Een sprookje, waarin twee sociologen, in opdracht van hun universiteit, een (op het Science Park) teruggevonden dagboek van een fysicus onderzoeken. Dit cynisch verslag, in de vorm van hun e-mails, wordt regelmatig afgewisseld met stukken autobiografie van de (vermoedelijke) fysicus zelf.
Als ik-figuur vormt hij de held van deze roman.
Maar...held? De twee totaal verschillende verhaallijnen tekenen het harde leven van een fanaticus die doormiddel van de theoretische natuurkunde de oervorm van de schepping meende te kunnen achterhalen. Hoe hij deze krachtproef aanvatte (het vinden van die veronderstelde oervorm) wordt uitgebreid beschreven. En ook hoe hij aan deze wel / niet geslaagde poging - achteraf gezien - het leven van een gezond sociaal mens blijkt te hebben opgeofferd.
Foelkel is zelf theoretisch fysicus. Na te zijn afgestudeerd op wervels in vloeibaar helium, een kwantumvloeistof, werd hij (destijds) de redacteur natuurkunde van de Grote Spectrum Encyclopedie. Daarna werd zijn eerste roman (Onder de Pannen, Meulenhoff 1995) door een literair tijdschrift uitgeroepen tot het debuut van het jaar. Na een lange stilte wordt nu duidelijk wat zich bij hem in de daarop volgende jaren aan hersenspinsels heeft ontwikkeld...
Zie ook sfermion.nl