Rechtop lopen heeft zo zijn voordelen: we kunnen beter voor ons kijken en we houden onze handen vrij om, indien nodig, hulpmiddelen zoals een wandelstok te gebruiken. Maar de mens heeft ook eigenschappen die niet onverdeeld gunstig zijn. Anders dan de meeste dieren gaat de mens niet op in zijn wereld. Maar denkt hij erover na. Hij kan deze mogelijkheid gebruiken om de wereld zelf in te richten en te verbeteren. Wat zijn onze mogelijkheden en
onmogelijkheden als gevolg van deze unieke eigenschappen? Wie zijn wij eigenlijk en wat is onze plek in het universum?
Filosofische antropologie is het onderdeel van de filosofie dat zich bezighoudt met deze en andere soortgelijke vragen. In Basisboek filosofische antropologie onderzoeken we de mens aan de hand van grote denkers als Descartes, Merleau-Ponty en Arendt. In elk hoofdstuk staat een filosoof centraal en leggen specialisten diens belangrijkste bijdragen aan de wijsgerige antropologie uit.