Marten Toonder schiep met het personage Argus de spreekwoordelijke journalist: nieuwsgierig, vasthoudend en als het moest opportunistisch. Met een sigaretje tussen de lippen en het blocnote in aanslag. Hij ontwikkelde zich in de avonturen van Olivier B. Bommel tot een ware nieuwsjager, die onvermoeibaar naar feiten en primeurs speurde. En tot luis in de pels van de bovenbazen.
In deze tijden van nepnieuws werd het hoog tijd voor een biografie over deze gedreven journalist. Leven en werk van Argus, zoals zich dat – met zijn ups en downs – ontvouwde in de Bommelsaga, worden in dit boek door Erik Können en Paul Verhaak nauwgezet beschreven. Marten Toonder-biograaf Wim Hazeu schreef het voorwoord, en August Hans den Boef completeert deze levensschets met een diepgravend nawoord waarin hij de belevenissen van Argus in het licht plaatst van de naoorlogse journalistieke en maatschappelijke ontwikkelingen.
Maak kennis met de wederwaardigheden en tactieken van Argus: ‘Je hoort van alles, maar het fijne kom je alleen aan de bron te weten. U kent dat. Hebt u een nieuwtje voor me?’