Achter in mijn klaslokaal stond vroeger een lege stoel. Nu zit er een nieuwe jongen. Hij heet Ahmet. Hij is negen jaar (net als ik), maar hij is heel raar. Hij praat nooit en lacht nooit en hij houdt niet van snoep – zelfs niet van citroenzuurtjes, die ik het allerlekkerst vind!
Maar toen kwam ik achter de waarheid: Ahmet is eigenlijk helemaal niet vreemd. Hij heeft zijn land moeten ontvluchten vanwege oorlog. Een echte oorlog, met bommen en vuur en kogels die mensen verwonden. En hoe meer ik over hem te weten kom, hoe meer ik hem wil helpen.
En daar komen mijn beste vrienden Josie, Michael en Tom om de hoek kijken. We hebben namelijk een plan…