Ik blijf hier

Marco Balzano
23,99
Op voorraad
SKU
9789029528504
Besproken in NRC
Bindwijze: Hardcover
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
Hoe een dorp in de bergen zich verzet tegen zijn eigen verdrinkingsdood

Het in Trentino (Zuid-Tirol) gelegen Curon, Graun im Vinschgau in het Duits, is een plek op het breukvlak van de geschiedenis. Nadat Mussolini in 1923 aan de macht is gekomen wordt de bevolking het gebruik van hun moedertaal ontzegd. Het Duits wordt zelfs van de grafstenen gewist.
Trina, studerend voor onderwijzeres, ziet zich aldus van haar toekomst beroofd. Ze trouwt met Erich, die zich verzet tegen de gedwongen italianisering van de regio en de aanleg van een dam die het dorp uiteindelijk onder water zal zetten. Sommigen richten hun hoop op nazi-Duitsland. Dit slaat in het dorp en ook in het gezin van Trina en Erich een diepe kloof.
Meer informatie
Auteur(s)Marco Balzano
ISBN9789029528504
BindwijzeHardcover
Aantal pagina's240
Publicatie datum20190612
NRC Recensie5 ballen
Breedte134 mm
Hoogte209 mm
Dikte25 mm
NRC boeken recensie

Marco BAlzano Zijn geserreerde roman gaat over eeltige bergbewoners, wier tradities vermalen worden door machten van buiten.

In een stuwmeer aan de noordoostgrens van Italië staat een middel- eeuwse kerktoren. Het lijkt of hij drijft. Als de hemel zich in het water spiegelt, zweeft hij tussen de wolken. Op de bodem van dat meer ligt het puin van een dorp waar de mensen een Duits dialect spraken, tot ze dat door Mussolini werd verboden. Ze werden sprakeloos, want het verplichte Italiaans beheersten ze niet.

Een uitgewiste taal en een verweesde torenspits – Marco Balzano verbond ze in Ik blijf hier, een kleine roman over eeltige bergmensen, die bij hun geboorte al vergroeid zijn met hun streek – en daar banjeren vreemden rond. Eerst gaat Mussolini over ze heen, dan Hitler en tot slot de naoorlogse Italiaanse regering. Ze hebben er niet van terug.

Balzano moet grondig onderzoek hebben gedaan en ooggetuigen gesproken hebben. Niet dat hij belerend wordt, dit is een literair verhaal gebaseerd op literaire stijlmiddelen, prachtig geserreerd geschreven en zorgvuldig onromantisch vertaald door Edwin Krijgsman. En toch wolkt het van de pagina’s op hoe hard het toeging, hoe het voelt om weerloos te zijn, hoe politieke verwarring voelt voor mensen die aan eeuwen stilstand gewend zijn.

In Ik blijf hier loopt een persoonlijk drama gelijk op met de grote Europese geschiedenis van de 20ste eeuw. Het boek vertelt dat verhaal via Trina, die in de zon ligt te flikflooien met Barbara. Barbara raakt ze kwijt aan de eerste loer die de geschiedenis haar draait. Ze is verliefd op Erich maar vraagt zich af waarom je niet met iemand kunt leven ‘zonder dat je per se dat toneelstukje van trouwen en kinderen moet opvoeren’. Nee, dat gaat niet. Ze trouwt. En ‘terwijl hij de liefde met me bedreef , dacht ik aan Barbara.’

Ze wordt boerin, ook al is ze onderwijzeres. Dat ze geen Italiaans kent komt haar te staan op een beroepsverbod. Er is klein verzet met de clandestiene schooltjes in schuren en op zolders. Er zijn razzia’s, Trina wordt betrapt. Zonder enig pathos beschrijft Balzano hoe de carabinieri binnenvallen. Hoe de bankjes omvallen en de schriftjes aan snippers gaan. Hoe de kinderen als muizen de hoeken van de stal in schieten. Behalve die ene grote jongen. Hij komt voor juf Trina op en krijgt klappen. In de nasleep trekken de fascisten bij haar vader de snor van zijn bovenlip – een gebruikelijke vernedering, net als wonderolie laten drinken. En die jongen? Enkele jaren later zal hij voor de nazi’s gevangenen selecteren in het concentratiekamp bij Bolzano, Trina stelt het maar even vast.

Principes zijn een luxe die men zich in deze contreien niet kan permitteren. In de bergen is aanpassingsvermogen een eerste vereiste, anders ga je onderuit. Eeuwenlang voldeed die levenshouding. De 20ste eeuw maakt er korte metten mee.

Trina is een kind van haar streek, ze buigt mee. Ze wordt moeder en ontdekt hoe verschrikkelijk kwetsbaar het moederschap je maakt. Ze vlucht achter haar man aan de bergen in, en dankzij Balzano’s pen blijkt daar hoe akelig intiem angst en geweld zijn.

Na de bevrijding van de nazi’s voltrekt zich de aangekondigde, doorslaggevende ramp: de stuwdam. Italië huldigde al in 1911 een lucratief plan voor waterkracht, toen industriëlen het oog lieten vallen op de overzichtelijke vallei aan de grens met Oostenrijk. In 1923 kregen die plannen vaste vormen door steun uit Rome, in de Tweede Wereldoorlog liepen ze zo’n vaart niet meer. Maar het verarmde Italië onteigende na de oorlog de boeren, evacueerde de bevolking, blies hun huizen op en katte in 1950 de vallei om tot een stuwmeer. De 14de-eeuwse kerktoren werd gespaard, die is nu een stopje voor toeristen op doorreis. De waterkrachtcentrale was al snel achterhaald.

In Ik blijf hier is de strijd tegen de stuwdam een onderstroom voor het verhaal van Trina. Telkens breit Balzano een passage in zijn boek over het verloop van verzet en berusting, inclusief een surrealistisch maar historisch protestbezoek aan de Paus. Hij gebruikt voor de inundatie het woord begraven: ‘Onze dorpjes zouden worden begraven onder het water.’ Want dit was moord. Op tradities en geschiedenis. Op de grond en op de eeuwen die er passeerden. Tot en met de laatste pagina geeft Balzano blijk van diepe genegenheid voor Trina, de enige die zichzelf nog is. Kauwend op haar verdriet, maar het is te doen.

Back to top