Onder het Luchtspoor
Echt senang voelt hij zich niet in die linksige wereld
Peter Swanborn Voor de hoofdpersoon van deze debuutroman wordt het tijd om eens aan de slag te gaan na een decennium maatschappijkritisch rondhangen in het krakersmilieu van de jaren tachtig.
Over de babyboomers hoor je weleens dat het zo schandalig is dat ze hun idealen eraan gaven. Eerst, toen ze jong waren, barricadeerden ze de deuren van het Maagdenhuis en schreeuwden ze er toepasselijke leuzen bij om zich daarna, een diploma en een maandelijkse hypotheeklast verder, in ruil voor vorstelijke salarissen en bonussen onvermoeibaar in te spannen voor de bedrijven die ze voorheen zo zeiden te verfoeien. Maar zouden er nu net tussen 1945 en 1955 zoveel mensen met een hypocriete inborst geboren zijn? Natuurlijk niet. Het is de weg van de meeste vlees: eerst jong, arm, boos en anti zijn en vervolgens met een doorbrekend grijs op de slapen opgenomen worden in de gelederen van het goedbetaalde, comfortabele conformisme.
Is Arend Zwart aan het eind van Onder het Luchtspoor, het debuut van dichter Peter Swanborn, zo’n arrivé? Niet helemaal, maar dat zijn beste tijd als dwarskop er inmiddels op zit is evident. Nadat we hem eerst 130 pagina’s volgden in het punk-/krakers-/ban-de-bom-/doe-het-dan-lekker-zelf-jaar 1981 is het nu opeens 1989 en behoren de hoogtijdagen van het anarchistisch getinte verzet definitief tot het verleden. De overheid liet hem een klein decennium kosteloos in een prachtig pand wonen; nu moet hij eruit. Misschien is dat maar beter ook. Dan heeft hij tenminste een stok achter de deur om eindelijk de grote kunst te maken die hij altijd al wilde maken.
Linksige houtje-touwtjewereld
Dit zogenaamd maatschappijkritische rondhangen in een tijdspanne die gekenmerkt werd door een laag woningaanbod en een hoge werkloosheid, is de setting van Onder het Luchtspoor. Arend en zijn artistieke vrienden proberen er wat van te maken, maar veel komt er niet van de grond. Arend zelf, en dat is verreweg het meest geslaagde element van de roman, is er de man ook niet helemaal naar om in die kringen te verkeren. Goed, hij wil dan wel kunst maken, maar helemaal senang lijkt hij zich toch niet te voelen in die linksige houtje-touwtjewereld. Heel subtiel, en soms ook behoorlijk roerend, zijn Swanborns scènes over Arend en diens ouders. Heel burgerlijke, fatsoenlijke mensen, waar Arend vermoedelijk toch meer gemeen mee heeft dan hij wil toegeven. Maar vriendin Barbara heeft hem wel door. ‘Daarom zou ik nooit verliefd op je kunnen worden. Jij zou ook best op een kantoor kunnen werken. Zo vader, zo zoon.’
Als je Swanborn het voordeel van de twijfel gunt, dan lijkt het zijn opzet te zijn geweest om de doelloosheid, de ongerichtheid van zijn personages door te laten klinken in de toon en de compositie van zijn roman. Of, anders gezegd, om niet alleen een tijdsbeeld af te leveren, maar om ook de ervaring van die tijd door te voeren in het geheel. Zo zitten er nogal wat doodlopende weggetjes in de roman, observaties of voorvallen die eigenlijk geen functie hebben voor het vervolg van het verhaal. En dat was misschien wel precies hoe het was, in de jaren tachtig. Je wás er wel, je zag weleens wat, maar vorderingen boekte je niet. Pas als Arend zijn vrienden fotografeert zoals hij dat wil doorbreekt hij de impasse. ‘Er gebeurt iets vreemds. Naarmate ik meer vrienden fotografeer, beland ik in een steeds groter niemandsland. Zodra de sluiter van mijn camera een klik laat horen, lijkt de persoon in kwestie te zijn verdwenen.’
10-06-2022 Sebastiaan Kort
Arend Zwart, een beginnend kunstfotograaf, keert na een aantal afgebroken studies terug naar zijn geboortestad. Terwijl hij pogingen doet om aan woonruimte te komen, brengt hij de avonden door in cafés. Daar ontmoet hij een aantal jonge kunstenaars, samen met hen kraakt hij een leegstaand pand. Het pand verkeert in slechte staat, maar het is groot genoeg voor zowel Arend als de getalenteerde Barbara. In de jaren die volgen dromen zij van een toekomst als succesvol kunstenaar, het nachtleven eist echter zijn tol. Dan komt het bericht dat de gemeente het pand gaat verkopen.
Onder het Luchtspoor is een roman over de verspilling van talent, over een groep jonge kunstenaars verstrikt in het web van bijstand, woningnood en jeugdwerkeloosheid. Tegelijk is het een subliem tijdsbeeld van de jaren tachtig.
ISBN | 9789463811309 |
---|---|
Aantal pagina's | 208 |
Datum van verschijning | 20220627 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 201 mm |
Dikte | 17 mm |