Tim (10 jaar) en Tess (9 jaar) zijn broer en zus. Hun beste vriend is Rohan (11 jaar). Hij zit bij Tim en Tess op school en woont ook in de buurt. Ze zijn een beetje bang voor de oude achterbuurman, die hen altijd wegjaagt uit de brandgang tussen hun huizen en het appartementengebouw. Ze hebben een speciale code om elkaar te waarschuwen als de achterbuurman in de brandgang rondloopt. Hun hond Bas is daarentegen dol op die achterbuurman en denkt altijd dat hij met hem wil spelen, als deze hem met de bezem achterna zit. Ze noemen hem daarom meneer Bezem.
De oude buurvrouw van Tim en Tess is een kunstenares met haar atelier in het tuinhuisje naast de grote boom die op de erfgrens staat. Omdat zij gaat verhuizen, komen er nieuwe buren, twee (volwassen) broers. Zij houden er rare werktijden op na. Ze breken ’s nachts het tuinhuis af, en graven de tuin deels af. Al gauw blijkt dat ze niet gaan verbouwen, maar ergens naar op zoek zijn.
Tess, Tim en Rohan raken betrokken bij een gevaarlijke zoektocht naar een schat, die ergens verborgen moet liggen in de tuinen rond de brandgang. Alles draait om een legende over het oude landhuis dat ooit op de plek van het appartementengebouw stond.
Slagen ze erin de schat te vinden? En eerder dan de broers?