In Hitlers geheime dagboek geeft Charis Vlavianós een meesterlijke reconstructie van de tijd van Hitlers opsluiting in de gevangenis (1923-24), na de mislukte 'Bierkellerputsch' in München. Zo schetst hij de persoonlijkheid van de man die zo'n bloedig stempel op de twintigste eeuw zou drukken.
Geschreven in de vorm van een fictief dagboek, maar op basis van historische gegevens. Een psychologische roman, over een man die gevoelsmatig invalide, geestelijk oppervlakkig en volkomen egomaan is, met al zijn hartstochten, fobieën, haatgevoelens, obsessies en complexen. Die, na de mislukte putsch in de gevangenis, op een hopeloos dieptepunt verkeert, maar die enkele maanden later zijn proces aangrijpt om er weer helemaal bovenop te komen. En die na ruim een jaar de gevangenis verlaat met nieuwe moed: gestaald voor zijn leiderschap zoals hij het voor zich zag en zoals de wereld het in de volgende twintig jaar zou ondergaan.
De dichter en historicus Charis Vlavianós (1957) schreef deze roman uit 2016 onder indruk van de opkomst van de Gouden dageraad, de Griekse neonazistische partij (die intussen alweer uit het Griekse parlement verdwenen is), maar ook van de wereldwijde opkomst van allerlei populistische bewegingen.
Dit is nr. 32 in de reeks "Grieks Proza".