Het heldenpad
Italiaanse vrijheidsstrijder Garibaldi was allerminst een naïeve romanticus
Italië Vrijheidsstrijder Garibaldi schoot iedereen te hulp die vocht voor zelfbeschikking. De Britse schrijver Tim Parks reisde in zijn voetsporen door de Apennijnen en reconstrueerde zijn leven.
Op het hoogste punt van de Gianicolo, de heuvel die vanuit het westen uitkijkt over het oude centrum van Rome, staat op een metershoge marmeren sokkel een bronzen standbeeld van Giuseppe Garibaldi. De Italiaanse vrijheidsstrijder zit fier te paard, met zijn kenmerkende poncho en volle baard, en lijkt peinzend de blik te richten naar het Vaticaan, midden negentiende eeuw het laatste struikelblok voor de Italiaanse eenwording.
‘Ik ben geboren’, schreef hij in 1837, ‘om half de mensheid bij de ballen te grijpen.’ Waar mensen vochten voor zelfbeschikking schoot hij te hulp, als admiraal of generaal, en meestal met succes. Zijn bekendste wapenfeit stamt uit 1860, toen hij met een duizendtal roodhemden eerst Sicilië en daarna een groot deel van het Zuid-Italiaanse vasteland wist te veroveren, om dit deel te laten uitmaken van het net gevormde koninkrijk Italië. Dit was een beslissende stap in de Italiaanse eenwording, al zou het verzet van de paus, die de baas was in Midden-Italië, pas in 1870 worden gebroken.
Maar dat zijn standbeeld juist op de Gianicolo staat, heeft een andere reden. In februari 1849 riepen Romeinse revolutionairen, aangemoedigd door de golf van opstanden elders, een republiek uit. Garibaldi had een jaar eerder mee gevochten in een korte opstand in Milaan en zwierf daarna rond met zo’n twaalfhonderd aanhangers. Hij snelde de Romeinen meteen te hulp, met wat hij ‘het eerste Italiaans legioen’ noemde. De paus was op de vlucht geslagen en had Franse troepen gevraagd de pauselijke orde in Rome te herstellen.
De felste gevechten waren op en bij de Gianicolo. Garibaldi wist in april de Franse troepen nog tegen te houden, maar de overmacht bleek te groot. Twee maanden later kwam er een einde aan de Romeinse republiek. Garibaldi weigerde een persoonlijke vrijgeleide en besloot met zijn aanhangers, ongeveer vierduizend man, uit Rome weg te glippen. Doel: Venetië, waar geestverwanten (nog) standhielden.
Het is een minder bekend huzarenstukje van Garibaldi: lange marsen door de hoge Apennijnen, op de hielen gezeten door Franse soldaten vanuit Rome en door Spaanse soldaten die hem vanuit het zuiden opjoegen, terwijl Oostenrijkse troepen in het noorden paraat waren. Ze moesten ’s nachts reizen om niet ontdekt te worden, een kanon meeslepen over smalle bergpaden, en dan was Garibaldi’s vrouw Anita ook nog eens zes maanden zwanger.
Vóór zijn vertrek uit Rome zei Garibaldi: ‘Iedereen die wil blijven vechten tegen een vreemde mogendheid zou met mij mee moeten gaan. Ik heb geen soldij te bieden, geen onderdak, geen voedsel. Ik bied honger, dorst, zware marsen, en alle gevaren van de oorlog. Laat eenieder die zijn land liefheeft met zijn hart en niet alleen met zijn mond, mij volgen.’ Italië bestond nog niet als land, maar het patriottisme kwam razendsnel op.
Dagboeken
De Britse schrijver Tim Parks (1954), die al veertig jaar in Italië woont en een aantal boeken over het land schreef, heeft in de zomer van 2019 met zijn partner Eleonora deze heroïsche tocht nagelopen. Het is geen bestaand langeafstandspad, maar Parks heeft de route zo goed mogelijk gereconstrueerd op basis van de dagboeken van twee officieren, die met Garibaldi meereisden, en een onderzoek van een Italiaanse patriot een halve eeuw later, die tientallen mensen had gesproken en zich de doortocht van de stoet garibaldini nog herinnerden.
Ze liepen iedere dag hetzelfde stuk als Garibaldi en de zijnen 170 jaar eerder hadden gedaan: in totaal 630 kilometer in 28 dagen. Garibaldi, zijn vrouw en een aantal officieren gingen te paard en er was ook een kleine infanterie. Maar de meesten van zijn aanhangers liepen, in afmattende nachtmarsen van wel dertig kilometer en soms in de stromende regen. Ook Parks en zijn partner gingen te voet, vaak vanaf zes uur ’s ochtends, om de ergste hitte voor te zijn.
Ze stuitten onderweg soms op vangrails, veel drinkplaatsen van vroeger zijn verdwenen, en het bleek niet altijd makkelijk om onderdak te vinden. Maar opvallend is hoeveel herkenningspunten er zijn gebleven: rivieren, valleien en bergtoppen natuurlijk, maar ook kloosters en kerken, pleinen, hier en daar zelfs een eetgelegenheid. Regelmatig komen ze gedenkstenen tegen. Zoals: ‘Gevreesd door zijn vijanden, bewonderd door het volk, bleef Garibaldi hier met zijn moedige manschappen uitrusten op 3 juli 1849’. Of, in Montepulciano: ‘Ter ere van de eerste held van ons thuisland en zijn onverschrokken vrouw, subliem rolmodel voor alle Italiaanse vrouwen.’
Parks keert zich nadrukkelijk tegen het beeld dat sommige historici van Garibaldi hebben geschetst, als was hij een wat naïeve, soms roekeloze romanticus die zich vooral liet leiden door zijn emoties. Nauwgezet reconstrueert hij hoe Garibaldi op het eerste gedeelte van de tocht met allerlei listen uit handen van de Fransen en de Spanjaarden weet te blijven, ook al zijn die soms tot een paar kilometer genaderd. Later weet hij de Oostenrijkse generaals die op hem jagen, om de tuin te leiden – een enkele keer geholpen doordat een Oostenrijkse officier zijn stafkaart meer vertrouwt dan wat hij met zijn eigen ogen ziet.
Pretpark
Op een meeslepende manier serveert Parks zijn historische research uit, met veel fascinerende details. Hij mengt dat goed gedoseerd met het verhaal van de blaren en de hitte van zijn eigen tocht. Af en toe komt een stukje recente politiek voorbij, maar dat voelt twee kabinetten en een pandemie later alweer als achterhaald. Hij is kritisch op het massatoerisme: Toscane ‘is bezig langzaam maar zeker in een internationaal pretpark te veranderen’. Parks is blij als hij aankomt in Foiano, ‘een van de weinige Toscaanse plaatsjes die geen parodie zijn van zichzelf ten behoeve van de internationale toerist.’
Na Toscane volgen de passen door de ruige Apennijnen, en het kat en muis spel met de Oostenrijkers. In San Marino, ook toen een onafhankelijk dwergstaatje, ontbindt Garibaldi wat er dan nog over is van zijn ‘legioenen’. Hij smeekt Anita om daar achter te blijven voor haar bevalling, maar ze wil met haar man mee. Met een paar honderd vertrouwelingen gaat Garibaldi, zoon van een zeeman en zelf ook een zeeman, met dertien boten verder richting Venetië. Parks en zijn partner reizen hen over land achterna, tot de plaats waar Giuseppe en de zwangere Anita Garibaldi aan land moeten gaan omdat de Oostenrijkse marine de groep dreigt te onderscheppen.
Anita komt er in Parks’ boek bekaaid van af. Zij heeft een standbeeld op een iets lager punt van de Gianicolo, maar wel op een steigerend paard – zij was de betere ruiter. Ook in het reisverslag van Parks staat Anita op afstand. Hoe zij in haar zwangerschap deze reis boordevol ontberingen heeft beleefd, blijft jammer genoeg in de schaduw. De helse tocht liep niet goed af voor haar. Als ze aan land gaan is Anita al koortsig, en op 4 augustus, ruim een maand na de aftocht uit Rome, sterft ze.
De opgejaagde Garibaldi heeft nauwelijks tijd om haar te begraven. Hij weet Piemonte in het noordwesten te bereiken, maar de Piemontese koning, bang voor conflicten met Frankrijk en Oostenrijk, durft hem geen onderdak te bieden. Hij wordt in ballingschap gestuurd en er volgen jaren van omzwervingen. Tunesië, de Verenigde Staten, Peru, het eilandje Caprera bij Sardinië. Garibaldi is teleurgesteld over het échec in Rome. Een poging om tijdens zijn aftocht een opstand in Toscane te ontketenen lukte ook al niet. Maar de vermetele tocht door de Apennijnen heeft zijn mythe vergroot. In 1859 komt een biografie van hem uit. Het belangrijkste moet dan nog komen.
23-07-2021 Marc Leijendekker
In Het heldenpad doet Parks – geliefde gids voor Italiaanse cultuur – in zijn kenmerkende humoristische stijl verslag van deze beroemde reis door de Apennijnen, op zoek naar het heden en verleden van het land.
ISBN | 9789029542029 |
---|---|
Aantal pagina's | 456 |
Datum van verschijning | 20210608 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 135 mm |
Hoogte | 214 mm |
Dikte | 37 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres