Offerkind

Rob Ruggenberg
17,99
Op voorraad
SKU
9789045124407
Besproken in NRC
Bindwijze: Hardcover
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
Aïn vlucht van haar familie vandaan omdat ze iets ergs heeft gedaan waar ze zeer zwaar voor zal worden gestraft. Een meisje alleen kan niet overleven in het Nederland van vierduizend jaar geleden, dus is ze blij dat Kraai met haar mee is gevlucht. Kraai voelde zich een buitenstaander omdat zijn vader van een andere stam is en hij er anders uitziet. Samen met hem moet ze uit handen van de achtervolgers kunnen blijven. Maar kunnen ze wel op tegen de wraak van de moerasgodin?
Inspiratiebron voor dit spannende verhaal was de vondst van een graf uit de bronstijd vlak bij Wassenaar op een plek waar Rob Ruggenberg als kind vaak speelde. In dat graf lagen twaalf kinderen en volwassenen die een gewelddadige dood hadden gevonden.
Meer informatie
Auteur(s)Rob Ruggenberg
ISBN9789045124407
BindwijzeHardcover
Aantal pagina's304
Publicatie datum20200415
NRC Recensie4 ballen
Breedte158 mm
Hoogte217 mm
Dikte31 mm
NRC boeken recensie

Een meisje dat haar halfbroer aan een scherpe stok spiest

Jeugdboek Rob Ruggenberg debuteerde laat, maar werd meteen de ‘nieuwe Thea Beckman’ genoemd. Zijn laatste jeugdboek (●●●●) gaat over een woest en verwoestend avontuur dat zich afspeelt in het Nederland van 4.000 jaar geleden.

Kort nadat hij vorig jaar het manuscript voor zijn achtste historische jeugdboek Offerkind had ingeleverd, overleed Rob Ruggenberg (1946-2019). De geprezen schrijver debuteerde pas op zijn zestigste – na een avontuurlijk leven als radiotelegrafist bij de Koninklijke Marine en journalist –, maar wist zich binnen het genre al snel te onderscheiden als de ‘nieuwe Thea Beckman’. Wat Ruggenberg net als zij goed wist, is dat ‘toen’ niet alleen spannend moet zijn, maar ook iets te zeggen moet hebben over ‘nu’.

Gedreven door zijn journalistieke instinct en waarheidsvinding vond hij onbekende, waargebeurde verhalen over gewone mensen en jongeren die hij verrassend goed wist te laten aansluiten bij onze tijdgeest. Daarbij moet worden opgemerkt dat Ruggenbergs avonturen zich bijna allemaal afspelen in de tijd toen de VOC de wereldzeeën bevoer. De onmogelijke liefdes en cultuurclashes waarover Ruggenberg zo graag schreef, zijn aansprekende thema’s die in het 17de-eeuwse perspectief passen, maar tegelijkertijd dicht op de huid van de hedendaagse actualiteit zitten.

Voor Offerkind liet Ruggenberg zijn favoriete eeuw echter ver achter zich, en ging maar liefst 4.000 jaar terug. Nederland bestond nog uit ‘zompige ruigten en verraderlijk rietland’ en de mensen leefden in lokale clans in los-vaste familieverbanden. Mannen hadden meerdere vrouwen. Kinderen wisten niet wie hun biologische ouders waren. En conflicten tussen (half)broers of vaders en hun vermeende zoons over vrouwen en incest waren heel gewoon. Een brug slaan naar dat verleden is bepaald geen sinecure. Toch lukt dit Ruggenberg wonderwel, zonder het vermoedelijke gruwelbestaan dat de mensen in die tijd leidden te negeren.

Verrotting en bederf
Wat daarbij helpt: Ruggenberg romantiseert het verleden niet. Hij blijft dicht bij de historische werkelijkheid. De zuigende moerassen waar adders en moerasgodin Mhoa op de loer liggen, de dampende mesthopen, en de lugubere kale grafheuvels waar kinderen aan de goden werden geschonken: de beschrijvingen ervan zijn zodanig zintuiglijk dat je het landschap bijna kan zien en ‘de verrotting en het bederf’ kunt ruiken. Maar het echte geheim van Offerkind is hoofdpersonage Aïn, een levensecht opgroeiend meisje dat niets liever wil dan ‘vrij zijn’ en droomt over een zelfstandig leven aan de kust, waar je, zo heeft ze een rondtrekkende handelsvrouw horen vertellen, ‘tot aan de rand van de wereld kunt kijken, en soms eroverheen’.

Dat klinkt nogal modern voor de bronstijd. En wanneer Aïn zich afvraagt ‘waarom een man altijd de baas moet zijn’ lijkt het alsof Ruggenberg alsnog in de anachronistische valkuil trapt. Toch valt dit mee: we weten maar weinig over wat mensen toen dachten en voelden. Bovendien blijkt dat Aïns vrijheidsstrijd eigenlijk vooral een overlevingsstrijd is, waarbij ze zich alles veroorlooft wat nu ondenkbaar is. Zo schuwt ze niet om haar halfbroer Aab koelbloedig te doorboren met een scherpe stok, nadat hij heeft geprobeerd zich aan haar te vergrijpen. ‘Haar broer was de aanvaller, niet zij. Hij had gekregen waar hij om vroeg.’

Dit wrede voorval vindt al plaats in hoofdstuk twee. En daar blijft het niet bij. Vanaf het moment dat Aïn vanaf Falwa (de Veluwe) via de Rheie (Rijn) richting de beloofde kust vlucht, samen met familievoetveeg en dubbelbloed Kraai die getuige van de doodslag was, volgt een woest en verwoestend avontuur. Ondanks alle barbaarse taferelen blijven Aïn en Kraai echter herkenbaar in hun menselijkheid. Aïn worstelt geloofwaardig met haar angstdromen, een verstopplaats voor haar ‘nare herinneringen’. Kraai, wiens vader tot het donkergekleurde ‘Oude Volk’ behoorde dat in Europa woonde voordat de Yamnaya-nomaden ze verdreven, worstelt op zijn beurt met Aïns onverschilligheid. Hij voelt zich geminacht en overbodig en doet je beseffen dat uitsluiting van alle tijden is.

Uiteindelijk bereikt het tweetal de kust. Ze strijken onderaan de oude duinen in Wassenaar neer, daar waar in 1987 een massagraf werd gevonden. Dat Ruggenberg ooit over deze vondst zou schrijven kon niet anders: in Wassenaar begon zijn eigen levensavontuur. Offerkind is er een lovenswaardig afscheid van.

2020-09-25 Mirjam Noorduijn

Back to top