David Schijndels, een jongen van zes jaar, is geobsedeerd door dinosauriërs. Samen met zijn flamboyante vader bezoekt hij het natuurwetenschappelijk museum van Brussel. Fascinerende reisjes die geheim moeten blijven voor zijn labiele moeder. Op een dag laat Davids vader hem achter bij de aantrekkelijke Sarah. En terwijl zijn vader een dubbelleven leidt, zwerft David door het museum, in een wonderlijke wereld waarin hij almaar meer verdwijnt, op een wijze die hij zelf nooit had durven hopen.
In het museum is het verhaal van de liefde tussen vader en zoon, van de fantasie van een jongen en het verraad van volwassenen, van het verborgen
leven in dode fossielen.