Naargelang de avond in café De Kauw vorderde, stommelden er
almaar meer hoofden naar binnen en voor je het wist stond
iedereen schouder aan schouder, heen en weer deinend met
enkel de toog als boei. In de lucht vocht nevel met zweet en
naast je slurpte iemand een restantje Long Island Iced Tea van
tussen de smeltende ijsblokjes. Straks zou er tegen wil en dank
gedanst worden, ook al kleefde de vloer al weken van het bier.
‘Het wordt ne lange nacht,’ zei Visse, ‘waarvan morgen niets
meer overblijft.’
Drie jaar lang schuimde Frederik Willem Daem de ene na de
andere kroeg af om er te schrijven tot sluitingstijd. Uit deze
ervaringen en in deze wereld schiep hij zijn roman Tekens van
leven. In De Kauw kwam alles samen, hier zocht hij zijn toevlucht,
wachtend op wat was en wat nog komen moest, terwijl
het café zijn eigen verlies verwerkte.
Na zijn veelgeprezen verhalenbundel Zelfs de vogels vallen toont
Frederik Willem Daem met Tekens van leven dat hij aan eigenzinnigheid
niets heeft ingeboet. Zijn debuutroman is een fonkelend
boek over verslaving, onthechting en reclame en leest als
een intellectuele roes waaruit je niet snel ontnuchtert.