- Gratis verzending vanaf €50,-
- Veilige en makkelijke betaalopties
- Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
- Makkelijk bestellen ook zonder account
Auteur(s) | Aharon Appelfeld |
ISBN | 9789026332241 |
Bindwijze | Hardcover |
Aantal pagina's | 256 |
Publicatie datum | 20160126 |
NRC Recensie | 4 ballen |
Breedte | 143 mm |
Hoogte | 222 mm |
Dikte | 25 mm |
Pas als je jezelf kent, kun je iemand anders liefhebben. Zo luidt de kale boodschap van Plotseling, liefde, de onlangs in het Nederlands vertaalde roman van Aharon Appelfeld (1932). Het boek is een nieuwe bouwsteen in het autobiografisch getinte oeuvre van deze Israëlische schrijver, die levenslang heimwee lijkt te hebben naar de Boekovina, het landschap van zijn jeugd in Oekraïne. Dit keer is die heimwee vermengd met haat, een combinatie die deze roman uit 2003 grote kracht verleent.
Hoofdpersoon is de 70-jarige Ernst Blumenfeld, gepensioneerd medewerker van een investeringsfonds en gemankeerd schrijver. Herstellende van een operatie wordt hij in zijn flat in Jeruzalem verzorgd door de 35-jarige ongetrouwde Irina. In alles is deze eenvoudige, maar wijze vrouw de tegenpool van de cynische Ernst, voor wie ze een zwak krijgt.
Een prominente bijrol in het verhaal is weggelegd voor hun beider ouders en grootouders, die al dood zijn. Irina denkt met liefde terug aan haar vader en moeder, overlevenden van de sjoa. Ze woont nog altijd in hun huis, waarin niets veranderd is, alsof haar ouders elk moment weer binnen kunnen komen. Op een bijzondere manier gebeurt dat ook: Irina beschikt over paranormale gaven en kan hen oproepen, zodat ze hun dochter op moeilijke momenten met raad kunnen bijstaan.
Zwijgzame mensen
Ernst daarentegen haat zijn ouders een halve eeuw na hun dood nog altijd, om de eenvoudige reden dat ze zwijgzame mensen waren. Zijn vader, een kruidenier in Czernowitz, lag na afloop van zijn werk steevast rokend op de bank. Zijn moeder zei evenmin veel, tot nog grotere ergernis van haar zoon, een sterleerling die zijn ouders was ontstegen en nooit met hen over zijn liefde voor literatuur kon praten.
Uit verzet tegen hun zwijgen sloot hij zich op zijn twaalfde bij de communistische beweging aan, die vooral bestond uit jonge joden zoals hijzelf. Met geweld wilden zij afrekenen met de oude wereld van ‘rabbijnen en kapitalisten’, dus ook met winkeliers zoals de vader van Ernst. Zo hoopten ze dat onder het communisme joden gewone burgers zouden worden.
In de Tweede Wereldoorlog maakte Ernst carrière in het Rode Leger, waar hij ‘prachtige jaren’ aan het front beleefde. Hij hield zich blind voor de plunderingen en verkrachtingen, waar zijn kameraden zich aan bezondigden. Pas toen de waarheid niet meer te ontkennen viel, vluchtte hij naar Italië. Hij wilde er de boot naar Australië nemen, maar stapte op een vluchtelingenschip naar Palestina.
Jeruzalem
Daar verdrong hij zijn verleden en vooral de herinneringen aan zijn ouders, vrouw en dochtertje, die door Roemeense nazi’s waren vermoord. In Jeruzalem trouwde hij opnieuw, dit keer met een kille ex-communiste die alleen in het nuttige geloofde en voor het sentiment van het verleden haar neus ophaalde.
Op zijn 70ste is Ernst allang gescheiden en ernstig ziek. Op goede dagen zit hij uren in een café om inspiratie op te doen voor zijn boeken. Maar hij krijgt geen woord op papier en dat maakt hem depressief. Die situatie verandert als Ernst en Irina verliefd op elkaar worden. De jonge vrouw brengt het leven bij hem terug en leert hem lief te hebben. Aangestuurd door wat zij over haar vader en moeder vertelt, kijkt Ernst ineens anders tegen zijn familie aan en kan hij over hen schrijven. De ingetogen, intieme passages die hij daarbij aan zijn orthodox-joodse grootouders wijdt, zijn bijbels mooi en tonen Appelfeld op zijn best.
In Plotseling, liefde wordt subtiel beschreven hoe een trauma kan verdampen door een onverwachte gebeurtenis. In dit geval is dat de liefde die Ernst van Irina krijgt, waardoor hij zichzelf leert kennen. Daarom kan hij over zijn vader en moeder zeggen: ‘Ze wilden me hun hart, ziel en vermogen geven, maar ik wist niet hoe ik zoiets van hen moest aannemen.’ In het vervolg kost het hem geen enkele moeite om onvoorwaardelijk van zijn ouders te houden.