Koud genoeg voor sneeuw
Hier komt het op neer: een moeder en haar volwassen dochter maken een rondreis door Japan. Er zijn romans die zich moeilijker laten samenvatten. Het is dan ook een gebrekkige samenvatting. Jessica Au weet in haar roman Koud genoeg voor sneeuw dit gegeven uit te bouwen tot iets veel groters. Alhoewel, ‘uitbouwen’ is hier niet het woord; je hoort bij het lezen van deze roman geen bouwlawaai, betonmolens, geklos over steigers. Je hoort eigenlijk niets, ja, ruisende regen zo nu en dan, meteen in de eerste zin al: ‘Het regende toen we het hotel uit liepen, een lichte, ragfijne regen, wat weleens voorkomt in Tokio.’ Die lichte, ragfijne regen ligt als een sluier over dit bijzondere boek.
De moeder is geboren in Hongkong, maar net als haar dochter woont ze in een niet bij name genoemd westers land. (Onwillekeurig denk je aan Australië, waar de auteur vandaan komt.) Ze wonen niet in dezelfde stad, en zijn sinds de dochter volwassen is niet meer samen op stap geweest. Het is de dochter die de reis heeft voorbereid en de route bepaalt, zij is ook de verteller.
Bijzondere dingen doen ze niet op hun reis. Ze gaan naar musea en bezoeken oude tempels. Er is afstand tussen de twee, ook letterlijk: in musea zoekt de dochter haar eigen weg, het komt herhaaldelijk voor dat de moeder buiten op een bankje geduldig blijft wachten tot de dochter gezien heeft wat ze wil zien. Soms doet de moeder haar best, en vraagt ze aan haar dochter welk boek ze aan het lezen is, maar het is duidelijk dat ze zich in verschillende werelden bevinden. Koud genoeg voor sneeuw is een boek van herinneringen. Tijdens de reis denkt de dochter terug aan haar studietijd, aan die keer dat ze op het huis van haar favoriete docente mocht passen, aan haar zus, met wie ze samen is opgegroeid, en aan het leven met haar man, Laurie. Veel van die herinneringen hebben op een kalme manier te maken met geluk. ‘Hoe zoveel geluk kon voortvloeien uit zulke kleine dingen’, verzucht de dochter als ze terugdenkt aan een stroomstoring die haar en haar man noodzaakte bij kaarslicht te eten.
Laagje weemoed
Over al die herinneringen ligt een laagje weemoed, die wordt versterkt door de manier waarop Au het verhaal vertelt. Ze heeft een grote voorkeur voor de indirecte rede, waardoor je nooit echt oorgetuige bent van de gesprekken tussen moeder en dochter. ‘Ze vroeg of het morgen zou gaan regenen en ik zei dat ik dat niet zeker wist.’ ‘Ik vroeg wat ze ervan had gevonden vandaag, en ze zei dat het een leuke dag was geweest.’ Dit schept afstand, maar het maakt de overgang tussen het heden van de reis en de herinneringen die zich door het verhaal heen weven juist weer kleiner. Het resultaat is een vanzelfsprekende eenheid waarin heden en verleden elkaar moeiteloos afwisselen, zelfs wanneer binnen herinneringen wordt afgedaald naar nog oudere herinneringen. Het doet een beetje denken aan de stijl van W.G. Sebald. Hoewel die over andere thema’s schreef en zijn boeken donkerder zijn, bereikte hij eenzelfde melancholisch effect.
Koud genoeg voor sneeuw is het tweede boek van Au, en is inmiddels in vele talen vertaald. En terecht: het is een gave, zacht glanzend roman, een boek om op een schemerachtige avond uit de kast te pakken en op een willekeurige plek open te slaan om je nog eens te laten meevoeren door het dromerige maar tegelijkertijd glasheldere proza dat geschreven is in een bijna wiegend ritme.
Maar laat je niet in slaap wiegen: gaandeweg duiken er in de roman glimpen van een andere ondertoon op. Zo herinnert de dochter zich een treurige liefdesgeschiedenis van een oom, die verliefd werd op een meisje uit een hogere klasse. Maar achteraf lijkt dat verhaal verdacht veel op een verhaallijn uit een soap: is het wel gebeurd? En die herinnering aan de stroomstoring – niet alleen eten ze bij kaarslicht, maar ze dansen ook want ‘Laurie had een lp opgezet’. Je leest er bijna overheen, een lp draaien tijdens een stroomstoring, maar daarna sijpelt de twijfel binnen, is dit een vergissing van de auteur of van de verteller? Je neigt naar het laatste, en vraagt je vervolgens af waarom de dochter het herinnerde geluk mooier wil voorstellen dan het was.
Een groter gemis
Er zijn andere tekens: wanneer de dochter een dag alleen op stap gaat om een bergwandeling te maken, schat ze de tijd verkeerd in en bereikt ze pas in het donker de herberg waar haar moeder op haar zou wachten; dan gebeurt er iets waardoor het verhaal subtiel wankelt. En wanneer ze het later over overschilderingen op oude schilderijen heeft, waarschuwt de dochter dat schrijven op schilderen lijkt: door overschilderingen kan je ‘teruggaan om het verleden te veranderen, om de dingen niet te maken zoals we waren, maar zoals we wilden dat ze waren geweest, of liever gezegd, zoals wij ze zagen.’ Bijna ten overvloede voegt ze hier nog aan toe: ‘Ik zei dat het om die reden een goed idee was om niets wat ze las zomaar te geloven.’
En zo schemert er achter de vertelling iets anders door, een groter gemis, een universeler verlangen. Die ondertoon geeft het verhaal een diepere laag en maakt dat deze roman over meer gaat dan alleen over een moeder en een dochter die een reis maken.
Het ligt voor de hand een roman als Koud genoeg voor sneeuw te betitelen als ‘een klein meesterwerk’. Niet alleen omdat het een klein boek is (160 pagina’s, grote letter), maar ook vanwege het schijnbaar beperkte panorama, de korte tijdsduur, het gebrek aan belevenissen. Zo’n etiket, dat toch altijd met enige minzaamheid wordt aangebracht (‘Ja zeg, mooi, maar Oorlog en vrede is het niet hè’), mag wat dit boek betreft worden vergeten. Deze roman gaat over familie, over relaties, over ouders en kinderen, over opgroeien, over ontheemd zijn, ouderdom, afscheid nemen – noem dat maar klein.
Koud genoeg voor sneeuw is een ontroerende elegie over liefde en verwantschap, waarbij de vraag rijst in hoeverre we de innerlijke wereld van een ander werkelijk kunnen kennen.
ISBN | 9789029545242 |
---|---|
Aantal pagina's | 160 |
Datum van verschijning | 20220308 |
NRC Recensie | 5 |
Breedte | 133 mm |
Hoogte | 207 mm |
Dikte | 19 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres