Ongelijkheid en ons stemgedrag

Thomas Piketty, Clara Martinez-Toledano, Amory Gethin
35,99
Op voorraad
SKU
9789044545944
Besproken in NRC
Bindwijze: Hardback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
Een essentiële gids voor een beter begrip van ons actuele stemgedrag en de politieke conflicten van de toekomst

Wie stemt voor wie en waarom? Waarom heeft de groeiende ongelijkheid niet geleid tot hernieuwde conflicten tussen klassen, maar tot verdeeldheid op basis van identiteit en integratie?
Ongelijkheid en ons stemgedrag onderzoekt het verband tussen politieke voorkeuren en factoren zoals inkomen, opleiding, vermogen, beroep, religie, etniciteit, leeftijd en sekse. Deze studie toont hoe politieke partijen erin slagen om meerdere belangen en identiteiten te verenigen en wat kiezers voor populistische politici, zoals Bolsonaro en Trump, met elkaar verbindt.

‘Wereldwijd de meest besproken denker in het publieke debat.’ – De Groene Amsterdammer

‘Piketty’s status als rockster-econoom is meer dan verdiend.’ – NRC Handelsblad
Meer informatie
Auteur(s)Thomas Piketty, Clara Martinez-Toledano, Amory Gethin
ISBN9789044545944
Aantal pagina's608
Datum van verschijning20220203
NRC Recensie3 ballen
Breedte169 mm
Hoogte247 mm
Dikte44 mm
NRC boeken recensie

Gebrek aan inspiratie? Schrijf een boek over ‘het verraad door links’

Economie In een nieuwe studie onderzoeken Thomas Piketty en zijn collega’s in welke mate de groeiende ongelijkheid komt door een verandering in ons stemgedrag.

Mocht u toevallig een denker zijn met gebrek aan inspiratie, schrijft u dan een boek over ‘het verraad door links’. Want niet alleen ‘kaas marcheert altijd’ (Elsschot), maar ook boos getetter over het leed dat progressieven de gewone mensen aan doen. De goedverkopende variant van de laatste jaren is dat links de gewone mensen heeft verlinkt aan het grootkapitaal. Daarvoor waren het de Islam, de politieke correctheid en het welzijnswerk. En ooit had links de arbeider ook nog de natiestaat ontzegd.

Thomas Piketty sluit aan in deze rij. De Franse econoom verwierf – zeer terecht – wereldfaam met Kapitaal in de 21e eeuw (2014) en Kapitaal en ideologie (2020). De strekking van die boeken is tweeërlei. Ten eerste dat de rijken almaar rijker worden. Ten tweede dat dit geen natuurwet is maar het gevolg van politieke keuzen. In het nu verschenen Ongelijkheid en ons stemgedrag onderzoeken Piketty en zijn collega’s in welke mate die groeiende ongelijkheid komt door een merkwaardige verandering in het stemgedrag de afgelopen decennia. Vroeger stemden hoger opgeleiden namelijk rechts en tegenwoordig links. Piketty spreekt over de de linkse voorhoede als de Brahmin left, een kaste van politici die wel van denkwerk maar niet van vieze handen houden.

Shagrokende fabriekslui
Piketty en zijn collega’s vrezen dat hierdoor de democratie op twee manieren in gevaar komt. Enerzijds omdat linkse partijen zich door hun groeiende hoger opgeleide achterban minder druk maken om inkomensverschillen. Met minder shagrokende fabriekslui en meer veganistische leraren in de geledingen, zou links liever over multiculturalisme dan over geld praten. Anderzijds omdat Jan Modaal zich door dit linkse verraad in de kou gezet voelt en overloopt naar de populisten, zoals Geert Wilders of Donald Trump. En die maken ook veel werk van cultuur, zij het dan de cultuur van de witte man. Gevolg is volgens Piketty grotere ongelijkheid en meer ruzie, want het sluiten van compromissen over cultuur is lastiger dan over geld. Een belastingtarief is een helder ding, daarover kun je makkelijker afspraken maken dan over ‘de joods-christelijke cultuur’.

Klopt deze redenering ook? Nou nee. Het boek heeft twee verdiensten. Het is een wereldwijd vergelijkende studie van vijftig naoorlogse democratieën naar de invloed van inkomen, opleiding en vermogen op stemgedrag. Daaruit blijkt inderdaad dat nogal wat hoger opgeleide kiezers tegenwoordig wel en vroeger niet links stemden, dat de sociaaleconomische scheidslijnen tussen kiezers vervagen en dat de religieuze of culturele kaart in landen als de Verenigde Staten of India heel succesvol gespeeld wordt. Dat zijn niet per se nieuwe inzichten, maar de verzameling onderliggende feiten is dat wel.

De andere verdienste is dat het boek het eigen verhaal kapot controleert, al geven de auteurs dat maar mondjesmaat toe. De verschillen in uitkomsten van verkiezingen zijn enorm. De particuliere geschiedenis van een land heeft zoveel invloed op welke partijen aan de macht komen, dat de uiteindelijke conclusie vooral is dat ‘democratie best ingewikkeld is’. Er is veel conflict, zowel over cultuur als over geld, en er zijn ook veel verklaringen.

Macron en Le Pen
Voor Frankrijk klopt het verhaal van Piketty. Daar neemt inderdaad Emmanuel Macron het namens de hoger opgeleide kiezers op tegen de laagopgeleide achterban van Marine Le Pen. Maar in Portugal zijn ouderwetse sociaaldemocraten aan de macht, inclusief de ambitie om welvaart van rijk naar arm te over te dragen. En er zijn ook nog altijd landen met een klassieke links-rechts strijd, zoals Brazilië of Argentinië. En in landen zoals Zuid-Korea en Taiwan speelt zowel de discussie tussen arm en rijk als de culturele strijd veel minder bij verkiezingen, daar zet de buitenlandse politiek de toon. En dan is er een land als Japan, dat zich amper in een model laat proppen door de veelheid aan factoren die er de verkiezingen beïnvloeden.

Voor een land als Nederland geldt dat de klassieke arbeider al Wiegel stemde toen Wilders nog in de wieg lag. En daarna is-ie uit Nederland verdwenen, vervangen door een steeds hoger opgeleide bevolking en een ander soort onderklasse, van flexwerkers, dorpelingen zonder openbaar vervoer, vrouwen die zich een slag in de rondte zorgen en werken, chronisch zieken met of zonder academisch diploma. En die desperate groep ziet er in Engeland, Denemarken of Italië weer anders uit. En lang niet overal stemmen deze mensen op radicaal-rechts. Dat maakt de problemen voor deze mensen of voor de democratie niet kleiner, maar de oplossing wel minder simpel.

Zo is iets als verheffing ronduit verdacht geworden. Ooit was het vanzelfsprekend dat linkse voormannen aan volksopvoeding deden, dat ze tegen hun achterban zeiden: niet te veel jenever drinken, ga liever studeren in de avonduren. Ongeletterdheid en achterstand waren iets om samen te overwinnen. Maar wie nu in een probleemwijk suggereert om kroket en sigaret te verbannen –dan leef je immers langer – kon wel eens te horen krijgen dat eerst de rijken eraan moeten, of juist de asielzoekers. In de woorden van Piketty en collega’s heet het wat omfloerst dat het begrip ‘sociale klasse’ gedepolitiseerd is, maar je kunt ook zeggen dat mensen zich minder makkelijk laten verenigen.

Ongelijkheid en ons stemgedrag verzamelt een indrukwekkende hoeveelheid data in een mooi boek, waar een nogal genuanceerd oordeel uit rolt over de schuldvraag achter de ongelijkheid. Een flink deel van die vermaledijde arbeiders-die-doctorandus-werden is nog altijd voor verkleining van inkomens- en vermogensverschillen.

Sterker, in 2021 hadden zo’n beetje álle Nederlandse politieke partijen in hun programma staan dat de vermogensongelijkheid kleiner moest worden. Het was Mark Rutte die besloot de boel bij het oude te laten. Typisch weer dat verraad door links.

25-03-2022 Menno Hurenkamp

Bestanden bij dit product
Inkijkexemplaar.pdf (88.93 kB)
Back to top