Wachter op de morgen
Hoe verzoen je je met het leven en het lot?
Machteld Siegmann In de tweede roman van Machteld Siegmann zit geen conflict, pleidooi of boetedoening. Het is, gewoon, een levensverhaal. Toch boeit het.
Tweeënzeventig is Tak, de hoofdpersoon van Wachter op de morgen, de tweede roman van Machteld Siegmann (1972). In een lange monoloog tegen een buurman blikt hij terug op zijn verleden, niet schuimbekkend en raliebalend zoals de oude man in Jeroen Brouwers’ bekroonde Cliënt E. Busken, maar juist nuchter, oprecht en samenhangend. Het wekt hierdoor verbazing dat de roman boeit, er is geen conflict, het is geen pleidooi, geen boetedoening ook, of maar ten dele. Het is, gewoon, een levensverhaal. Vol haken en ogen en inzichten die pas laat daagden, dat wel, maar echte rekeningen heeft Tak niet meer uitstaan. Zijn verhaal is een verhaal van verzoening, met het leven en het lot, met zichzelf en zijn naasten. Hij is aan het woord tegen de onderbuurman van zijn kleindochter, een nacht lang, aan de vooravond van kerst. Boven wordt uit zijn kleindochter een baby geboren, van de een of andere vader die in geen velden of wegen te bekennen is. Maar grootvader is op zijn post. Ditmaal wel.
Tak was er in het verleden lang niet altijd voor zijn naasten. Hij neemt zichzelf zijn eigen missers kwalijk, maar niet al te zeer. Het is zoals het is, het ging zoals het ging. Tak was een steile, stugge man, keihard bijvoorbeeld voor zijn enige dochter, die op jonge leeftijd het huis ontvlucht. Hard hiermee ook voor zijn echtgenote, die door zijn opstelling en haar trouw aan hem, ook haar kind moet missen. Zij is nu dood, hij weet intussen beter. Het zij zo.
Schuld heeft hij alsnog wel, vindt hij. Maar wie niet? Er is schuld die het particuliere ontstijgt: ‘de schuld die we allemaal zouden moeten voelen, een gedeelde schuld voor ons onvermogen om anderen te redden, om de wereld te redden.’ Schuld is verbinding, kortom. Hij is intussen veranderd: ‘Ja, ik kan er een heel drama van maken, ik ben daar zelfs heel bedreven in zoals u snel zult merken, maar ik weiger die weg opnieuw in te slaan, het wordt langzamerhand tijd de hoop het woord te geven in plaats van de wanhoop, de stem van de wanhoop heeft in mijn leven al vaak genoeg geklonken, die kennen we nu wel.’
Wijs en laconiek
Hoop dus. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Tak heeft zich, nadat hij aanvankelijk terugdeinst, opengesteld voor een plotseling opgedoken kleindochter. Intussen is hun band zo innig, dat hij bij haar bivakkeert. Zijn eigen huis is tijdelijk onbewoonbaar na een nogal groteske gebeurtenis: er is een vrachtwagen in binnengereden. Ook hierover is Tak meestentijds wijs en laconiek: ‘(-) feitelijk [zijn] alle plekken waar we verblijven te beschouwen als wachtruimtes.’
Siegmann laat Tak van begin tot eind uit de doeken doen hoe zijn jeugd verliep, tijdens de crisisjaren, hoe hij tewerkgesteld raakte in Duitsland in de oorlog, daarna gedwongen trouwde met een met kind geschopt meisje en hoe dat op een ramp uitdraaide, en hoe hij daarna toch echte liefde vond (en dat deels verklootte). De onderbuurman van de barende kleindochter boven, hoort aldoor toe. Hij krijgt nauwelijks een gezicht, wel wendt Tak zich tot hem in zinnetjes als ‘dat kan ik u wel vertellen’ of ‘weet u wat ik bedacht heb, toen u (even) sliep?’ Het is een prestatie dat Siegmann, die in haar debuut De kaalvreter juist meerdere vertellers aan het woord liet, deze vorm spannend weet te houden.
25-03-2022 Judith Eiselin
Wachter op de morgen van Machteld Siegmann is een ontroerende roman over verbroken familiebanden en de hoop op verzoening.
Omdat er een vrachtwagen zijn huis is in gereden, logeert de tweeënzeventigjarige Tak een tijdje bij Aria, zijn kleindochter. Aria is een jonge, alleenstaande kunstenares, ze woont in de stad en is acht maanden zwanger. Eerder dan verwacht, vlak voor kerst, beginnen de weeën. Tot het kind geboren is, wijkt Tak uit naar de onderbuurman, die hem aanspoort zijn levensverhaal te vertellen. Wat volgt is een even wonderlijk als meeslepende relaas over Taks kindertijd tijdens de crisisjaren, de dood van zijn moeder, over dwangarbeid, zijn huwelijken en zijn dochter Marina, die met hem gebroken heeft. Wat zal de ochtend hem brengen?
Wachter op de morgen van Machteld Siegmann is een epische roman over het innerlijk kompas, over veroordeling versus verdraagzaamheid en het verlangen naar verzoening.
'De hoge verwachtingen van De kaalvreter, winnaar Bronzen Uil 2020, lost Siegmann niet alleen in, ze overtreft haar debuut zelfs, zeker literair-technisch gezien.' - De Limburger
'Een wonderlijke, bedachtzame roman – liefdevol, ook – waarin vele grote thema’s de revue passeren. Siegmann vaart als auteur haar eigen koers, onverstoorbaar en trefzeker, en heeft een sterk talent voor het vertellen van een goed verhaal.' – de Volkskrant
'Siegmann bezit het vermogen om het niet gezegde met een omtrekkende beweging inzichtelijk te maken.' - NoordHollands Dagblad
'Het geloof is niet alleen een kracht, maar ook vaak een obstakel, en daardoor levensecht.' – Nederlands Dagblad
'Op niveau blijven na een succesvol debuut is voor veel schrijvers lastig. Niet voor Machteld Siegmann.' – Friesch Dagblad
'Sterk en overtuigend […] betoverend.' – De nieuwe koers
'Wachter op de morgen is een sympathiek verpakte levensles' – De Telegraaf
'Een boeiend verhaal, waarin het geloof op authentieke wijze naar voren komt.' – EO visie
ISBN | 9789026351938 |
---|---|
Aantal pagina's | 216 |
Datum van verschijning | 20220203 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 142 mm |
Hoogte | 216 mm |
Dikte | 20 mm |