Maja is geen gewone, hardwerkende bij zoals wij die kennen, want werken wil ze niet. Ze wil de wijde wereld in. Dat doet ze dan ook. Maja maakt tijdens haar avonturen van alles mee en leert zo haar medeschepsels kennen. Niet alleen insecten zoals de mooie, maar gulzige libel, de pedante kever, de valse spin die haar in zijn web lokt, maar ook de kikker waar je voor op moet passen en de specht met zijn lange dunne, kleverige tong waar insectjes aan blijven vastkleven. Je kunt zeggen dat ze door schade en schande wijs wordt, zeker na haar allerlaatste, bloedstollende avontuur als ze in handen valt van de aartsvijand van de bijen: de horzels.
Waldemar Bonsels heeft van de avonturen van een klein bijtje niet alleen een spannend, maar ook een leerrijk verhaal gemaakt. Want spelenderwijs komt de lezer van alles te weten over het doen en laten van allerlei insecten die de schrijver op humoristische wijze als kleine mensenkinderen neerzet.