Praat met mij
Verliefd op pad met een chimpansee
T.C. Boyle Een studente probeert in opdracht van een onderzoeker de aap Sam te leren spreken. Ze verzeilt op een road trip met het dier, ontmoet een schurk en als rasechte verteller weet Boyle wel raad met dit avontuur.
Eind jaren zeventig. In een Amerikaanse tv-quiz treedt Guy Schermerhorn op, een onderzoeker die apen wil leren praten. Hij heeft Sam bij zich, een jonge chimpansee die bij hem thuis opgroeit en inmiddels via gebarentaal heeft leren communiceren. Aimee, een verlegen studente, ziet de uitzending en wanneer ze hoort dat Schermerhorn verzorgers voor Sam zoekt, aarzelt ze geen moment. Zo komt ze terecht op de ranch van Schermerhorn, met wie ze een relatie krijgt.
Maar in Praat met mij, de nieuwe roman van T.C. Boyle, draait het vooral om de groeiende band tussen Aimee en chimpansee Sam. Schermerhorn probeert aan te tonen dat primaten net als mensen geprogrammeerd zijn om taal te gebruiken. Zijn baas, professor Moncrief, is sceptischer, mede doordat nieuw onderzoek lijkt aan te tonen dat alleen de mens in staat is om taal te leren. Dat zou betekenen dat Schermerhorns onderzoek een doodlopende weg is. Bovendien zal Sam binnenkort zó sterk zijn dat niemand, ook Aimee niet, nog veilig met hem zal kunnen werken. Als lezer weet je dus dat het verhaal eigenlijk niet goed kan aflopen.
Maar voor je die afloop bereikt, heb je wel wat meegemaakt. Boyle gooit je niet dood met wetenschappelijke informatie. De research die hij ongetwijfeld heeft gedaan, heeft hij keurig op de achtergrond weten te houden. Hij is een verteller, en hij vertelt. Dat doet hij met verve: Praat met mij telt bijna 400 pagina’s maar je leest het in een paar sessies uit.
Bonnie en Clyde
Dat komt ook doordat de roman halverwege een road novel wordt: op een gegeven moment ziet Aimee zich genoodzaakt met Sam te ontsnappen. Door haar liefde voor Sam verandert ze van een verlegen meisje in een wanhopige maar daadkrachtige outlaw. Tijdens haar vlucht bepeinst ze het verschil tussen haar werkelijkheid en roadmovies als Bonnie and Clyde en Badlands. ‘Hoe gemakkelijk leek het voor de zogenaamde desperado’s met hun frisse make-up en perfecte kapsels […], maar zij hoefden alleen maar zichzelf te verstoppen, of de buit, of wat dan ook. Probeer maar eens een chimpansee met de energie van een supersonische raket en een gezicht dat niemand ooit vergat verborgen te houden.’
Maar dat is dus precies wat ze probeert. Haar acties veroorzaken ziedende woede bij professor Moncrief, niet alleen de baas van Schermerhorn maar ook de eigenaar van Sam. Die Moncrief is een keiharde, harteloze zak. Dat is wel een aangename verrassing voor de lezer: eindelijk weer eens een roman met een onvervalste slechterik – die dan ook nog eens een ooglapje draagt.
Het pleit voor het meesterschap dat Boyle op dit punt van zijn vertellerscarrière heeft bereikt: hij komt ermee weg, met die schurk. Wat hij ook goed doet: hier en daar vertelt hij het verhaal vanuit het perspectief van Sam zelf, in korte, snelle hoofdstukken waarin woorden die voor Sam van belang zijn (‘mijn boom’, ‘lekkers’, ‘thuis’) in hoofdletters worden weergegeven.
Op andere momenten gaat Boyle toch iets te achteloos te werk. Hij schenkt de band tussen Aimee en Sam zoveel aandacht dat haar relatie met Schermerhorn er bekaaid afkomt. Wanneer je op een gegeven moment leest dat de een de ander mist denk je: o ja, die twee hadden wat met elkaar, dat is waar ook; je mag er als schrijver best voor zorgen dat de lezer zoiets niet vergeet. En tijdens haar road trip komt Aimee in een spannende situatie terecht die uiteindelijk als een nachtkaars uitgaat en blijkbaar alleen was bedoeld als opvulling. Heel erg is dat allemaal niet, het doet weinig af aan de kwalificatie van deze roman als a very good read.
07-05-2021 Rob van Essen
ISBN | 9789493169364 |
---|---|
Aantal pagina's | 352 |
Datum van verschijning | 20210406 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 127 mm |
Hoogte | 206 mm |
Dikte | 34 mm |