Vlaanderen, Pasen ¬1944.
Marie Pauwels, net zestien, droomt van een avontuurlijker en romantischer leven dan het saaie en beknotte bestaan onder de kerktoren van Meenbeek. De oorlog die nu al vier jaar woedt, lijkt aan het dorp voorbij te gaan. Maar schijn bedriegt. Zeker wanneer op een nacht een Canadese bommenwerper vlak achter de boerderij neerstort. Alleen de piloot weet te ontkomen, tot woede van de SS'ers en de plaatselijke collaborateurs.
Intussen zorgt de landing in Normandië in heel België en Nederland voor steeds meer spanning en bloedige confrontaties tussen wit en zwart. Ook daarvan blijft het dorp gespaard.
Tot die fatale zondag 30 juli 1944, waarop één kogel voor een tragedie zorgt...