Volgens zijn bewonderaars had de begaafde Jotie T’Hooft (1956-1977) halfweg de jaren zeventig alles om uit te groeien tot een groot dichter. ‘Als Hugo Claus de keizer is, is Jotie T'Hooft de prins,’ verklaarde Julien Weverbergh (uitgever Manteau) toen T’Hooft voor zijn dichtbundel
Junkieverdriet de Reina Prinsen Geerligsprijs kreeg.
Veertig jaar na het overlijden van Jotie T’Hooft is er eindelijk weer een fraaie heruitgave van deze iconische bundel, die sinds begin jaren tachtig niet meer in zijn oorspronkelijke vorm herdrukt was.
Daar ik een vermorzeld mens ben, liefste
Leg ik me behoedzaam neder
En tracht in het gebied dat ik verken
Geen sporen na te laten.