Justinianus
In een van beroemdste scènes uit de Monty Python-film Life of Brian vraagt de leider van een verzetsbeweging aan zijn aanhangers wat die Romeinen nou werkelijk hebben betekend. Waarna zijn aanhangers een lange lijst van Romeinse innovaties en verbeteringen beginnen op te sommen. Ze zorgden voor waterleiding, riolering, gezondheidszorg en wetgeving.
Een dergelijke scène zou in een film over het leven van de Byzantijnse keizer Justinianus (keizer van het Oost-Romeinse Rijk van 527-565) absoluut ook voorkomen. Als zijn belangrijkste tegenstander, de schrijver Procopius, daarin vraagt naar de betekenis van de keizer, zou hij als antwoord krijgen: ‘Hij brengt ons waterleidingen, wetgeving en armen- en gezondheidszorg.’
Maar was hij werkelijk die heilige, de weldoener en redder van de Romeinse traditie, zoals veel van zijn tijdgenoten beweerden? Of was hij de duivel; een intolerante, godsdienstwaanzinnige dictator die het rijk bijna ten onder liet gaan door zijn onverantwoorde oorlogen, zoals hij door Procopius wordt omschreven? Het is precies die vraag die Peter Sarris, hoogleraar Byzantijnse geschiedenis in Cambridge in zijn boek Justinianus. Keizer, soldaat, heilige probeert te beantwoorden.
In de inleiding van zijn boek constateert Sarris dat de historici die zich bezig houden met Justinianus en zijn tijd zich tot nog toe vooral concentreren op de vele oorlogen die hij tijdens zijn lange regering voerde. Sarris pakt het vervolgens anders aan. Voor hem zijn z’n religieuze agenda en omgang met de voortdurende conflicten binnen het christendom minstens zo belangrijk. En Sarris weet dankzij zijn kennis van de contemporaine bronnen ook Justinianus’ omgang met zijn omgeving minutieus in kaart te brengen. Het beeld dat daaruit naar voren komt is dat van een uiterst complexe persoonlijkheid.
Ongekende wreedheid
Deze uitgebreide analyse van alle aspecten van Justinianus’ leven toont niet alleen aan dat Sarris ongelofelijke kennis heeft van de vaak complexe bronnen, het laat ook zien dat hij echt probeert om een zo zuiver mogelijk beeld van Justinianus te schetsen; een poging die meer dan geslaagd genoemd mag worden.
Om de complexiteit van Justinianus te duiden gebruikt Sarris de beroemde, in mozaïek weergegeven, afbeelding van Justinianus die zich in de San Vitale in Ravenna bevindt als metafoor: ‘Door dit imposante portret; de stralende diadeem die hij draagt en zijn met goud en juwelen afgezette gewaad kan je gemakkelijk betoverd raken. Maar dat al dat goud, die juwelen en de kleurenpracht, zo de aandacht trekken komt vooral omdat ze gevat zijn in donkere stukjes glas. Zo was ook Justinianus zelf – net als zijn tijd – een complex samenspel van licht en donker.’
Zijn bewind werd niet alleen gekenmerkt door liefdadigheid, maar ook door ongekende wreedheid en intolerantie. Liefdadigheid kwam bijvoorbeeld in de vorm van armenzorg en verbetering van de positie van vrouwen. Zo konden vrouwen voor het eerst ook boven hun stand trouwen. En konden ex-prostituees hun rechten als ‘vrije vrouw’ terugverdienen. Wreedheid in de vorm van strenge wetten tegen homoseksuelen en andersdenkenden. Vooral christenen die de officiële orthodoxe leer afwezen werden daar het slachtoffer van. En tegen het einde van zijn regeringsperiode vaardigde Justinianus wetten uit waarin tegenspraak tegen zijn persoon strafbaar werd gesteld.
Vlammend betoog
Tegenspraak duldde Justinianus eigenlijk alleen van zijn vrouw, de keizerin Theodora. Haar invloed op Justinianus kan volgens Sarris niet overschat worden. Ter illustratie daarvan wijdt hij een lange passage aan de precaire situatie waarin de keizer zich bevond na de zogenaamde Nika-opstand.
Deze volksopstand brak uit in het jaar 532 nadat de keizer geweigerd had om gehoor te geven aan de eis van de zogenaamde Groene partij – samen met de Blauwe partij vormde die de belangrijkste politieke stroming in Constantinopel, de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk – tot vrijlating van een aantal van haar leden. Het protest dat begonnen was in het grote, nog door keizer Constantijn aangelegde circus breidde zich na onhandig optreden van de keizer binnen enkele dagen uit tot een algemene volksopstand.
Toen de volkswoede haar hoogtepunt had bereikt en men zelfs al een tegenstander van Justinianus tot keizer had uitgeroepen, stond hij op het punt de stad te verlaten. Uit contemporaine bronnen weten we dat Theodora toen een vlammend betoog hield dat eindigde met de woorden: ‘Iemand die keizer is kan niet eindigen als vluchteling, dat is onverdraaglijk’. Waarop Justinianus alsnog besloot in Constantinopel te blijven en de strijd aan te gaan met het volk.
Toen de opstand was bedwongen, lag een groot deel van de stad in puin. In een poging het volk alsnog voor zich te winnen begon Justinianus daarom vrijwel direct aan een ambitieus herstelprogramma. Een programma dat de stad voorgoed zou veranderen. Het belangrijkste nieuwe monument dat verrees was de Aia Sofia. Dat moest het grootste christelijke bouwwerk worden: een eerbetoon aan God en aan Maria. Dat de keizer erin slaagde om binnen enkele jaren dit immense werk te klaren (de kerk werd in 537 ingewijd) was volgens de contemporaine historicus Malas het ultieme bewijs dat God aan de zijde van Justinianus stond en dat God de zonden van de stad had vergeven. Tijdens het oproer waren namelijk talloze kerken en kloosters in vlammen opgegaan.
Diepe minachting
Sarris laat zien dat Justinianus voortdurend hamerde op de noodzaak om God gunstig te stemmen. Zelfs de meest banale bestuurlijke aangelegenheden kregen daardoor bij hem een religieuze betekenis. Uit de beschikbare bronnen blijkt ook dat de keizer een diepe minachting voelde voor iedereen die de superioriteit van het officiële (orthodoxe) christendom niet erkende.
Ondanks al zijn tekortkomingen is er echter één ding waarvoor Justinianus volgens Sarris wel degelijk geprezen kan worden, namelijk: zijn herschrijving van het (Romeinse) recht. Onder zijn bewind ontstond een geheel nieuw burgerlijk wetboek: de Codex Civilis. Een wetboek dat nog eeuwen lang de basis vormde voor het Europese recht. Een prestatie die ook nu nog lof verdient.
In de zesde eeuw na Christus was keizer Justinianus gedurende vier decennia de initiator van opmerkelijke veranderingen in een tijdperk van geopolitieke dreigingen, klimaatverandering en pandemieën. Vanuit Constantinopel heroverden Justinianus’ legers verloren gebieden in Noordoost-Afrika en Zuidwest-Europa, maar deze militaire acties vormden slechts één onderdeel van de keizerlijke vernieuwing. Van zijn drastische herziening van de Romeinse wet tot zijn uitbundige bouwprojecten (waaronder de Hagia Sophia) en zijn felle vervolging van het orthodoxe christendom: Justinianus bepaalde de koers van Byzantium en legde de basis voor de wereld van de middeleeuwen.
ISBN | 9789025313166 |
---|---|
Aantal pagina's | 448 |
Datum van verschijning | 20240829 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 214 mm |
Dikte | 34 mm |