- Gratis verzending vanaf €50,-
- Veilige en makkelijke betaalopties
- Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
- Makkelijk bestellen ook zonder account
Raisa Blommestijn (1994) is jurist en filosoof. Zij werkte van 2018 tot en met 2021 als docent en onderzoeker aan de afdeling encyclopedie van de rechtswetenschap van de Universiteit Leiden, waar zij promoveerde op een onderzoek naar de Weimarrepubliek en het verval van democratie. Het spook van Weimar is de handelseditie van dat proefschrift.
Auteur(s) | Raisa Blommestijn |
ISBN | 9789044650754 |
Bindwijze | Paperback |
Aantal pagina's | 448 |
Publicatie datum | 20220513 |
NRC Recensie | 2 ballen |
Breedte | 151 mm |
Hoogte | 231 mm |
Dikte | 37 mm |
Zelfs voor haar fans zal het proefschrift van Raisa Blommestijn lastig door te komen zijn
Raisa Blommestijn, populair onder tegenstanders van het coronabeleid, schreef een proefschrift over de Weimar-republiek. Zelfs haar fans zullen er niet veel plezier aan beleven.
Wie regelmatig naar talkshows bij de commerciële omroepen kijkt of actief is op Twitter kent haar ongetwijfeld. Maar omdat er NRC-lezers zijn die dat niet doen, moet deze recensie toch beginnen met een korte introductie van Raisa Blommestijn.
Raisa Blommestijn is een rechtsfilosofe die grossiert in omstreden opvattingen. Bij omroep Ongehoord Nederland reageerde ze onlangs instemmend toen Vlaams Belang-voorman Filip Dewinter daar de ‘omvolkingstheorie’ mocht toelichten. En vorige week nog was ze trending op Twitter met een tweet naar aanleiding van de schietpartij in de VS die 21 mensen het leven kostte. ‘De reden achter de Second Amendment in de Amerikaanse constitutie (het dragen van wapens) is de mogelijkheid om jezelf te kunnen beschermen tegen de almacht van de overheid’, twitterde ze. ‘Een manier van tegenmacht. Daar horen we degenen die nu weer pleiten voor een wapenverbod niet over.’
Maar het is vooral de coronapandemie die de mediacarrière van Blommestijn een boost gaf. Tijdens de hoogtijdagen daarvan mocht ze regelmatig aanschuiven bij Jinek om het op te nemen voor ongevaccineerden. Wat daarbij ongetwijfeld een rol speelde: Blommestijn is niet zomaar een vrouw met een mening. In april promoveerde ze aan de Universiteit Leiden met een proefschrift over de Weimarrepubliek.
Ondemocratische krachten
En nu is dat proefschrift, Het spook van Weimar, voor een breed publiek verkrijgbaar. Het is niet alleen de persoon Raisa Blommestijn die nieuwsgierig maakt, maar ook de vraag die op de achtergrond altijd speelt als het over de Weimarrepubliek gaat: hoe kan een democratie zich verweren tegen ondemocratische krachten? De eigenlijke onderzoeksvraag is specifieker (en academischer) geformuleerd: ‘In hoeverre boden de juridische en rechtsfilosofische concepten die ten grondslag lagen aan de Weimar-democratie reële mogelijkheden om de democratische staatsvorm te verdedigen?’
Het antwoord, schrijft Blommestijn, ‘ligt op het snijvlak tussen theorie en praktijk’. Maar het boek gaat vooral over theorie, wat op zich niet gek is: Blommestijn is tenslotte rechtsfilosoof. De geschiedenis van de Weimar-republiek, die begon toen keizer Wilhelm II in 1918 werd afgezet en eindigde nadat Adolf Hitler in 1933 de macht naar zich toetrok, behandelt ze in grote lijnen in één hoofdstuk.
De meer theoretische hoofdstukken daarna zijn bij vlagen interessant. Max Weber die een eeuw geleden waarschuwde voor bureaucratisering van politieke partijen en het belang van parlementair onderzoek: je kunt er niet over lezen zonder te denken aan de actuele discussie over een ‘nieuwe bestuurscultuur’. Maar Blommestijn schrijft het allemaal nogal schools op, met veel samenvattingen en verwijzingen naar elders in haar eigen tekst: ‘zoals ik in paragraaf x schreef’. En ze formuleert soms ronduit krukkig, wat resulteert in zinnen als: ‘Ik maak gebruik van een chronologische methode, hetgeen betekent dat ik de gebeurtenissen in een chronologische volgorde – van eerder naar later in de tijd – presenteer.’
De kern van het boek is een beschrijving van de ideeën van vier Duitstalige rechtstheoretici, die ieder een eigen hoofdstuk krijgen. Aan de hand van hun geschriften vat ze de ideeën samen van Hans Kelsen, Carl Schmitt, Rudolf Smend en Hermann Heller. Bij elk van hen stelt ze de vraag: bieden diens rechtsfilosofische opvattingen aanknopingspunten om de Weimardemocratie te verdedigen tegen vijandige tendensen?
Schmitt, een omstreden Duits staatsrechtgeleerde en een van de belangrijkste critici van de parlementaire staatsvorm in de Weimarrepubliek, wees bijvoorbeeld op de tegenstelling tussen liberalisme en de democratie. Volgens hem bracht het liberalisme alleen maar verdeeldheid binnen de staat teweeg, terwijl het bij democratie juist gaat om de éénheid van het volk. Schmitt verdedigde dan ook een versterking van de grondwet in autoritaire zin, door de nadruk te leggen op een sterke leider die de eenheid van het Duitse volk kon vertegenwoordigen.
De hoofdstukken waarin Blommestijn de ideeën van de vier theoretici beschrijft, vormen de basis van een oefening die intellectueel nogal ingewikkeld is, en ook een beetje raar. Eigenlijk werpt ze de vraag op of de geschiedenis anders had kunnen lopen als er meer was gedaan met de rechtsfilosofische opvattingen die ten tijde van de Weimarrepubliek beschikbaar waren. Maar de loop van de geschiedenis wordt niet alleen bepaald door ideeën, maar ook door wat mensen daar mee doen.
Hadden ze anders kunnen handelen als er meer was gedaan met de ideeën van de behandelde denkers? Het antwoord van Raisa Blommestijn is, zonder al te veel uitleg, uiteindelijk: nee. Smend en Heller bieden aanknopingspunten die volgens Blommestijn wel waardevol zijn – ze benadrukken bijvoorbeeld het belang van een democratische cultuur – maar ook zij hadden geen oplossing kunnen bieden. Tsja, wat als ze die theoretische oplossing wél hadden geboden? What if? Historici zijn niet goed in het beantwoorden van dat soort vragen en er is geen reden om te denken dat rechtsfilosofen er beter in zijn.
Om nog even terug te gaan naar het voorbeeld van die sterke, democratische leider van Carl Schmitt: stel dat Duitsland begin jaren dertig een sterke, democratische leider had gehad, die in staat was geweest en ook de wil had gehad om de nazi-partij te verbieden? Wat zou dan het oordeel zijn geweest? Misschien was er een burgeroorlog uitgebroken. Misschien was Hitler roemloos aan zijn einde gekomen.
Blommestijn zegt zich te bewegen op het snijvlak van theorie en praktijk. Maar eigenlijk doet ze niet veel meer dan de theorieën van anderen samenvatten. Het proefschrift van Blommestijn is bovendien niet erg prettig leesbaar.
Nederland in tijden van corona
Toegankelijk is wel het voorwoord, waarin ze Duitsland ten tijde van de Weimarrepubliek vergelijkt met Nederland in tijden van corona. Blommestijn ziet ‘belangrijke parallellen’ tussen die perioden. Maar de uitwerking van die stelling rammelt aan alle kanten. Zo gaat ze los op de ‘mainstreammedia’ die verzuimen de staat te controleren en haalt daarvoor als bewijs een uitspraak aan van Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Klok, waarbij ze even vergeet dat het die krant was die de mondkapjes-deal van Sywert van Lienden onthulde. Door de coronapas werden ongevaccineerden uitgesloten van de ‘QR-maatschappij’, stelt ze, waarbij ze onvermeld laat dat er ook zoiets bestond als ‘testen voor toegang’. Natuurlijk kun je kritiek hebben op de juridische onderbouwing van sommige maatregelen. Maar iedere rechtenstudent weet dat grondrechten nooit absoluut zijn en kunnen worden ingeperkt wanneer ze botsen met andere grondrechten.
Het voorwoord van Het spook van Weimar maakt geen onderdeel uit van het proefschrift, zoals Blommestijn dat onlangs verdedigde aan de Universiteit Leiden. Het is er later als Fremdkörper tegenaan geplakt voor de handelseditie. Het is dan ook moeilijk voorstelbaar dat ze er aan een universiteit mee zou zijn weggekomen.
03-06-2022 Jeroen van der Kris