Van sommige mensen volstaat de voornaam. Zo is er maar één Jean en dat is de man die Nederland leerde wat wielrennen is. Bijna dertig jaar verzorgde Jean Nelissen het tv-commentaar in de Tour de France, een uit bronsgroen eikenhout gesneden stemgeluid.
Toen het Nederlandse wielrennen in de tweede helft van de vorige eeuw zijn grootste successen vierde, was Jean ook op zijn hoogtepunt. De onderkoning van Limburg werd hij genoemd, een status die werd onderstreept door het kasteel dat hij bewoonde.
Jean Nelissen was veel meer dan wielerverslaggever. Hij schreef net zo veel over het (Limburgse) voetbal en ontpopte zich tot een bijzondere dagbladjournalist.
Als het leven een col buiten categorie zou zijn, dan was Jean Nelissen glansrijk bovengekomen. Maar wie boven is, moet ook weer naar beneden. En dat liep minder goed af.
‘Jean’ is een verslag van dat uitzonderlijke leven. Van kasteelheer tot zwerver, maar altijd met opgeheven hoofd.
Mart Smeets over Jean Nelissen: ‘Wat een man!’