Wie heeft nog nooit gezegd ik vin je zo lief? En wie heeft nog nooit gedacht Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten? Sommige regels keren steeds weer terug. In dromen (Groots en meeslepend wil ik leven!), in advertenties (Een nieuwe lente) of in verzuchtingen (Tussen droom en daad staan wetten in de weg). Allemaal regels die tot het dagelijks taalgebruik zijn gaan behoren, maar die oorspronkelijk deel uitmaakten van een gedicht.
Poëzie heeft in de Nederlandse literatuur altijd een belangrijke plaats ingenomen. En er zijn talloze gedichten die iedereen kent, of waarvan enkele regels in het gemeenschappelijk geheugen gegrift staan. Domweg gelukkig, in de Dapperstraat bevat al die beroemde gedichten, van het allereerste begin: Hebban olla vogala, tot aan de dag van vandaag: Sterven doe je niet ineens, maar af en toe ’n beetje. Alle grote dichters uit onze literatuur én de ‘kleintjes’ die zich met één gedicht onsterfelijk hebben gemaakt zijn vertegenwoordigd.
‘Het boek bevat prachtige gedichten, een vermakelijke inleiding, een bijna wetenschappelijke bronvermelding en een register op titels, beginregels en klassieke regels.’ – De Volkskrant
‘De bloemlezing van Aarts en Van Etten is zelfs bijzonder goed.’ – Het Parool
‘Dit boek is te beschouwen als het zakbijbeltje voor de ware poëzieliefhebber.’ – Leidsch Dagbld