog tegen de Sovjet-Unie en raakte geleidelijk aan van de Russen onder de indruk.
De oorlog van Vladimir Poetin in Oekraïne heeft een nog veel bloediger voorganger. Op 22 juni 1941 viel Hitler met een leger van drie miljoen manschappen de Sovjet-Unie binnen om Lebensraum te veroveren, af te rekenen met het communisme, de Slavische volkeren te onderwerpen en de Joden uit te roeien. Anders dan nu verliep het offensief van de agressor aanvankelijk voorspoedig. Met name in de Oekraïense Sovjetrepubliek werd het Duitse leger soms met open armen ontvangen door de lokale bevolking, die zwaar geleden had onder de Stalinterreur.
De Italiaanse schrijver, diplomaat en oorlogscorrespondent Curzio Malaparte (pseudoniem van Kurt Erich Suckert, 1898-1957) deed voor het dagblad Corriere della Sera tussen juni 1941 en juni 1942 aan Duitse zijde verslag van die Russische veldtocht. Na zijn terugkeer in Italië, in 1943, bundelde hij zijn reportages in enigszins gewijzigde vorm – te velde werd hij beperkt door de Duitse censuur – onder de titel De Wolga ontspringt in Europa (Il Volga nasce in Europa). Het resultaat doet in sommige opzichten denken aan Kaputt, zijn in 1944 als roman gepresenteerde mengeling van oorlogsreportage, kroniek, historisch essay en barokke lyriek over de strijd aan het Finse front, het getto van Warschau, de uitroeiing van de Joden in het Roemeense Iasi, en zijn bizarre ontmoetingen met SS-chef Heinrich Himmler en de Duitse gouverneur-generaal van Polen, Hans Frank.
Zo is ook De Wolga ontspringt in Europa een literair en soms surrealistisch verslag van een oorlog, waarbij wreedheden worden afgewisseld door filosofische bespiegelingen over onder meer schoonheid, de natuur en de menselijke conditie. Je merkt het al in de eerste reportage ‘De raven van Galati’, waarin Malaparte over de Duitse opmars in Sovjetrepubliek Moldavië schrijft: ‘De bergen van de Dobroedzja, ver aan de horizon, schragen dit fluïde landschap, zijn lage huizen, zijn moerassen, zijn lichte nevelen, en lijken van ver op de Tifata, die boven Capua ligt, ze hebben datzelfde blauwige kwijnen, dezelfde groene schakeringen, dezelfde romantische, delicate onschuld.’
Botsende ideologieën
Deze keer is het Malaparte echter ook te doen om de botsing tussen twee ‘Europese’ ideologieën, die van de Duitse burger- en die van de bolsjewistische arbeidersmoraal, waarbij zijn sympathie naar de laatste uitgaat. Het heeft alles te maken met zijn eigen politieke omslag. Sympathiseerde Malaparte in de jaren twintig nog met Mussolini, in de jaren dertig kwam hij verschillende keren met diens beweging in aanvaring en werd hij enkele keren gevangengezet. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef hij verdacht in de ogen van de fascisten, zodat hij zich ver van Rome veiliger voelde dan in eigen land.
Naarmate je vordert in De Wolga ontspringt in Europa merk je Malapartes toenemende sympathie voor het communisme, al moet je hem vooral als een non-conformist zien, die de dingen het liefst zo objectief mogelijk neerzet. Net als in Kaputt is die objectiviteit de grote kracht van dit boek. Zo beschrijft hij de Wehrmachtsoldaten met wie hij optrekt als gewone, aardige jongens, die het soms behoorlijk zwaar hebben, maar overtuigd zijn van hun uiteindelijke overwinning. Ook ontdekt hij waarin hun kracht ligt, namelijk in dat ze alles ‘Schnell! Schnell!’ doen.
Zijn bewondering voor de bolsjewieken blijkt vooral wanneer hem tijdens de Duitse opmars opvalt hoezeer de moezjiek – de klassieke Russische boer in zijn Tolstoj-hemd – als gevolg van Stalins collectivisatie van de landbouw veranderd is in een moderne landarbeider in overall, die gedisciplineerd in een collectief boerenbedrijf werkt waar hij zich tien jaar eerder nog tegen had verzet. Ook meent hij dat het Rode Leger het ‘enige ware sociale Sovjetlichaam’ is, omdat hier de nieuwe mens en de techniek op een ideale manier zouden samenkomen.
Opmerkelijk is dat als Malaparte met de Wehrmacht het Oekraïense stadje Jampol binnentrekt er langs de weg Joodse vluchtelingen om brood bedelen. In zijn beschrijving van die situatie doen de Duitse soldaten allervriendelijkst tegen hen. Die vriendelijkheid ontbreekt geheel in Kaputt, waarin juist beschreven wordt hoe de SS de Joden van Iasi op beestachtige wijze vermoordt.
Over die Joodse vluchtelingen, die volgens hem na het verder trekken van het Duitse leger weer terug zullen keren naar hun verwoeste huizen. lees je vervolgens: ‘Het menselijk leven is een ijselijk taaie plant, die niet kapot te krijgen is. Het is een prachtige, angstwekkende kracht.’ Blijkbaar wist hij toen nog niet wat hun te wachten stond.
Surrealistisch hoogtepunt
Zoals Malaparte in Kaputt een literair-surrealistisch hoogtepunt bereikt met zijn magische beschrijving van een groep bevroren paarden in een Fins meer, zo schittert hij in De Wolga ontspringt in Europa met die van in een rivier verdronken en bevroren Sovjetsoldaten aan het Noordfront tijdens het beleg van Lenin-grad. ‘In het ijs, in het doorzichtige glas gedrukt verscheen onder mijn zolen een rij beeldschone mensengezichten. Een rij maskers van glas. (Als een Byzantijnse icoon.) Die me aankeken, aanstaarden. De lippen waren fijn, versleten, de haren lang, de neuzen scherp, de ogen groot.’
Op zo’n moment verkrijgt de oorlog behalve een dramatisch gezicht ook een zekere mate van schoonheid, die alles te maken heeft met, zoals Malaparte schrijft, ‘het mededogen van de mens met zijn soortgenoot’. Zoiets zou doorslaggevend moeten zijn om oorlogen voorgoed tot het verleden te laten behoren.
Bij Malaparte levert zo’n ervaring alleen bewondering voor die Sovjetsoldaten op, omdat zij de dood met een ‘gulzige onverschilligheid’ aanvaarden. En al doet hij zijn best om de oorlog niet als een strijd van Europa tegen een Aziatische horde te zien, zoals de Duitsers propageren, hij concludeert wel degelijk dat niets menselijks en niets onmenselijks het Russische volk vreemd is. De recente gebeurtenissen in het Oekraïense Boetsja, Marioepol en Kramatorsk bewijzen vooralsnog het laatste.
15-4-2022 Michel Krielaars
ISBN | 9789083212739 |
---|---|
Aantal pagina's | 304 |
Datum van verschijning | 20220628 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 135 mm |
Hoogte | 210 mm |
Dikte | 28 mm |