In 'Flip' beschrijft Marjan Berk hoe Duifje samenleeft met de as van haar gecremeerde man, Flip. Ze bewaart zijn as in een zilveren cocktailshaker en neemt hem overal mee naartoe, voert gesprekken met hem en vraagt hem regelmatig om raad. Voor haar is Flip niet dood, juist springlevend, en dichterbij dan ooit. Maar over haar levendige relatie met haar dode man laat zij zich bij anderen niet uit, totdat haar beste vriendin Rika erachter komt en Duifje erop aanspreekt. Nu Rika haar 'geheim' kent, breekt Duifje. Rika dwingt haar afstand te doen van de as, wat Duifje totaal ontregelt; verder leven zonder haar dode Flip doet haar ondraaglijk aan. Ze wordt gekweld door een groot gevoel van leegte. Totdat uit onverwachte hoek zich een nieuw levensperspectief aandient.