- Gratis verzending vanaf €50,-
- Gratis retourneren binnen 14 dagen
- Veilige en makkelijke betaalopties
- Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
- Makkelijk bestellen ook zonder account
Auteur(s) | Ferdinand Lankamp |
ISBN | 9789025449162 |
Bindwijze | Paperback / softback |
Aantal pagina's | 176 |
Publicatie datum | 20190228 |
NRC Recensie | 3 ballen |
Breedte | 125 mm |
Hoogte | 201 mm |
Dikte | 19 mm |
Wat is een held? Waarom maken verhalenvertellers helden van mensen die misschien alleen maar roekeloos zijn geweest en die anderen veel leed hebben bezorgd?
Schrijver Robbert Welagen maakte naam – en wie weet zelfs school – met kalme, plotloze romans waarin opvallend weinig spectaculairs voorviel en waarin het draaide om sfeer. Een programmatische tekst van Welagen is mij niet bekend, maar een passage in het boek van de nu gedebuteerde Ferdinand Lankamp (1989), komt ongetwijfeld in de buurt van Welagens visie. ‘Juist het ontbreken van een plot, juist het verwerpen van opzichtige kunstgrepen en verbloemingen, kan maken dat een verhaal een weerspiegeling wordt van de menselijke ervaring en daarmee misschien overtuigender – want wiens leven ontvouwt zich als het uitgekiende plot van een verhaal of een roman?’
Uiterste dagen is doorspekt met poëticale opvattingen als deze. De verteller meldt ze tussen de oorlogshandelingen door, die het eigenlijke verhaal vormen. Daar gaat het over Edvard, een Finse boer die in 1940 opgeroepen wordt om deel te nemen aan de zogenoemde Winteroorlog; de Sovjets vielen de Finnen in een hoogmoedige bui aan en Edvard moet nu, samen met zijn geliefde paard Ida, een lange treinreis ondernemen om de vijand te bestrijden. Edvard is de jongste niet meer en hij heeft zo zijn bedenkingen. Moet hij wel voor zijn land opkomen? Vooruit dan maar.
Nalatige vader
Langzaam maar zeker ondervinden we dat Edvards belevenissen voortkomen uit de verbeelding van de verteller. Die is Edvards achterkleinkind, een jonge, Nederlandse historicus die een serieuze poging onderneemt om iets te doen (lees: een verhaal te maken van) met de oorlog-anekdotes over zijn overgrootvader. Over veel data beschikt hij niet, hij zal de lacune met zijn geestkracht moeten vullen. Zo kan Edvard niet méér voor hem worden dan een personage, een volwaardig mens zit er niet in. Maar dat doet niets af aan zijn verantwoordelijkheidsgevoel: hoe gaat hij bijvoorbeeld om met geweld? Het thema heeft al van jongsaf zijn fascinatie, en het verhaal zal aan spanning winnen als hij Edvard flink in de rondte laat schieten, maar, tja, kan zoiets wel door de beugel? Waar draagt hij dan aan bij?
Uiterste dagen bevindt zich hiermee op een vergelijkbaar ethisch snijvlak als HhhH van Laurent Binet of En we noemen hem van Marjolijn van Heemstra. En naar het oeuvre van W.F. Hermans, naar wie Lankamp ook verwijst. Wat is een held? Of: waarom maken verhalenvertellers helden van mensen die misschien alleen maar roekeloos zijn geweest en die anderen veel leed hebben bezorgd? Denk ook aan De erfenis van een verzetsheld, de documentaire over Johannes Post die onlangs op de NPO was te zien: ook daarin draaide het onder meer om wat een schrijver cultureel en emotioneel aanrichtte met een geïdealiseerd beeld van een man die ook gewoon een nalatige vader was geweest.
Lankamp mag in zijn debuut dan nog wat te streng en te stroef zijn met zijn blik op de verhouding tussen werkelijkheid en fictie (de lezer is ook niet van gisteren), hij toont wel aan dat hij zijn vak serieus neemt. En verstaat, want deze lezer moest zich inhouden om niet op bladzijde 145 het boek in te stappen om iemand een klap op zijn bakkes te geven.