Een onverwachte broederschap
De hel voor de moderne mens: een wereld zonder communicatiemiddelen
Amin Maalouf Zijn nieuwe roman speelt zich af in een wereld zonder communicatiemiddelen. Het leidt tot de hel op aarde.
Dertig jaar geleden schreef Amin Maalouf een feministische toekomstroman, Eeuwig zonder vrouwen, over een wereld waarin alleen nog mannen geboren werden. Daar werd het natuurlijk een ramp, het archaïsch conservatisme kreeg geen weerwoord meer, obscurantisme, ongelijkheid en geweld namen toe.
In zijn recente roman Een onverwachte broederschap stelt Maalouf zich een wereld voor zonder communicatiemiddelen. Het internet valt uit, geen radio meer, kaarsen op tafel en een mobiele telefoon die nergens voor dient – het is zo ongeveer de hel voor de moderne westerse mens. Dat is precies wat Maalouf beoogt in deze nieuwe roman: de hel scheppen, de wereld on hold zetten, de mens uit zijn verdoving losrukken – en dat alles schreef hij nog vóór de pandemie, de wereldwijde crisis waarna, weet u nog, alles anders zou worden.
In Een onverwachte broederschap wonen twee mensen op een piepklein eiland in de Atlantische Oceaan: de verteller Alec Zander, een tekenaar wiens cartoons in verschillende media verschijnen, en een schrijfster die ooit een bestseller publiceerde en sindsdien geen letter meer op papier kreeg. Dat wegvallende contact met de wereld, die fluitende radio, het kan voor Zander maar één ding betekenen: er is een wereldomvattende kernoorlog uitgebroken. Hij zoekt zijn buurvrouw op, drinkt een glas whisky met de laatste smeltende ijsblokken uit haar koelkast en proost met haar op de laatste dag van zijn leven.
Romantische bui
Jaren geleden erfde de verteller de helft van dit eiland van zijn vader die het ooit, in een romantische bui kocht, en verliet hij zijn woonplaats Montreal. Hij bouwde een huis en observeerde de wereld vanuit zijn verafgelegen uitkijkpost – een ideale positie voor zijn dagelijkse cartoons. Alleen bij eb komt er een lange dijkweg vrij en kan hij, op een smalle streep land dwars door de Oceaan, naar het dichtstbijzijnde dorp fietsen. De rest van de tijd is hij aangewezen op de diensten van de veerman, zijn Griekse vriend Agamemnon.
Zo staan na de eerste dertig bladzijden alle elementen klaar die Maalouf nodig heeft voor zijn verhaal, verreweg het urgentste tot nu toe. Het voortbestaan van de mens wordt bedreigd, de veerman beweegt zich tussen mysterieuze werelden en de verteller observeert, doet verslag – precies de positie die Maalouf graag inneemt. Zelf woont de schrijver een flink deel van het jaar op het Île d’Yeu, een eilandje voor de kust van de Franse Vendée, dat alleen per veerboot te bereiken is. Van daaruit toont hij zich al decennia een oplettend, kritisch en verontrust beschouwer. In zijn recentste essay Schipbreuk der beschavingen, de opvolger van De ontregeling van de wereld (2009), gaf de Frans-Libanese schrijver, denker en lid van de Académie Française, zijn visie op de toestand waarin de wereld zich bevindt. En die lijkt op die van de Titanic, zei hij vorig jaar in een interview met deze krant. Overal zag de auteur, die met één been in het Westen staat en met het andere in het Oosten, opvlammende gewelddadige conflicten, religieus fanatisme dat voortkwam uit identiteitspolitiek, overal nam hij polarisatie en morele neergang waar. Optimisme is nooit Maaloufs handelsmerk geweest.
Dat alles weerspiegelt zich in zijn roman, zonder dat het er duimendik bovenop ligt en vóór het verhaal gaat staan. Er worden aanslagen gepleegd in de VS. Een onberekenbaar dictator op de Kaukasus, vol van woede, haat en ‘moordlustige waanzin’, lijkt erachter te zitten. ‘Hoe breng je een fanaticus als hij tot rede?’ vraagt de verteller zich af, ‘hoe ontwapen je hem? Met dreigementen? Embargo’s? Commando-operaties? Precisiebombardementen? Iedereen was als de dood voor een verwoestende escalatie.’ Zinnen die ons in deze tijd bekend voorkomen. De machtigste man ter aarde, de president van de VS, beweegt zijn hand naar de rode knop. Maar dan grijpt een onzichtbare, ‘onverwachte broederschap’ in. Alles valt uit.
Zorgvuldig doseert Maalouf de informatie die wij als lezer krijgen, terwijl hij tegelijkertijd vasthoudt aan zijn stijl van analyserende verslaggever. In een oogwenk ontwikkelt de roman zich tot een fabel, een sciencefictionachtige thriller. Eentje bovendien die teruggrijpt op de Griekse beschaving: het zijn de ‘vrienden van Empedocles’, die de wereld on hold hebben gezet. Empedocles, de pre-socratische filosoof die zich volgens de overlevering in de vulkaan de Etna stortte om aan te tonen dat de dood niet bestond. Zijn ‘vrienden’ zijn afkomstig uit een verborgen parallelle samenleving, en stammen af van ‘het Atheense mirakel’ uit de vijfde eeuw voor Christus. Toen bloeiden de kunsten en de democratie – voor Maalouf, die met zijn Levantijnse achtergrond meerdere identiteiten in zich draagt, een glorieus historisch moment. De schepen van de vrienden van Empedocles liggen ineens overal voor de kust, met een vredesmissie. Als blijkt dat hun artsen alle ziekten kunnen genezen, stroomt de wereldbevolking toe, in de verwachting dat de dood, de enige echte vijand van de mens, definitief overwonnen kan worden. Zo gloort er zowaar enige hoop op de laatste bladzijden van deze magisch-mythologische toekomstroman. Maar dan moet de mens wel – eindelijk – zijn prioriteiten herzien.
24-06-2022 Margot Dijkgraaf
ISBN | 9789022338834 |
---|---|
Aantal pagina's | 302 |
Datum van verschijning | 20220329 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 140 mm |
Hoogte | 217 mm |
Dikte | 32 mm |