Blijf zachtjes bij me
Het besef dat het leven een strijd is
Jeugdromans De internationaal bekroonde Jacqueline Woodson wordt nu ook in het Nederlands vertaald. Haar werk, over opgroeiende zwarte jongeren, ontstijgt het activisme, dankzij knap subtiele, poëtische zinnetjes over de strijd die het leven is.
‘Je zal dit ooit in je leven tegenkomen zal mijn moeder me keer op keer vertellen. Een moment dat je een ruimte binnenstapt met niemand zoals jij.’
Dit citaat komt uit Brown Girl Dreaming (2014) van de Amerikaanse Jacqueline Woodson (1963) dat vorig jaar als eerste boek uit haar omvangrijk oeuvre eindelijk in Nederlandse vertaling verscheen, en daarin ligt de kern van haar schrijverschap besloten.
Woodson, die zo’n beetje alle (inter)nationale literaire oeuvreprijzen won die je kunt bedenken, inclusief de Astrid Lindgren Memorial Award en de Hans Christian Andersenprijs, is in Nederland nog betrekkelijk onbekend. Maar gelukkig is ze bezig met een inhaalslag. Behalve Brown Girl Dreaming, Woodsons authentieke memoir over haar jeugd in ‘een land gevangen/ tussen Zwart en Wit’, verscheen recent Blijf zachtjes bij me, een gevoelvolle jeugdroman over een eerste liefde tussen twee vijftienjarigen die elkaar ontmoeten op een privéschool in New York. Dat klinkt nog weinig spannend, maar Jeremiah is zwart en Elisha is wit en joods. En ook al willen ze dat hun liefde een ‘liefde zonder reden is’, naarmate de tijd verstrijkt begint hun afkomst steeds meer een rol te spelen.
Voor Elisha, die het verhaal als een herinnering vertelt, is dit een nieuwe ervaring: ‘Ik dacht altijd dat het er niet toe deed’, merkt ze op. ‘Gewoon omdat niemand in mijn familie ooit iets hatelijks over Zwarte mensen had gezegd.’ Jeremiah daarentegen weet wel beter. Hij ‘was Zwart’, niet toevallig met een hoofdletter geschreven. ‘Hij kon het voelen’, op het basketbalveld, op zijn overwegend witte school, ‘in mensen en reclames die hem het gevoel gaven dat hij er niet toe deed.’ Het maakt dat hij soms haat voelt tegen witte mensen. Maar hoe zit dat dan met Elisha? Zijn vader legt hem uit: ‘Weet je wat het is met witte mensen? Ze hebben niet door dat ze wit zijn.’
Gevoel van machteloosheid
Ook al dateert Blijf zachtjes bij me uit 1998, het voelt, en dat is anno 2022 een wrange constatering, onverminderd actueel. Ongetwijfeld komt dit omdat Woodson weet waarover ze het heeft. In hetzelfde jaar dat Blijf zachtjes bij me verscheen, schreef ze in het essay ‘Who Can Tell My Story’ in The Horn Book Magazine voor jeugdliteratuur over wat ze met het boek beoogde. ‘Hoewel ik nooit joods ben geweest’, aldus Woodson, ‘ben ik altijd een meisje geweest. Hoewel ik nooit in de Upper West Side heb gewoond, woon ik al heel lang in New York. Hoewel ik nooit een zwarte man ben geweest, ben ik al heel lang zwart. Ik heb, net als de personages in mijn verhaal, een gevoel van machteloosheid in mijn leven gekend. […] Dit gevoel van buiten de dingen staan, van onbegrepen en onzichtbaar voelen, is de ervaring die ik in het verhaal breng.’
Die ervaringen, zo kunnen we lezen in het bekroonde Brown Girl Dreaming, wortelen in de geschiedenis van haar betovergrootouders, die als slaven andermans land bewerkten, ‘omhoogkeken en/ de gespiegelde hemelconstellatie volgen/ naar de vrijheid.’ En Woodson mag dan in 1963 geboren zijn, toen de wettelijke segregatie officieel was afgeschaft en Martin Luther Kings legendarische ‘I have a dream’-speech klonk, het Amerika waarin ze opgroeit, is onveranderd van racisme doortrokken. Het meest zichtbaar is dit in South Carolina, waar Woodson met haar moeder, zus en broertjes haar kinderjaren bij haar grootouders doorbrengt en waar als in een ‘oorlog’ gestreden wordt voor het vrije leven dat de zwarte mensen zouden moeten leven. Maar als ze als zevenjarige naar New York verhuist, voelt het niet anders. Pijnlijk moet ze constateren: ‘In de stad worden we/ in de winkels altijd gevolgd/ alleen omdat we bruin zijn’.
Dat klinkt alsof Woodson een activistische schrijver is, maar daarmee doe je haar tekort. Zowel Blijf zachtjes bij me als Brown Girl Dreaming zijn veel meer dan een scherpe, sociale aanklacht tegen de Amerikaanse samenleving. Woodsons karaktergedreven verhalen gaan uiteindelijk over wie we zijn als mensen en hoe ingewikkeld het is ons van mens tot mens tot elkaar te verhouden.
Verhaal als een foto
Jeremiah en Elisha overtuigen als levensechte jongeren, omdat ze bovenal worstelen met wie ze ten diepste zijn. Veelzeggend is het bijvoorbeeld dat Jeremiah lange tijd verzwijgt dat zijn vader een succesvol filmregisseur is en zijn moeder een bekende schrijver. ‘Dan had je vast gedacht dat ik iemand was die ik niet ben’, zegt hij tegen Elisha. ‘Ik wilde dat je mij zag.’ De noodlottige afloop ligt echter subtiel opgesloten in knappe, suggestieve zinnetjes als: ‘je zult nog wel zien hoe het leven ineens kan veranderen en je op een ander pad brengt’ (Elisha’s moeder tegen haar dochter), en: ‘Wel voorzichtig doen, hè. Niet rennen’ (Jeremiahs vader tegen zijn zoon als die in Central Park gaat chillen). Die laten pijnlijk zien hoe je afkomst, huidskleur, geslacht en de plek waar je opgroeit onvermijdelijk je levensloop sturen.
Een zelfde subtiliteit zit in Brown Girl Dreaming, dat zijn kracht ontleent aan de vrije-versvorm waarin Woodson het boek goot. In hoofdstukjes, die lezen als kleine anekdotes (‘elk verhaal als een foto/ waar we in kunnen kijken’ om met Woodsons poëtische woorden te spreken) vertelt ze, puttend uit haar herinneringen, haar levensverhaal dat vooral ook het ontroerende verhaal is van de wording van haar schrijverschap. Al jong weet ze: ‘Op een dag wil ik woorden vangen./ Ik wil ze vasthouden/ dan zacht wegblazen, kijken hoe ze/ uit mijn handen zweven.’
Bijna-gedichten
De helder verwoorde bijna-gedichten geven Brown Girl Dreaming een universele lading. Net als Blijf zachtjes bij me is dit een boek voor iedereen die zijn eigen weg moet zien te vinden in een wereld waarin er altijd muren zullen moeten worden geslecht. Dit besef, dat het leven een strijd is, roept Woodson op met sprekende, alledaagse beelden. Zoals dat van haarzelf en haar moeder, samen de was vouwend: ‘witte/ handdoeken/ apart van de gekleurde. De een/ een bedreiging voor de ander/ […] De lichtroze handdoek, een herinnering/ van de keer dat ‘ie met een rode gewassen werd. Misschien/ zit er toch iets in het idee/ dat sommige mensen willen – dat we allemaal apart blijven./ Maar op een gegeven moment/ vervaagt alles/ misschien/ tot grijs.’ Wat valt hieraan nog toe te voegen?
25-02-2022 Mirjam Noorduijn
Jeremiah zit goed in zijn vel. Tenminste, als hij thuis is, in zijn eigen buurt in Brooklyn. Maar nu gaat hij naar een chique middelbare school in Manhattan, waar zwarte tienerjongens nogal opvallen. Daarom is hij verbaasd als hij tijdens zijn eerste week Ellie ontmoet. Zodra hun blikken elkaar kruisen staat de tijd stil en weten ze dat ze bij elkaar horen – ondanks dat zij joods is en hij zwart. Hun werelden verschillen gigantisch, maar dat maakt ze niets uit. Waarom probeert de rest van de wereld hen dan wel uit elkaar te houden?
'Het 24 jaar oude Romeo en Julia-verhaal van Jacqueline Woodson is nog altijd brandend actueel.' – Trouw
'Woodson schudt de lezer ongenadig wakker. Die kan niet anders dan met een brok in de keel dit wonderschone boek dichtslaan.' – Jaapleest
'Zowel Blijf zachtjes bij me als Brown Girl Dreaming zijn veel meer dan een scherpe, sociale aanklacht tegen de Amerikaanse samenleving. Woodsons karaktergedreven verhalen gaan uiteindelijk over wie we zijn als mensen en hoe ingewikkeld het is ons van mens tot mens tot elkaar te verhouden.' – NRC Handelsblad
ISBN | 9789021426877 |
---|---|
Aantal pagina's | 208 |
Datum van verschijning | 20220127 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 141 mm |
Hoogte | 222 mm |
Dikte | 21 mm |