Een dag op het stembureau
Nog voordat Een dag op het stembureau begint, onderstreept Italo Calvino het waarheidsgehalte van zijn verhaal; zelf zat hij namelijk twee keer (in 1952 en 1961) in een stemlokaal en heeft hij alles waargenomen waarover hij schrijft.
Zijn alter-ego Amerigo komt binnen in Cottolengo, het Piccola Casa della Divina Provvidenza, een religieus ziekenhuis in Turijn dat nog altijd bestaat. Na de Tweede Wereldoorlog gold in Italië een opkomstplicht, en patiënten, hoe ziek of gestoord ook, mochten gewoon stemmen. Een dagje plichtsbesef namens zijn partij, zo voelde het aanschuiven bij het stembureau. Omdat deze gemeenschap zo ver van hem afstond, veronderstelde hij een schijndemocratie aan te treffen vergeleken met de echte die zich afspeelde buiten de muren.
Amerigo wordt bevestigd in zijn veronderstelling als hij de trieste gevallen voorbij ziet komen: ‘zieltogende oudjes of door aderverkalking verlamden, kortom, mensen die niet toerekeningsvatbaar waren’, schrijft Calvino kort door de bocht. Als controleur van de documenten van de kiezers ziet Amerigo hoe de priester „helpt” bij het zetten van kruisjes of hoe zwakzinnigen in koor lijst en naam van een kandidaat scanderen. De eerste keer dat hij fraude constateert, is hij nog verbaasd; de tweede keer mompelt hij wat en de derde keer kijkt hij apathisch toe. Wat kun je doen als je de enige bent die er vragen bij stelt en de voorzitter van het stembureau zelf wegkijkt? Hij ziet hoe een gerespecteerde religieuze instelling voor een dag verandert in een ‘electoraal reservoir voor christendemocraten’.
Toch is Een dag op het stembureau geen somber klaagverhaal. Het is vooral een goed, geestig geschreven en door Linda Pennings evenzo vertaald, scherp verslag van een man die zijn moraal ziet verbleken in de praktijk. Hij blijft optimistisch want „zonder optimisme zou hij geen communist zijn geweest”.
Communistische partij
Interessant is dat Calvino (1923-1985) zelf tot 1957 actief lid was van de Partito Comunista Italiano (PCI) maar zijn lidmaatschap opzegde toen hij het niet langer eens was met de koers. Een dag op het stembureau, waarvan de eerste Italiaanse druk in 1963 uitkwam, schreef hij dus als niet-partijlid, terwijl hij Amerigo nadrukkelijk als communist neerzet. Dat geeft een extra laag: Calvino laat Amerigo de overtuiging verkondigen die hij zelf achter zich liet.
Wel vraagt zijn alter-ego zich af hoe het kan dat hij als man met principes de fraude eerst nog door de vingers ziet. Hij vreest dat het te maken heeft met zijn neiging mee te bewegen met de ander, zich te verplaatsen in de priester die hier eigenlijk zijn tegenstander is. Het is de afwisseling van die politieke reflectie met de bizarre, vaak geestige werkelijkheid in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld wanneer Amerigo met het ‘gedetacheerde bureau’ langs de slaapzalen moet. Bij de oude nonnen voelt hij zich Roodkapje en durft hij nauwelijks gordijntjes open te doen want ‘elke zieke grootmoeder is, altijd, een wolf’. Hij wordt wel steeds strenger: wie niet zelf een vakje kan aankruisen, stemt maar niet. Democratie houdt ergens op, moet hij gedacht hebben.
Wat begint als frustratie groeit uit tot een bredere gedachte. Amerigo beseft dat hij in aanraking komt met een ‘verborgen Italië’: een land van zieken en gehandicapten dat meestal uit beeld blijft. De keerzijde van het trotse Italië dat liever paradeert over de boulevards. Zo verlaat hij de instelling met een dubbel gevoel: hun stemmen worden misschien misbruikt, maar hun bestaan is echt – en ook zij horen bij de democratie. Zij vormen een eigen gemeenschap, de geestelijken verzorgen de bewoners, er is saamhorigheid, er wordt gelachen. Zijn conclusie is helder: „Ook de stad van de grootste onvolmaaktheid kent haar volmaakte uur.” Het is geen cynisch besluit maar een bescheiden inzicht dat de democratie nooit volmaakt is.
Als boek is Een dag op het stembureau misschien geen zwaargewicht in Calvino’s grote oeuvre – daarvoor zijn allegorische en speels-fantastische werken als De onzichtbare steden bepalender geweest. Het is wel met dezelfde heldere stijl, ironie en filosofische inslag geschreven. Zelf zei Calvino over het boek in de Corriere della sera dat hij voor het eerst over zieken, pijn en geboortebeperking had durven schrijven. ‘Alleen al het erkennen van hun bestaan, het weten dat men rekening met elkaar moet houden, verandert veel dingen’. Vlak voor de verkiezingen houdt het boek ons een spiegel voor: wat verstaan we eigenlijk onder democratie, wie mag er meedoen en hoe gaan we om met stemmen die kwetsbaar zijn?
| Uitgever | Cossee, Uitgeverij |
|---|---|
| Auteur(s) | Italo Calvino |
| ISBN | 9789464522563 |
| Bindwijze | Paperback |
| Aantal pagina's | 112 |
| Datum van verschijning | 20250925 |
| NRC Recensie | 4 |
| Breedte | 124 mm |
| Hoogte | 200 mm |
| Dikte | 11 mm |