In Het verhaal van Aeneas doet Vergilius in twaalf hoofdstukken waar Homerus er achtenveertig voor nodig had: zijn held zwerft over zee en voert een oorlog. Tijdens die zwerftocht vertelt Aeneas aan Dido, koningin van Carthago, die dol verliefd op hem is, over de afloop van de strijd om Troje, met het befaamde houten paard. Nadat hij haar heeft verlaten om in Italië te gaan vechten, als voorbereiding op de stichting van Rome, pleegt zij zelfmoord. Al in de oudheid gold Het verhaal van Aeneas als de hoogste top van de Romeinse literatuur.
Publius Vergilius Maro (70-19 v.Chr.) wordt ook de Mantuese zwaan genoemd, en niet voor niets: hij kwam uit een dorpje bij Mantua, en zijn grootste werk, de Aeneis oftewel Het verhaal van Aeneas, was zijn zwanenzang. Ruim dertien eeuwen na zijn dood treedt hij trouwens nog op in Dantes Goddelijke komedie.