Gloei
Hoe generatie Z met seksualiteit omgaat
Queer jongeren De 21 jongeren in interviewboek Gloei (●●●●) delen een andere geaardheid of gender dan de meerderheid.
De gereformeerde puber Marijke is in de war. Want waarom mist ze haar beste vriendin altijd zo als ze niet bij elkaar zijn? Waarom moet ze ’s nachts altijd denken aan actrice Jennifer Lawrence? En waarom herkent ze zich zo in de ‘hoe-weet-ik-dat-ik-gay-ben’-video’s op YouTube? Bij haar ouders en op school kan ze niet terecht met dit soort vragen – het bestaan van ‘andersgeaarden’ wordt in haar omgeving praktisch verzwegen.
Marijke is één van de 21 jongeren tussen de 16 en 23 jaar die schrijver en dichter Edward van de Vendel (1964) interviewde voor het interviewboek Gloei – de aftrap van een queer boekenreeks van uitgeverij Querido. De gesprekken geven een fascinerende kijk op hoe generatie Z omgaat met zaken als identiteit, gender, seksualiteit en liefde. Vooral: veel opener. Dat begint al bij de introductie: achter elke naam staan iemands gewenste voornaamwoorden. Wat de geportretteerden gemeen hebben is dat ze een andere geaardheid of gender hebben dan de meerderheid – van een transkoppel tot een biseksuele vluchteling, van een letterlijke only gay in the village tot een panseksuele student.
Representatie
Het belangrijkste verschil met eerdere generaties is dat deze jongeren geen wereld kennen zonder internet. Bijna allemaal wenden ze zich tot hun smartphone bij het verkennen van hun identiteit. Het maakt de vaak eenzame zoektocht net wat minder eenzaam. Op YouTube vinden ze series, op fora lezen ze over ervaringen, via Instagram sluiten ze vriendschap en eerste liefdes. Technologie die overigens ook net zo goed een wrede kant heeft. Zo stapt de hele klas uit de groepsapp, vertelt één geïnterviewde, nadat zij eraan wordt toegevoegd. Het klimaat op middelbare scholen is, ondanks dat ‘homo’ er nog het meest gebruikte scheldwoord is, iets verbeterd, met de oprichting van gender & sexuality alliances (GSA).
Dat deze jongeren zich al op vroegere leeftijd comfortabel voelen bij een identiteit die niet per se ‘cishet’ is (‘cisgender hetero’), lijkt ook samen te hangen met een verbeterde representatie. Dit boek, met een waaier aan identiteiten, is een welkome aanvulling.
Pingpongspel
Elk interviewhoofdstuk wordt ingeleid met een gedicht en een kleurrijk portret door Floor de Goede. Dat werkt prikkelend: ze geven creatieve hints over het interview dat je gaat lezen. Zo wordt de Vlaamse Leno afgebeeld als Sneeuwwitje, de ogen gesloten, wachtend op de kus. Want, zo lees je later, deze enige homo in zijn dorp vlucht in een sprookjeswereld om zijn homofobe omgeving te overleven. Bij een gedicht over een Armeense vluchteling op zijn eerste Pride, dicht Van de Vendel: ‘en even voel ik me schoongekeken. Jarenlang met blikken beschilderd / en met woorden bestreken, maar nu / tevoorschijn gezien.’
De interviews lezen als een prettig pingpongspel, waarbij Van de Vendel op een respectvolle manier doorvraagt, waardoor je een compleet beeld krijgt met mooie details – maar wel wegblijvend van trauma-uitbuiting. Elk hoofdstuk beschrijft de moedige reis die iemand heeft afgelegd, in een omgeving die daar niet altijd even positief op reageert. En voor iedereen is er een andere hindernis. Zo lees je hoe verschrikkelijk de puberteit is voor trans-personen: een lichaam dat steeds verder weg komt te staan van wie je in je hoofd bent.
Je mag hopen dat dit boek in de schoolbibliotheek gevonden wordt door die scholieren die nog aan het begin staan van de reis die de geïnterviewden al achter de rug hebben. Want ze laten stuk voor stuk zien: echt waar, het wordt beter.
2020-10-16 Jonas Kooyman
Ieder interview wordt voorafgegaan door een gedicht dat Van de Vendel maakte naar aanleiding van het gesprek, en een getekend portret door Floor de Goede.
ISBN | 9789045124537 |
---|---|
Aantal pagina's | 496 |
Datum van verschijning | 20200922 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 151 mm |
Hoogte | 230 mm |
Dikte | 39 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres