Als men wil begrijpen uit welke uiteenlopende gebiedsdelen Nederland ging bestaan toen de buitengrenzen werden vastgelegd, leest men de Historische Streekatlas NL. Hierin tonen Martin Berendse en Paul Brood de samenhang tussen de bonte verzameling van gewesten, kwartieren, graafschappen, baronieën, polders en eilanden in de delta van Schelde, Maas en Rijn.
De Historische Streekatlas NL is in de eerste plaats een kijkboek.
Via oude kaarten en documenten gaan de auteurs op zoek naar de historische achtergrond van onze streeknamen en onderzoeken ze wat er in de eenentwintigste eeuw nog van over is. Ze ontdekken dat de meeste streeknamen hun oorsprong in de middeleeuwen hebben en al eeuwenlang meegaan. Dat verklaart waarom sommige Hollanders zich Waterlander en sommige Brabanders zich Kempenaar noemen. Waarom het extra mooi is om fan van De Graafschap of FC Twente te zijn en waarom er Kleifriezen en Woudfriezen zijn. En… waarom geen enkele bestuurlijke vernieuwer in Nederland om onze aloude landstreken heen kan.
Eerder schreven Martin Berendse (OBA) en Paul Brood (Nationaal Archief) de Historische Atlas NL, over de Nederlandse buitengrenzen. Daarin lieten ze zien hoe Nederland zich door de eeuwen bijeen heeft geraapt. De Historische Streekatlas NL is het tweede deel over de wordingsgeschiedenis van Nederland.