Dit boek vertelt niet veel over de opgraving (die in barre weersomstandigheden en onder tijdsdruk werd uitgevoerd) maar over de resten van de vroegere huizen, hun bewoners en vooral over wat die bewoners achterlieten aan voorwerpen. Wijnglazen, hondenbotten, pijpenkoppen, knikkers, een middeleeuws pelgrimsinsigne uit Aken en aardewerk uit het Engeland van de Industriële Revolutie komen langs. Bij sommige van die voorwerpen zul je je eerst afvragen, wat ze kunnen bijdragen aan onze kennis van het Haagse verleden. Maar achter ieder ervan gaat een verhaal schuil. Het zijn die verhalen, die we uiteindelijk over hebben van het wonen langs het Spui, lang voordat het Haagse silhouet zo ingrijpend werd veranderd. Maar verandering, dat leren die verhalen ook, is van alle tijden.