Noordwaarts

Gerrit Jan Zwier
20,00
Op voorraad
SKU
9789046707791
Besproken in NRC
Bindwijze: Paperback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
Gerrit Jan Zwier probeert de allure van het prachtige Scandinavië te vangen in ‘Noordwaarts’. Als gesjeesde student mocht Zwier graag vertellen dat hij aan een Grand Tour naar het hoge noorden wilde beginnen. De lezer die ook meer aangetrokken wordt door fjorden, wouden en toendra’s dan door de kunstschatten en het zoete leven in zonniger oorden, heeft met ‘Noordwaarts’ feilloos het goede boek uitgekozen. Zwier lijdt al een leven lang aan het ‘noordelijk gevoel’, een wat onduidelijk sentiment, dat met een verlangen naar ruimte en eenzaamheid heeft te maken. In deze bundel wordt het noordelijke gebied in alle uithoeken verkend. Maar ook de boeken, muziek en schilderijen van Scandinavische kunstenaars die door het landschap geïnspireerd werden komen aan bod.
Meer informatie
Auteur(s)Gerrit Jan Zwier
ISBN9789046707791
BindwijzePaperback
Aantal pagina's656
Publicatie datum20210628
NRC Recensie4 ballen
Breedte137 mm
Hoogte211 mm
Dikte44 mm
NRC boeken recensie

Wie zijn hart heeft verpand aan Italië of Frankrijk hoeft zelden iets uit te leggen: mooi weer, lekker eten, fijnzinnige cultuur, welluidende taal. Dat snapt iedereen. Maar wie eeuwig verlangt naar het hoge noorden, naar barre toendra's, miljarden muggen, zwijgzame mensen en stinkende gefermenteerde haring als culinair hoogtepunt, die is enige toelichting verschuldigd.

Weinigen hebben die zo uitvoerig verschaft als Gerrit Jan Zwier. Hij schrijft al decennia over zijn boreale hunkering en alle gevolgen daarvan. En die gevolgen zijn groot: ze bepaalden zijn studiekeuze, zijn broodwinning, zijn leven. In het nieuw verschenen Noordwaarts zijn reisverhalen bijeengebracht die grotendeels in drie eerder verschenen boeken waren opgenomen, aangevuld met actualiseringen en enkele nieuwe verhalen. Op talloze punten schemeren existentiële vragen door, vaak impliciet, soms expliciet: Wat doe ik hier? Waarom ben ik hier? Wat trekt mij naar het noorden?

Toen hij na een jaar de brui had gegeven aan zijn biologiestudie, was Gerrit Jan Zwier (1947) toe aan een grand journey. Liftend – zo pakte je een grand journey aan, eind jaren zestig – belandde hij in Scandinavië. Het was niet eens een bewuste keuze, meer een resultante van een diffuus en niet meer te reconstrueren beslissingsproces. Hij schrijft erover in het eerste verhaal in deze bundel. Een avontuur was het, zo’n lifttocht van een negentienjarige door gebieden waar toen relatief weinig van zulke langharige en bebaarde lui langskwamen. Hij denkt dat hij nog wel eens zal terugkomen in Lapland. Maar geen spoor van de passie voor dit gebied die hem later zou bevangen. Het was dus niet per se liefde op het eerste gezicht.

Veldwerk

De studie van planten en dieren ruilde hij in voor die van mensen. Culturele antropologie in Groningen bracht destijds vrijwel automatisch met zich mee dat er veldwerk in het hoge noorden moest worden verricht. De hernieuwde kennismaking viel niet mee: nog nooit in zijn leven had hij zich zo stierlijk verveeld als tijdens de maanden veldwerk in het gehucht Suosjavrre in Noord-Noorwegen. Er gebeurde vrijwel nooit wat, en als er eens wat gebeurde, wilden de bewoners hem er eigenlijk niks over vertellen.

Mislukt als veldwerker, opgestaan als schrijver. In die zin heeft het verblijf in dat gat zijn leven bepaald. Zijn persoonlijk dagboek was veel dikker dan zijn veldwerkdagboek. En ook al studeerde hij ook nog fysische geografie – met mondeling tentamen bij W.F. Hermans thuis – hij werd primair een reizende schrijver.

Onder liefhebbers van het noorden kom je relatief veel types tegen die zo primitief mogelijk de ruige natuur in trekken, die niet vies zijn van een beetje ontbering. Soms krijg je het gevoel dat zij het liefst een negentiende eeuwse poolreiziger waren geworden. Zwier heeft helemaal niets met heroïsch gezwalk door de wildernis. Als hij dan een keer een ruigere voettocht maakt, houdt zijn dochter hem met haar kompas op koers. In zijn rugzak tref je eerder een dichtbundel aan dan een survival mes.

In Noordwaarts is Zwier ook zelden in tent en slaapzak aan te treffen. Hij geeft de voorkeur aan hotel, pension of desnoods berghut. Dat heeft duidelijk niet alleen met comfort te maken. Op die plekken vind je mensen, en aan die mensen hangen verhalen. In die zin is Zwier toch echt antropoloog gebleven. Overal gaat hij op zoek naar sleutel-informanten in wier gezelschap hij een gebied verkent. Zij kleuren, samen met de literatuur, zijn avonturen in. Maar ook al doet een van zijn reisgenoten nog zo zijn best, tussen Zwier en de gefermenteerde haring – surströmming, een Noord-Zweedse lekkernij – is het nooit wat geworden.

Wonen in de taal

Zoals iedereen die zich nadrukkelijk aangetrokken voelt tot een bepaald gebied, stelt Zwier zich de vraag: zou ik hier willen wonen? Het antwoord is een tamelijk resoluut en wellicht onverwacht ‘nee’. Het landschap is weliswaar heel aantrekkelijk, maar eigenlijk woont Zwier veel meer in de literatuur, in de taal. Die bindt hem stevig aan Nederland.

Voor een toendraliefhebber is hij best een boekenwurm. Zwier biedt veel doorkijkjes in wat, vooral vroegere, schrijvers over zijn gebieden te berde brachten. Zelf heeft hij inmiddels waarschijnlijk zo’n beetje alles gelezen, zeker in het Nederlands, wat er over het hoge noorden is verschenen. Enkele van de in de bundel opgenomen verhalen zijn dan ook meer een weerslag van een reis door een goed gevulde boekenkast.

Zwier toont zich daarin een prettig reisleider. Met milde ironie verhaalt hij over de belevenissen van zulke uiteenlopende auteurs als Marcellus Emants en Jan Cremer, wier persoonlijke smaakvoorkeuren en fantasieën niet zelden met hen op de loop gingen.

Zwier is een onderhoudend verteller met een rijk vocabulaire (dat komt niet alleen door de tientallen planten- en paddestoelensoorten die in de tekst opduiken; de bioloog reist altijd mee), waardoor de bundel van meer dan zeshonderd pagina’s reisverhalen geen moment verveelt. Al weet je natuurlijk nooit of de Italiëliefhebber toch niet voor het einde de steven wendt.

Bestanden bij dit product
Back to top